Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
hij in of omstreeks de periode van 19 juli 2019 tot en met 16 februari 2020 te Den Helder, en/of te Julianadorp, gemeente Den Helder, althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [benadeelde 2], door
- veelvuldig contact te leggen middels telefoon en/of e-mail met voornoemde [benadeelde 2] en/of haar partner en/of haar familieleden, en/of
- meermalen [benadeelde 2] en/of haar partner en/of haar familieleden in haar/zijn/hun leefomgeving op te zoeken, en/of
- veelvuldig in de openbare ruimte [benadeelde 2] aan te spreken waarbij verdachte voor [benadeelde 2] belastende en/of bezwarende en/of kwetsende en/of bedreigende uitspraken doet, en/of
- in naam van/met gebruikmaking van de identiteit van [benadeelde 2] en/of haar partner bestellen van goederen via internet, met het oogmerk die [benadeelde 2], te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
hij op of omstreeks 16 februari 2020 te Den Helder [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] en/of [benadeelde 3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [benadeelde 1] dreigend de woorden toe te voegen “Ik kom naar jullie toe ik maak jullie af”, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking, waarna hij zich met een bivakmuts (althans een gezichtsbedekkend voorwerp) naar die [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] en/of [benadeelde 3] heeft begeven;
hij op of omstreeks 16 februari 2020 te Den Helder (in zijn woning en/of in een wandklok) een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een tot elektrisch afvuurbare revolver getransformeerd wapen, zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool, en/of
voorhanden heeft gehad en/of heeft vervaardigd en/of heeft getransformeerd;
hij op of omstreeks 16 februari 2020 te Den Helder munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten vijf, althans één of meer, (penvuur)patro(o)n(en) van het kaliber 12mm, van categorie III, Wet Wapens en Munitie voorhanden heeft gehad en/of heeft vervaardigd en/of heeft getransformeerd;
- (telkens) middels in te spreken op de voicemail gekoppeld aan de telefoon in de woning van [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] die [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] en/of [benadeelde 2] en/of [benadeelde 3] dreigend de woorden toe te voegen:
- “Luister mevrouw [benadeelde 2]... Je dochter heeft tot vandaag de tijd om de centen terug te betalen ... En jullie, jullie gaan er aan als jullie niet betalen ... Meneer en mevrouw [benadeelde 2]. ... En laat mij niet jullie dochter iets geks aan doen ... er zijn genoeg manieren om een meissie zeer te doen zonder te slaan. En ik ga haar iets doen hoor.... Ineens, hé die kogel die kan snel komen. Ik ga jullie helemaal kapoet maken als jullie niet betalen.”, en/of
- “... gaan wij jullie helemaal kapoet maken. ... Helemaal kapoet.”, en/of
- “... tot eh vandaag hadden jullie de tijd om het terug te betalen. En dat hebben jullie niet gedaan dus eh nu gaan jullie d’r aan. ... Ik ga jullie helemaal kapot maken.....”.
hij, op of omstreeks 31 oktober 2019 te Den Helder, [benadeelde 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door een (nep)vuurwapen op die [benadeelde 2] te richten en de trekker over te halen;
hij, op of omstreeks 31 oktober 2019 te Den Helder, een wapen van categorie I, onder 7° van de Wet wapens en munitie, te weten een door de Minister van Justitie en Veiligheid aangewezen voorwerp dat een ernstige bedreiging van personen kon vormen en/of dat zodanig op een wapen geleek dat deze voor bedreiging of afdreiging geschikt was, namelijk een replica pistool, althans een voorwerp die voor wat betreft hun vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertonen met vuurwapens of met voor ontploffing bestemde voorwerpen (in de zin van art. 3 sub a Regeling Wapens en Munitie), voorhanden heeft gehad.
2. Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
4.Bewezenverklaring
hij op 16 februari 2020 te Den Helder [benadeelde 1] en [benadeelde 2] en [benadeelde 3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door die [benadeelde 1] dreigend de woorden toe te voegen “Ik kom naar jullie toe ik maak jullie af”, waarna hij zich met een bivakmuts (althans een gezicht bedekkend voorwerp) naar die [benadeelde 1] heeft begeven;
hij op 16 februari 2020 te Den Helder (in zijn woning in een wandklok)
een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een tot elektrisch afvuurbare revolver getransformeerd wapen, zijnde een vuurwapen in de vorm van een revolver en de bij voormeld wapen behorende munitie, te weten kogelpatronen van categorie III van de Wet Wapens en Munitie voorhanden heeft gehad;
hij op 16 februari 2020 te Den Helder munitie te weten penvuurpatronen van het kaliber 12mm, van categorie III van de Wet Wapens en Munitie voorhanden heeft gehad;
- (telkens) middels in te spreken op de voicemail gekoppeld aan de telefoon in de woning van [benadeelde 1] en [benadeelde 2] die [benadeelde 1] en [benadeelde 2] en [benadeelde 2] dreigend de woorden toe te voegen:
- “Luister mevrouw [benadeelde 2]... Je dochter heeft tot vandaag de tijd om de centen terug te betalen ... En jullie, jullie gaan er aan als jullie niet betalen ... Meneer en mevrouw [benadeelde 2]. ... En laat mij niet jullie dochter iets geks aan doen ... er zijn genoeg manieren om een meissie zeer te doen zonder te slaan. En ik ga haar iets doen hoor.... Ineens, hé die kogel die kan snel komen. Ik ga jullie helemaal kapoet maken als jullie niet betalen.”, en
gaan wij jullie helemaal kapoet maken. ... Helemaal kapoet.”, en
tot eh vandaag hadden jullie de tijd om het terug te betalen. En dat hebben jullie niet gedaan dus eh nu gaan jullie d’r aan. ... Ik ga jullie helemaal kapot maken.....”.
Zaak B:
hij, op 31 oktober 2019 te Den Helder, [benadeelde 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door een (nep)vuurwapen op die [benadeelde 2] te richten en de trekker over te halen;
hij op 31 oktober 2019 te Den Helder een wapen van categorie I, onder 7° van de Wet wapens en munitie, te weten een door de Minister van Justitie en Veiligheid aangewezen voorwerp dat een ernstige bedreiging van personen kon vormen en dat zodanig op een wapen geleek dat deze voor bedreiging of afdreiging geschikt was, namelijk een replica pistool, die voor wat betreft hun vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertonen met vuurwapens, voorhanden heeft gehad;
5.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
6.Strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de sancties
Ten aanzien van het tweemaal overtreden van de Wet van Wapens en Munitie, kan, indien bewezen geacht, worden gesteld dat betrokkene vanuit zijn ontwikkeling wantrouwend en angstig in de wereld staat, hij is vooral op zichzelf gaan vertrouwen. Met dit idee heeft betrokkene ook wapens in bezit, hij heeft deze om zichzelf te verdedigen. Naar zijn zeggen voelt hij zich bedreigd en voelt hij zich veiliger door het bezit van zijn wapens. Vanuit genoemde stoornissen mist betrokkene de sociale afstemming en inschattingsvermogen om zijn keuzemogelijkheden goed af te kunnen wegen. Ondanks dat betrokkene niet dusdanig verward is dat hij totaal geen keuzemogelijkheden kan overzien, mist hij wel het vermogen om de effecten van zijn handelen in te schatten. Dit alles overziend en wegend, is er vermoedelijk sprake (geweest) van enige doorwerking van de genoemde stoornissen in het tenlastegelegde (indien bewezen geacht). Geadviseerd wordt om betrokkene het tenlastegelegde in een verminderde mate toe te rekenen.
Er is bij betrokkene sprake van een grote hoeveelheid aan risicofactoren die een hoge relevantie hebben. Zo speelt betrokkene’s licht verstandelijke beperking een grote rol in het ontbreken van zelfinzicht, is hij vanuit een onveilige jeugd en problematische opvoedingssituatie bij oplopende stress geneigd te reageren met agressie of het maken van antisociale keuzes.
