ECLI:NL:RBNHO:2020:8532
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Kennelijk niet-ontvankelijk beroep inzake belastingaanslag
In deze zaak heeft eiseres, een natuurlijke persoon, beroep ingesteld tegen een uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst. De rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem, heeft op 30 oktober 2020 uitspraak gedaan in deze zaak. Eiseres had op 21 april 2020 een tweede bezwaarschrift ingediend tegen de uitspraak van de inspecteur van 6 maart 2020. Dit bezwaarschrift werd door de inspecteur aangemerkt als beroepschrift en ter verdere behandeling naar de rechtbank gestuurd.
De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres het griffierecht van € 178 niet tijdig heeft betaald, ondanks herhaalde verzoeken van de griffier. Eiseres heeft geen verontschuldiging gegeven voor het niet tijdig betalen van het griffierecht.
Daarnaast heeft de rechtbank vastgesteld dat het beroepschrift niet tijdig is ingediend, aangezien de termijn voor het indienen van een beroepschrift eindigde op 17 april 2020 en het beroepschrift pas op 4 mei 2020 door de rechtbank is ontvangen. Eiseres heeft ook hier geen goede verontschuldiging voor gegeven.
Op basis van deze overwegingen heeft de rechtbank het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Er zijn geen gronden voor een proceskostenveroordeling, en de uitspraak is gedaan door mr. M.C. van As, rechter, in aanwezigheid van M. van der Elst, griffier. De uitspraak is niet openbaar uitgesproken vanwege coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat weer mogelijk is.