Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
2.3. In mei 2015 heeft [eiseres] voor een bedrag van € 20.700,- negen koeien gekocht voor [gedaagde] .
(…) Partijen doen namelijk al geruime tijd zaken, waarbij er niet alleen kalveren zijn gekocht maar ook embryo’s zijn ingebracht bij koeien van cliënten en er ook koeien en nakomelingen verzorgd werden door cliënten. Niet alleen voor [huidig bestuurder vennootschap] – waar uw cliënten ook bij betrokken waren – maar ook voor uw cliënten is dit gebeurd. Hoe ik het begrijp hebben uw cliënten zelfs geprocedeerd tegen [huidig bestuurder vennootschap] over de eigendom van koe Shila. Een koe die bij cliënt stond, door cliënt verzorgd is en waarvan de nakomelingen zijn grootgebracht en verzorgd zijn.Met betrekking tot die koe en haar nakomelingen zijn er door cliënt kosten gemaakt. In eerste instantie waren de kosten hieromtrent voor rekening van [huidig bestuurder vennootschap] . Omdat uw cliënten echter aanspraak maakten op het eigendom, was [huidig bestuurder vennootschap] uiteindelijk niet bereid om die kosten ad € 17.500,- te voldoen. Dat is ook logisch, want waarom zou hij betalen voor een koe die niet zijn eigendom was. Deze rekening dient thans nog betaald te worden. Mijns inziens door degene die thans het eigendom heeft. (…) De bovengenoemde kosten overstijgen dus de (pretense) vordering van uw cliënten ruimschoots. (…) Zij stellen dan ook voor om de kwestie tegen gesloten beurzen af te wikkelen, zodat partijen over en weer niets meer van elkaar te vorderen hebben. (…)
(…) Cliënte heeft uw cliënten de financiering bezorgd voor de betreffende dieren, welke dieren vervolgens aan uw cliënten geleverd zijn. Een lening derhalve, uw cliënte zijn hier goed mee bekend. Een deel is afgelost.De afspraken hieromtrent zijn duidelijk. De kosten van embryo’s heeft cliënte betaald, het spoelen heeft cliënte betaald, het inzetten heeft cliënte betaald. Door de levering van de dieren heeft uw cliënte, naast de dieren, ook fosfaatrechten ontvangen ter waarde van ongeveer € 80.000,00.Alle nakomelingen van de dieren zoals geleverd door/namens cliënte werden eigendom van uw cliënten. Uw cliënten hebben deze allemaal gehouden, zoals afgesproken tussen partijen. Het betreffende dier Sheila heeft het erf van uw cliënten nooit verlaten. De nakomelingen van dit dier hebben uw cliënten in bezit (genomen), met instemming van cliënte. Alle vruchten van de lening zijn ten gunste van uw cliënten gekomen. De fosfaatrechten zijn ten gunste van uw cliënten gekomen. De melkopbrengsten. (…)
(…) Derhalve hieronder (nogmaals) de gemaakte afspraken tussen partijen: (…)
(…)19. Op een door “ [aanduiding] BV” (de aan [X] en [huidig bestuurder vennootschap] gelieerde bedrijven) gepubliceerde lijst betreffende overzicht van de aanwezige donor dieren van onder andere respectievelijk [X] en [huidig bestuurder vennootschap] staat als laatste Peak Mntrs Shila 6 met als eigenaresse vermeld [eiseres] , nl. [initialen] vermeld. De betreffende donor-koe stond op dat moment bij [gedaagde] aan de [adres] .20. [eiseres] maakte met [gedaagde] de afspraak dat alle embryo’s bij hem op het bedrijf ingezet zouden worden van Shila, en dat zij onderling alles zouden regelen, zoals ze reeds met meerdere embryo’s van andere spoeldieren in het verleden ook gedaan hebben. De heer [betrokkene] werd medegedeeld dat Shila zou worden opgenomen in het spoelprogramma van [de vennootschap] , terwijl ze in het bezit is van [eiseres] en dat alle eventuele embryo’s zonder uitzondering bij [gedaagde] dienden te worden geïmplanteerd. (…)25. Nu [gedaagde] in de terechte veronderstelling verkeerde dat Shila het eigendom was van [eiseres] en [gedaagde] met [eiseres] vaste afspraken had gemaakt over Shila, waardoor hij nimmer kosten in rekening had gebracht bij [de vennootschap] (…)37. [eiseres] heeft reeds gesteld dat zij met [gedaagde] duidelijke afspraken had over de kosten met betrekking tot Shila en haar nakomelingen. (…) Indien [de vennootschap] ook maar enige kosten een iemand zou hebben betaald vanwege Shila en haar nakomelingen, hetgeen [eiseres] betwist en door [de vennootschap] op geen enkele wijze wordt beween, dan dient [de vennootschap] deze gelden terug te vragen als zijnde onverschuldigd betaald. (…)58. Door deze handelswijze van [de vennootschap] heeft [eiseres] schade geleden. (…) [de vennootschap] heeft willens en wetens derden bewust verkeerd geïnformeerd omtrent het eigendom van Shila en haar nakomelingen. Immers de veehouder [gedaagde] mocht onder geen beding de dieren zijn erf laten verlaten. [eiseres] heeft hierdoor geen verkoop kunnen realiseren en heeft langere c.q. extra stallingskosten. (…)60. Verder bedraagt de schade voor [eiseres] de extra kosten gemaakt door het langere verblijf bij [gedaagde] ten gevolge van de blokkade (…) die eerst op 25 april 2018 is opgeheven. (…) Totaal: 1125 dagen x € 5,- p/d € 5.625,-.