Tot slot is er wel enig ziektebesef maar weinig ziekte-inzicht waardoor betrokkene zelf de noodzaak van behandeling niet ziet. Dat betrokkene een fascinatie heeft voor wapens en deze ook tot zijn beschikking heeft (en bij zich had ten tijde van het tenlastegelegde) en aangeeft hier veiligheid bij te ervaren, maakt het geheel nog eens extra onveilig.
Ingeschat wordt dat voornoemde behandeling het meest effectief zal zijn wanneer betrokkene in een beschermde woonvorm voldoende begeleiding, toezicht en controle krijgt (met forensische ambulante behandeling). Ingeschat wordt dat betrokkene een stok achter de deur nodig zal hebben, gezien het beperkte effect wat eerdere ambulante en vrijwillige kaders opgeleverd hebben. Een langdurig behandeltraject in een zeer stevig kader is geïndiceerd. De behandeling moet zich in beginsel richten op het behandelen van de verslavingsproblemen en zijn ongespecificeerde schizofreniespectrum-of andere psychotische stoornis en rekening houdend met zijn licht verstandelijk beperkte niveau.
Vanwege de vermoedelijk sterke doorwerking van de psychose op het gebeuren van 16 februari 2020 is het advies om betrokkene de bedreiging - indien bewezen - in sterk verminderde mate toe te rekenen. Ondanks dat hij handelde vanuit zijn waanbeleving is enige toerekening wel mogelijk gezien het lang bestaande patroon van bedreigingen jegens de aangevers.
Bij het verboden wapenbezit is enige doorwerking van de stoornissen vastgesteld, omdat betrokkene vanuit zijn autisme spectrumstoornis op een obsessieve mate geïnteresseerd is in wapens en vanuit zijn zwakbegaafdheid de gevolgen van het wapenbezit onvoldoende kan overzien zodat betrokkene deze feiten - indien bewezen - enigszins verminderd kunnen worden toegerekend.
Bij betrokkene is op dit moment nog steeds sprake van een psychotische stoornis met daarbij forse achterdocht, een gestoorde impulscontrole en oordeels- en kritiekstoornissen. Behandeling van deze psychotisch stoornis zal leiden tot vermindering van de kans op recidive. Echter is er ook sprake van beperkte cognitieve vaardigheden vanuit de lage intelligentie en de autismespectrumstoornis van betrokkene. Als gevolg hiervan kan betrokkene de gevolgen van zijn gedragingen minder goed overzien en reageert hij op momenten inadequaat wanneer hij zich voelt aangetast in zijn veiligheid. Hij heeft bovendien een fascinatie voor wapens. Beide laatstgenoemde kunnen de kans op recidive juist vergroten.
Op basis van de bevindingen adviseert de psychiater TBS met voorwaarden op te leggen om een adequate psychiatrische behandeling in een forensisch psychiatrische instelling (FPA of FPK) voor langere tijd te waarborgen en betrokkene van hieruit bijvoorbeeld toe te leiden naar een beschermde en/of begeleide woonvorm. Uit het verleden is gebleken dat hij goed in staat is om zich aan afspraken met reclassering en behandelaren te houden, echter is hij bij onvoldoende stevig kader toch gerecidiveerd. TBS met voorwaarden biedt een steviger kader.
Betrokkene is bekend met gevoelens van wraak waarbij hij mensen bedreigt en zich bewapend. Hij heeft, mogelijk vanwege zijn autisme en verstandelijke beperking, beperkt inzicht in de mogelijke consequenties van zijn gedrag.
Uit het dossier blijkt dat betrokkene de laatste jaren vaker met justitie in aanraking kwam. Er was naar mening van de reclassering en andere betrokken instanties sprake van een zeer zorgelijke ontwikkeling, waarbij er gevaar was voor escalatie van geweld. De ingezette hulpverlening en behandeling in een voorwaardelijk kader was, indien onderhavige feiten bewezen worden geacht, niet voldoende om recidive te voorkomen.
