Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Lot Polish Airlines Polskie Linie Lotnicze “Lot”
AirHelp Limited
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de passagier een vordering ingesteld tegen Lot Polish Airlines wegens vertraging van een vlucht op 25 mei 2019. De passagier vorderde compensatie van € 250,00 op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004. Lot heeft als verweer aangevoerd dat de passagier haar vorderingsrecht heeft gecedeerd aan AirHelp, waardoor de passagier niet-ontvankelijk zou zijn in haar vordering. AirHelp heeft vervolgens een incidentele vordering tot tussenkomst ingediend, maar deze is afgewezen. De kantonrechter oordeelde dat AirHelp niet het vereiste belang had voor tussenkomst, omdat de passagier niet-ontvankelijk werd verklaard op basis van de cessie van het vorderingsrecht aan AirHelp. De kantonrechter concludeerde dat de passagier niet-ontvankelijk werd verklaard in haar vordering en dat de proceskosten voor rekening van de passagier kwamen. De beslissing in het incident tot tussenkomst werd eveneens afgewezen, en AirHelp werd veroordeeld in de proceskosten.