ECLI:NL:RBNHO:2020:817
Rechtbank Noord-Holland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake handhaving bestuursdwang woonboot
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 7 februari 2020 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker, die in een woonboot verblijft. Verzoeker had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem, waarin hem werd gelast zijn vaartuig uiterlijk op 21 januari 2020 te verwijderen uit de inham van de [locatie 1]. Verzoeker stelde dat hij geen gelegenheid had gekregen om een zienswijze in te dienen en dat de ligplaats waar hij zich bevond, een andere plek was dan waar eerder over was geprocedeerd. Hij voerde aan dat hij schade had geleden door de bestuursdwang en dat hij dakloos was geworden door het wegslepen van zijn boot.
De voorzieningenrechter oordeelde dat verzoeker met het innemen van de ligplaats een illegale situatie had gecreëerd en dat er geen concreet zicht op legalisatie was. De rechter vond de korte begunstigingstermijn in dit geval billijk, gezien de voorgeschiedenis van de zaak. Verzoeker had aangegeven tijdelijk onderdak te hebben gevonden, waardoor het spoedeisend belang aan het verzoek om voorlopige voorziening ontbrak. De voorzieningenrechter wees het verzoek om voorlopige voorziening af en er werd geen proceskostenveroordeling uitgesproken.
De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.