Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Stichting Elan Wonen
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft Stichting Elan Wonen een vordering ingesteld tegen [gedaagde] wegens huurachterstand. De eiseres, Elan Wonen, heeft op 20 mei 2020 een dagvaarding uitgebracht, waarna [gedaagde] schriftelijk heeft geantwoord. Tijdens de zitting op 18 september 2020 heeft [gedaagde] erkend dat er een huurachterstand was, maar voerde hij verweer tegen de gevorderde proceskosten. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde] een huurschuld had van € 6.295,43 per 1 mei 2020, en dat hij ondanks aanmaningen niet alle huurpenningen had voldaan. Elan Wonen vorderde na vermindering van eis betaling van € 1.845,81 aan hoofdsom, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter heeft de vordering toegewezen, maar heeft de proceskosten op basis van het uiteindelijk toegewezen bedrag vastgesteld, rekening houdend met de omstandigheden van de zaak. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de procedure gerechtvaardigd was, maar dat de proceskosten moesten worden berekend op basis van het verlaagde bedrag. Het vonnis is uitgesproken door mr. J.J. Dijk op 21 oktober 2020.