ECLI:NL:RBNHO:2020:8019

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
30 september 2020
Publicatiedatum
9 oktober 2020
Zaaknummer
8009590 \ CV FORM 19-13021
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • C.E. van Oosten- van Smaalen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatieverzoek passagier tegen Ryanair wegens vermeende annulering van vlucht

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 30 september 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen een passagier en de luchtvaartmaatschappij Ryanair. De passagier had een vervoersovereenkomst gesloten met Ryanair voor een vlucht van Amsterdam-Schiphol naar Dublin op 28 mei 2019. Na de vlucht verzocht de passagier om compensatie van € 250,00, omdat hij meende dat de vlucht was geannuleerd. Ryanair betwistte echter dat de vlucht geannuleerd was en stelde dat deze was uitgevoerd vanaf Eindhoven Airport in plaats van Schiphol, als gevolg van een staking in Nederland.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de passagier niet voldoende bewijs heeft geleverd dat de vlucht daadwerkelijk geannuleerd was. De door de passagier overgelegde documenten werden door Ryanair betwist en de kantonrechter oordeelde dat de vlucht, hoewel vanaf een andere luchthaven uitgevoerd, niet als geannuleerd kon worden beschouwd. Bovendien was er geen bewijs dat de passagier meer dan drie uur vertraging had opgelopen bij aankomst op de eindbestemming.

Daarom heeft de kantonrechter het verzoek van de passagier afgewezen en hem veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan Ryanair. De beslissing houdt in dat de passagier als in het ongelijk gestelde partij de kosten van de procedure moet dragen, inclusief eventuele nakosten, voor zover deze daadwerkelijk door Ryanair worden gemaakt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 8009590 \ CV FORM 19-13021
Uitspraakdatum: 30 september 2020
Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:
[de passagier], wonende te [woonplaats] (Ierland)
verzoekende partij
verder te noemen: de passagier
gemachtigde: mr. D.E. Lof
tegen
de buitenlandse rechtspersoon
Ryanair DAC,
gevestigd te Dublin (Ierland)
verwerende partij
verder te noemen: Ryanair
gemachtigde: mr. A.C.J. Houwers

1.Het procesverloop

Dit verloop blijkt uit:
  • het vorderingsformulier (formulier A), ingekomen ter griffie op 30 augustus 2019;
  • het antwoordformulier (formulier C), ingekomen ter griffie op 7 november 2019;
  • schriftelijke reactie aan de zijde van de passagier, ingekomen ter griffie op 7 januari 2020;
  • schriftelijke reactie aan de zijde van Ryanair, ingekomen ter griffie op 13 maart 2020.

2.De feiten

2.1.
De passagier heeft met Ryanair een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan Ryanair de passagier diende te vervoeren van Amsterdam-Schiphol Airport naar Dublin op 28 mei 2019, hierna: de vlucht.
2.2.
De passagier heeft compensatie van Ryanair verzocht in verband met een vermeende annulering van de vlucht.
2.3.
Ryanair heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.Het verzoek en het verweer

3.1.
De passagier verzoekt Ryanair te veroordelen tot betaling van:
- € 250,--, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 mei 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten.
3.2.
De passagier baseert zijn verzoek op de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Europese Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof).
3.3.
De passagier stelt dat Ryanair vanwege de annulering van de vlucht gehouden is compensatie te betalen conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 250,00. Daarnaast maakt de passagier aanspraak op betaling door Ryanair van de buitengerechtelijke kosten en de wettelijke rente.
3.4.
Ryanair betwist de verschuldigdheid en de hoogte van het verzochte. Op het verweer wordt - voor zover relevant - bij de beoordeling van het geschil ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van het verzoek kennis te nemen.
4.2.
De passagier heeft in de toelichting op het vorderingsformulier gesteld dat de vlucht is geannuleerd en dat zij daardoor meer dan twee uur later op de eindbestemming is aangekomen. Ryanair heeft betwist dat de vlucht is geannuleerd. Volgens Ryanair is de vlucht uitgevoerd vanaf een andere luchthaven (Eindhoven). Als gevolg van de landelijke staking van het openbaar vervoer in Nederland zouden (en zijn) grote problemen ontstaan op en rondom Schiphol. In de aanloop naar die staking heeft Ryanair besloten de vlucht uit te voeren vanaf een andere luchthaven, namelijk Eindhoven Airport. De door de passagier overgelegde Flight Status van AirHelp met de mededeling dat de vlucht is geannuleerd, is volgens Ryanair onjuist. Ter onderbouwing daarvan heeft zij een ‘daily movement sheet’ overgelegd. De passagier heeft dit niet weersproken. Zij heeft hier tegenover enkel gesteld dat ‘de gestelde wijziging van vertrekluchthaven een andere vlucht betreft’. Dit heeft zij echter niet onderbouwd. Naar het oordeel van de kantonrechter staat dan ook voldoende vast dat de vlucht, weliswaar vanaf een andere luchthaven, te weten die van Eindhoven, is uitgevoerd. Van een annulering is dus geen sprake.
4.3.
Voorts wordt overwogen dat de passagier weliswaar heeft gesteld dat zij meer dan twee uur later op haar eindbestemming is aangekomen, maar gesteld noch gebleken is dat zij meer dan drie uur later dan oorspronkelijk gepland op de eindbestemming is gekomen. De passagier heeft de oorspronkelijke vertrek- en aankomsttijd van de vlucht niet toegelicht, noch de daadwerkelijke aankomsttijd op de eindbestemming. Ook nadat Ryanair nadrukkelijk heeft betwist dat sprake is van enige vertraging heeft de passagier niet nader gereageerd. Nu niet is komen vast te staan dat de passagier haar eindbestemming met een vertraging van meer dan drie uur heeft bereikt, zal het verzoek van de passagier worden afgewezen.
4.4.
De passagier zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van de procedure veroordeeld worden. De nakosten komen eveneens voor rekening van de passagier, voor zover deze kosten daadwerkelijk door Ryanair worden gemaakt.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst het verzochte af;
5.2.
veroordeelt de passagier tot betaling van de proceskosten die aan de kant van Ryanair tot en met vandaag worden begroot op € 72,00 aan salaris gemachtigde;
5.3.
veroordeelt de passagier tot betaling van € 18,00 aan nasalaris, voor zover daadwerkelijk nakosten door Ryanair worden gemaakt.
Deze beschikking is gewezen door mr. C.E. van Oosten- van Smaalen, kantonrechter, en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze beschikking staat geen hoger beroep open