De reclassering is op basis bovenstaande van mening dat een tbs met voorwaarden geïndiceerd is. Vanwege onderzoek naar de haalbaarheid van een tbs met voorwaarden werd een indicatie aangevraagd en afgegeven door het IFZ (Indicatiecommissie Forensische Zorg), onderdeel van het NIFP. Betrokkene werd geaccepteerd voor een klinische behandeling bij FPA De Woenselse Poort te Eindhoven. Er is nog geen plaatsingsdatum bekend. Indien nodig zal door DIZ een overbruggingsplek worden gezocht.
8.Vorderingen benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
9.Vordering tot tenuitvoerlegging
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Beslissing
265 dagen.
ter beschikking wordt gesteld, en stelt daarbij de volgende
voorwaardenbetreffende zijn gedrag:
2. Verdachte verblijft in FPK De Woenselse Poort te Eindhoven, of een soortgelijke setting, ook als dit overbruggingszorg inhoudt, en hij zal zich houden aan de daar geldende huis- en leefregels c.q. voorwaarden die daar aan hem gesteld worden en stelt zich hierin begeleidbaar op, ook als dit inhoudt inname van voorgeschreven medicatie.
3. Verdachte werkt, indien geïndiceerd, mee aan een plaatsing in een vervolgsetting, zoals een (forensische) beschermde/begeleide woonvorm en zal zich aldaar houden aan de geldende huis- en leefregels c.q. voorwaarden die aan hem gesteld worden.
4. Verdachte conformeert zich, na afloop van de klinische behandeling, aan een ambulante behandeling bij een door de reclassering geïndiceerde instelling, ook als dit inhoudt inname van voorgeschreven medicatie.
5. Verdachte zal niet van verblijfplaats veranderen dan na overleg met zijn behandelaren en de reclassering.
6. Verdachte zal zich actief inzetten voor het vinden en behouden van dagbesteding. Dit naar inschatting van de reclassering.
7. Verdachte is open over zijn netwerk en heeft geen bezwaar dat de personen met wie hij omgang heeft op ‘gepaste en discrete’ wijze door de reclassering worden gescreend.
8. Verdachte zal zich onthouden van alcohol- en druggebruik en zich niet onttrekken aan controles hierop.
9. Verdachte geeft inzicht in zijn financiën als daarom verzocht wordt en accepteert, indien door de reclassering nodig geacht, bewindvoering of andersoortige financiële ondersteuning.
10. Verdachte zorgt ervoor dat hij altijd bereikbaar is voor zijn begeleiders en behandelaren.
11. Verdachte pleegt geen strafbare feiten.
12. Verdachte geeft toestemming aan de reclassering tot het opvragen en uitwisselen van informatie aan alle instellingen die zij relevant achten en die van belang zijn voor een goede behandeling c.q. begeleiding in het kader. Tevens verleent hij zijn medewerking aan het maken van een digitale foto ten behoeve van zijn dossier en verleent hij ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking aan het nemen van een of meer vingerafdrukken, of biedt ter inzage een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht aan.
13. Verdachte werkt, indien de reclassering dit nodig acht, mee aan een crisisplaatsing van maximaal 7 weken in een door IFZ geïndiceerde kliniek. Deze crisisplaatsing kan eenmaal met 7 weken worden verlengd. Dit betekent 14 weken per kalenderjaar.
14. Verdachte begeeft zich niet zonder toestemming van het Openbaar Ministerie buiten de Nederlandse landsgrenzen.
15. Verdachte zoekt op geen enkele wijze, direct of indirect, contact met aangeefster: [benadeelde 2] , geboren op [geboortedatum 2] te Den Helder. Indien geïndiceerd wordt bij dit contactverbod Elektronische Controle ingezet.
dadelijk uitvoerbaaris.
[benadeelde 1]geleden schade tot een bedrag van
€ 500,-, als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 16 februari 2020 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde 1], voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
€ 500,-, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
10 dagen gijzelingen bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 februari 2020 tot aan de dag der algehele voldoening. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
[benadeelde 2]geleden schade tot een bedrag van
€ 1.553,78, als vergoeding voor materiële en immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 16 februari 2020 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde 2], voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
€ 1.553,78, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
25 dagen gijzelingen bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 februari 2020 tot aan de dag der algehele voldoening. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
[benadeelde 3]niet-ontvankelijk in de vordering.