ECLI:NL:RBNHO:2020:7945

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
14 oktober 2020
Publicatiedatum
7 oktober 2020
Zaaknummer
8143654 CV EXPL 19-17055
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schending van exclusiviteitsbeding en verschuldigde courtage in huurovereenkomst

In deze zaak heeft de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Direct Capital B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die in persoon procedeerde. De vordering betreft de betaling van courtage op basis van een overeenkomst tot dienstverlening die op 18 juli 2018 is aangegaan. Direct Capital stelt dat de gedaagde in strijd met de overeenkomst zelf een huurder heeft gevonden voor de woning, waardoor hij courtage verschuldigd is. De gedaagde betwist de vordering en voert aan dat de woning al verhuurd was voordat de overeenkomst met Direct Capital tot stand kwam. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde de overeenkomst niet heeft opgezegd en dat hij in strijd met het exclusiviteitsbeding heeft gehandeld. De kantonrechter heeft de vordering van Direct Capital toegewezen, met uitzondering van de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten, omdat niet is aangetoond dat de gedaagde correct is aangemaand. De gedaagde is veroordeeld tot betaling van de hoofdsom, wettelijke rente en proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 8143654 CV EXPL 19-17055
Uitspraakdatum: 14 oktober 2020
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DIRECT CAPITAL B.V.
gevestigd te Amsterdam
eiser
verder te noemen: Direct Capital
gemachtigde: Van der Hoeden | Mulder Gerechtsdeurwaarders en Juristen
tegen
[gedaagde]
wonende te [woonplaats]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
procederend in persoon

1.Het procesverloop

1.1.
Direct Capital heeft bij dagvaarding van 28 oktober 2019 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Direct Capital heeft hierop schriftelijk gereageerd bij conclusie van repliek, waarna [gedaagde] bij mondeling dupliek een (aanvankelijk schriftelijke) reactie heeft gegeven bij (telefonische) mondelinge toelichting op 24 juli 2020.
1.3.
Hierna is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Partijen zijn op 18 juli 2018 een opdracht tot dienstverlening (hierna: de overeenkomst) aangegaan tot het verlenen van diensten bij de verhuur van de woonruimte gelegen aan de [adres] (hierna: de woning). Hierin is het volgende (zover van belang) overeengekomen:
“met betrekking tot de hoogte van de tarieven zijn de opdrachtgever en de makelaar het volgende overeengekomen:
8 % ex BTW van de bedongen jaarlijkse huur, te factureren bij aangaan huurovereenkomst.
Het is de opdrachtgever, behoudens andersluidende afspraken, niet toegestaan buiten de makelaar om overeenkomsten tot stand te brengen, onderhandelingen te voeren, gebruik te maken van soortgelijke diensten van anderen en/of activiteiten te ontplooien, die de makelaar bij het vervullen van zijn bemiddelingsopdracht kunnen belemmeren of zijn activiteiten doorkruisen. Indien in strijd met het hier bepaalde een overeenkomst tot stand komt, heeft de makelaar recht op courtage.
Deze opdracht heeft betrekking op de verhuur van [adres].”
2.2.
Tussen 17 juli 2018 en 5 augustus 2018 hebben partijen e-mail contact gehad, waarbij een afspraak is gemaakt tot het nemen van foto’s van de woning.
2.3.
Op 17 juli 2018 heeft [gedaagde] de volgende e-mail (voor zover hier van belang) naar Direct Capital gestuurd:
“Hall [voornaam],
Dank voor jouw komst naar [plaats], vorige week. Zie graag jouw voorstel tegemoet. We willen graag v.a. 9 oktober a.s. gaan verhuren.”
2.4.
Op 8 augustus heeft [gedaagde] de volgende e-mail (voor zover hier van belang) naar Direct Capital gestuurd:
“Bovendien is het appartement nu t/m maart 2019 verhuurd, dus we moeten e.e.a. even op de lange baan schuiven.
De foto’s kunnen dus ook wel even wachten nog. Laat je weten wanneer we even goed de tijd kunnen nemen.”
2.5.
Eveneens op 8 augustus 2018 heeft Direct Capital (zover hier van belang) de volgende e-mail naar [gedaagde] gestuurd:
“Wij hebben het doorgegeven er is vanuit dezelfde kandidaten nog steeds interesse, zij horen graag wanneer zij mogen kijken.
Gezien het appartement nu buiten onze werkzaamheden om is verhuurd zijn wij genoodzaakt om conform onze opdracht tot dienstverlening onze courtage inte brengen. De factuur hiervoor vindt je in de bijlage.”
2.6.
Als reactie hierop heeft [gedaagde] de volgende e-mail (zover hier van belang) op 9 augustus 2018 gestuurd naar Direct Capital:
“Deze aanvraag lag er al voordat wij met elkaar in zee gingen.
Het spijt mij, maar we gaan echt nu niet een rekening betalen terwijl jullie nog moeten komen om foto’s te maken etc.
(…)
Als je dit wilt doorzetten zullen we de samenwerking per direct weer beëindigen.”
2.7.
Vervolgens heeft [gedaagde] per e-mail van 9 augustus 2018 hierop gereageerd, met (zover hier van belang) de volgende inhoud:
“Dat die aanvraag er al lag, maakt niet uit. Zonder het ons mede te delen ben jij een huurovereenkomst aangegaan. Er staat duidelijk in de opdracht tot dienstverlening dat wij dan onze courtage in rekening mogen brengen. Wij zijn nu al enkele weken met deze opdracht bezig, dat wij uit onszelf nog wat extra foto’s wilde schiteten doet er absoluut niet toe.
Bij wijze van zeer hoge uitzondering doch zijn wij bereid om 50% korting te geven als de rekening dan voor morgen vrijdag 10 augustus 17:00 uur wordt betaald. (€ 987,36).
Als betaling uitblijft zijn wij helaas genoodzaakt de originele vordering in rekening te blijven brengen EN buitengerechtelijke incassokosten in rekening te brengen. Deze kosten bedragen 15% ex BTW van de hoofsom. Dit komt dus neer op € 358,41 wat een totaal met zich mee brengt van € 2.333,13.”

