ECLI:NL:RBNHO:2020:8279
Rechtbank Noord-Holland
- Verstek
- Rechtspraak.nl
Ambtshalve toetsing van precontractuele informatieverplichtingen bij pakketreisovereenkomst
In deze zaak heeft de kantonrechter op 14 oktober 2020 een verstekvonnis gewezen in een geschil tussen Tui Nederland N.V. en een gedaagde die niet is verschenen. De zaak betreft de vraag of Tui voldaan heeft aan de (pre)contractuele informatieverplichtingen zoals vastgelegd in artikel 7:502 e.v. van het Burgerlijk Wetboek, met betrekking tot een pakketreis. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Tui niet aan deze verplichtingen heeft voldaan, met name wat betreft de informatie over annuleringskosten en de annuleringsverzekering. De kantonrechter heeft in eerdere tussenvonnissen al overwogen dat de bepalingen van artikel 7:500 e.v. BW van toepassing zijn op de overeenkomst. Tui heeft in haar akte van 19 augustus 2020 geprobeerd om haar vordering nader toe te lichten, maar de kantonrechter oordeelt dat de verstrekte informatie niet voldoet aan de wettelijke vereisten. De kantonrechter concludeert dat de gedaagde niet naar behoren is geïnformeerd, wat leidt tot de conclusie dat er sprake is van een oneerlijke handelspraktijk. De overeenkomst wordt vernietigd op basis van de artikelen 3:40 en 3:41 BW, en/of de artikelen 6:193d en 6:193f BW. De vordering van Tui wordt afgewezen en de proceskosten worden aan Tui opgelegd, begroot op nihil aan de zijde van de gedaagde.