Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het verzoek
in de hoofdzaakverzocht om bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
voorlopige voorzieningvoor de duur van het geding, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [werkgever] te veroordelen tot:
4.Het verweer
5.Het tegenverzoek
primairop grond van artikel 7:671b lid 1 onder a BW juncto artikel 7:669 lid 3 onder e, g en h BW en
subsidiairop grond van artikel 7:686 BW, met veroordeling van [werknemer] in de proceskosten.
6.Het verweer tegen het tegenverzoek
primairde verzochte ontbinding af te wijzen.
Subsidiairverzoekt [werknemer] hem een billijke vergoeding en transitievergoeding toe te kennen. Hij voert hiertoe – samengevat – het volgende aan.
7.De beoordeling
New Hairstyle)). De kantonrechter moet bij het bepalen van de billijke vergoeding rekening houden met alle (uitzonderlijke) omstandigheden van het geval en die vergoeding moet daarbij aansluiten. Het gaat er uiteindelijk om dat de werknemer wordt gecompenseerd voor het ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. Ook met de gevolgen van het ontslag kan rekening worden gehouden, voor zover die gevolgen zijn toe te rekenen aan het verwijt dat de werkgever kan worden gemaakt. De billijke vergoeding heeft geen bestraffend doel, maar met de billijke vergoeding kan ook worden tegengegaan dat werkgevers ervoor kiezen een arbeidsovereenkomst op ernstig verwijtbare wijze te laten eindigen.