(…) Heb hier nu nog 2x Gymnast voorskalveren staan van Shila, willen jullie die nog laten testen? Anders gaan ze maandag ook weg. Stuur jullie een mail hoe en wat dit af te handelen.”
3.De vordering
€ 15.700,00 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 april 2019 en de buitengerechtelijke incassokosten ad € 932,00 eveneens te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 4 juni 2019 en de proceskosten (inclusief de nakosten).
4.Het verweer en de tegenvordering
5.De beoordeling
5.3. Weliswaar is aangaande voorfinanciering door partijen niets op papier gezet, maar de afspraak tussen partijen waarbij [eiseres] gelden aan [gedaagde] ter beschikking heeft gesteld die hij op enig moment zou moeten terugbetalen, kan naar het oordeel van de kantonrechter toch niet anders dan als een geldlening worden begrepen. Nu geen termijn voor terugbetaling is overeengekomen, geldt op grond van artikel 7:129e BW dat [gedaagde] het geleende bedrag binnen zes weken nadat [eiseres] hem had meegedeeld tot inlossing over te gaan, moet terug betalen. Die termijn is inmiddels ruimschoots verstreken. Dat betekent dat de conventionele vordering in beginsel toewijsbaar is.
a) de verzorgingskosten en stallingskosten en een vergoeding voor draagmoederschap voor door [eiseres] bij [gedaagde] gestalde koeien;
b) de vergoeding voor twee koeien die eigendom van [gedaagde] waren en door [eiseres] zijn meegenomen;
c) de vergoeding van schade aan een schuur van [gedaagde] veroorzaakt door een stier van [eiseres] ;
heeft deze vorderingen betwist en daartoe aangevoerd:
ad a) de door [eiseres] bij [gedaagde] gestalde koeien waren volgens afspraak tussen partijen eigendom van [gedaagde] en partijen zijn nooit overeengekomen dat [eiseres] voor het stallen van de koeien kosten hoefde te voldoen;
ad b) [eiseres] heeft op verzoek van [gedaagde] de betreffende twee koeien opgehaald omdat [gedaagde] ze anders naar de slager zou sturen en een vergoeding is niet overeengekomen;
ad c) de stier in kwestie was eigendom van [gedaagde] en [eiseres] betwist dat de gestelde schade door een stier is veroorzaakt.
De kantonrechter zal in het navolgende de verschillende posten behandelen.
- volgens [eiseres] Shila en haar nakomelingen haar eigendom zijn;
- zij met [gedaagde] afspraken heeft gemaakt over de kosten van deze koeien;
- zij extra stallingskosten heeft gemaakt doordat [de vennootschap] verhinderde dat de betreffende koeien het terrein van [gedaagde] verlieten;
- haar schade vanwege het voorgaande neerkomt op € 5,- per koe per dag.
De stellingen van [eiseres] in de procedure tussen haar en [de vennootschap] sluiten dus aan op de door [gedaagde] gestelde afspraken. Het verweer van [eiseres] dat [gedaagde] zich niet op dit processtuk kan beroepen omdat het hier gaat om een andere procedure en zij met [de vennootschap] andere afspraken had gemaakt, faalt. De afspraken waaraan [eiseres] in die procedure refereert betreffen immers afspraken met [gedaagde] . Voorts valt niet in te zien waarom zij vergoeding van schade bestaande uit stallingskosten van [de vennootschap] vordert als zij zich (jegens [gedaagde] ) op het standpunt stelt dat zij die stallingskosten helemaal niet verschuldigd is. Weliswaar heeft [gedaagde] de koeien van [eiseres] uiteindelijk verkocht, maar de opbrengst heeft hij verrekend met de kosten die hij aan [eiseres] in rekening heeft gebracht. Dat hij de stallingskosten aanvankelijk bij [de vennootschap] in rekening heeft gebracht kan hem niet worden tegengeworpen.