3.De vordering

3.1.
Direct Capital vordert dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt, uitvoerbaar bij voorraad, tot betaling aan Direct Capital van:
I.
I. de voormelde hoofdsom ad € 1.974,72 vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
II.
de buitengerechtelijke kosten van € 269,21;
III.
de kosten van dit geding, waaronder begrepen een bedrag voor het salaris van de gemachtigden van eiseres en tot betaling van een vergoeding voor de door gemachtigde van eiseres na het vonnis nog te verrichten werkzaamheden (na-salaris).
3.2.
Direct Capital legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat tussen partijen een overeenkomst van opdracht tot stand is gekomen, op grond waarvan Direct Capital een bemiddelende functie zou vervullen in de zoektocht naar een huurder voor de woning. Direct Capital stelt dat zij in het kader van die overeenkomst diverse werkzaamheden heeft verricht en dat [gedaagde] – nu hij in strijd met de overeenkomst zelf een huurder heeft gevonden – op basis van de overeenkomst courtage verschuldigd is aan Direct Capital.

4.Het verweer

4.1.
[gedaagde] betwist de vordering. Hij voert – samengevat – aan dat de woning reeds tijdens de gesprekken met Direct Capital verhuurd was en – zo begrijpt de kantonrechter – dat [gedaagde] zelf al vóór de gesprekken met Direct Capital een nieuwe huurder had gevonden. Nu Direct Capital geen werkzaamheden heeft verricht ten behoeve van de totstandkoming van de huurovereenkomst tussen [gedaagde] en deze derde, verdient Direct Capital geen courtage. Toen Direct Capital deze courtage wel in rekening bracht, heeft [gedaagde] alle samenwerking met Direct Capital stopgezet.

5.De beoordeling

5.1.
Vaststaat dat de woning nu is verhuurd en dat [gedaagde] zelf een huurovereenkomst met een derde heeft gesloten. Op grond van de overeenkomst is het [gedaagde] echter verboden om buiten Direct Capital om een huurovereenkomst tot stand te brengen. Gebeurt dit wel, dan is [gedaagde] op grond van de overeenkomst courtage verschuldigd.
5.2.
[gedaagde] voert aan dat het niet in redelijkheid van hem gevergd kan worden dat hij courtage moet betalen nu hij zelf een huurder heeft gevonden voor de woning. [gedaagde] gaat er hierbij aan voorbij dat hij dit zelf met Direct Capital zo is overeengekomen. Het betoog van [gedaagde] dat de woning bij het aangaan van de overeenkomst al aan deze huurder was verhuurd en dat hij dit bij het aangaan van de overeenkomst aan Direct Capital heeft meegedeeld, vindt geen steun in de e-mailberichten die [gedaagde] aan Direct Capital heeft gestuurd. Het betoog is daarmee onvoldoende onderbouwd. In het e-mailbericht van 17 juli 2018 schrijft [gedaagde] immers dat hij de woning vanaf 9 oktober wil verhuren. Op 8 augustus 2018 schrijft [gedaagde] dat het appartement nu t/m maart 2019 is verhuurd en op 9 augustus 2018 dat “
deze aanvraag” er al lag. Op grond van deze e-mailberichten van [gedaagde] houdt de kantonrechter het ervoor dat na het tot stand komen van de overeenkomst door [gedaagde] een huurovereenkomst is gesloten. Dat deze huurovereenkomst het gevolg is van een aanvraag die ten tijde van het aangaan van de overeenkomst al bekend was, is niet van belang. [gedaagde] heeft niet aangevoerd dat partijen bij het aangaan van de overeenkomst hebben afgesproken dat deze aanvraag nog door [gedaagde] buiten de bepalingen van de overeenkomst om mocht worden afgewikkeld. Dit betekent dat het exclusiviteitsbeding dat partijen zijn overeengekomen ook van toepassing is op de door [gedaagde] na het aangaan van de overeenkomst gesloten huurovereenkomst.
5.3.
[gedaagde] heeft ook betoogd dat hij de overeenkomst bij e-mailbericht van 9 augustus 2018 heeft opgezegd. Dat betoog treft geen doel. Uit de e-mailbericht van [gedaagde] volgt immers dat de desbetreffende huurovereenkomst al voor de opzegging is gesloten.
5.4.
Voor zover [gedaagde] zich heeft willen verweren met de stelling dat Direct Capital geen werkzaamheden heeft verricht voor het vinden van een potentiele huurder, volgt de kantonrechter hem niet. Op basis van de overeenkomst is het [gedaagde] verboden om buiten de makelaar om een overeenkomst tot stand te brengen met betrekking tot de verhuur van de woning. Of Direct Capital tijdens het aangaan van die huurovereenkomst al werkzaamheden had verricht doet aan dit verbod niets af. Bovendien heeft Direct Capital met de schermafdrukken van de advertenties op Pararius (productie 9 conclusie van repliek) aangetoond dat zij in ieder geval in de periode van 31 juli 2018 tot 2 oktober 2018 wel degelijk werkzaamheden heeft verricht ter uitvoering van de overeenkomst. Dat er, zoals door [gedaagde] gesteld, uiteindelijk geen nieuwe foto’s door Direct Capital zijn gemaakt en dat (kennelijk) reeds bestaande foto’s zijn gebruikt voor de advertenties, betekent niet dat Direct Capital geen andere werkzaamheden heeft verricht. Dat door Direct Capital andere werkzaamheden zijn verricht blijkt naast de schermafdrukken ook uit de e-mail van 8 augustus 2018, waarin Direct Capital aan [gedaagde] heeft laten weten dat zij potentiele huurders had gevonden.
5.5.
Aangezien [gedaagde] geen andere feiten en omstandigheden heeft aangevoerd voor zijn stelling dat het niet redelijk is dat hij de courtage moet betalen en de hoogte van de verschuldigde courtage niet heeft betwist zal de hoofdvordering worden toegewezen.
5.6.
De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zullen worden afgewezen. Aangezien niet weersproken is dat de brief als bedoeld in artikel 6:96 lid 6 BW niet naar het woonadres van [gedaagde] is verstuurd. Daarom kan niet worden vastgesteld dat een aanmaning conform de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW heeft plaatsgevonden.
5.7.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde], omdat hij ongelijk krijgt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Direct Capital van € 1.974,72 te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 28 oktober 2019 tot aan de dag van de gehele betaling;
6.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Direct Capital tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 86,62;
griffierecht € 486,00;
salaris gemachtigde € 360,00;
6.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
Dit vonnis is gewezen door mr. W.S.J. Thijs en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter