ECLI:NL:RBNHO:2020:7870
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Waardering onroerende zaak en invloed invalidenparkeerplaats op WOZ-waarde
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 11 augustus 2020 uitspraak gedaan in een geschil over de waardering van een onroerende zaak, specifiek een vrijstaande woning, voor de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). Eiser, de eigenaar van de woning, had bezwaar gemaakt tegen de door de heffingsambtenaar van de gemeente Zaanstad vastgestelde WOZ-waarde van € 379.000 voor het kalenderjaar 2019. Eiser stelde dat de waarde van de woning verlaagd moest worden met € 20.000 of € 17.000, omdat de aanleg van een invalidenparkeerplaats door de gemeente binnen vijf meter van zijn woning de toegankelijkheid van zijn garage negatief beïnvloedde. De rechtbank heeft de argumenten van eiser en verweerder, die de waarde handhaafde op € 379.000, zorgvuldig afgewogen.
Tijdens de zitting op 27 juli 2020 heeft eiser zijn standpunt toegelicht en bewijsstukken overgelegd, waaronder een waardeverklaring van een makelaar. De rechtbank oordeelde dat de aanwezigheid van de invalidenparkeerplaats inderdaad een waardedrukkende invloed heeft op de woning, en dat de garage niet op gebruikelijke wijze toegankelijk is. De rechtbank vond de door verweerder overgelegde vergelijkingsobjecten, met uitzondering van één object, voldoende vergelijkbaar om de waarde te onderbouwen. Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat de waarde van de woning op de waardepeildatum 1 januari 2018 vastgesteld moest worden op € 374.000, rekening houdend met de waardedrukkende invloed van de invalidenparkeerplaats.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiser gegrond, vernietigde de uitspraak op bezwaar en stelde de waarde van de woning vast op € 374.000. Tevens werd de aanslag onroerende-zaakbelastingen (ozb) verlaagd naar deze nieuwe waarde. De rechtbank droeg de gemeente op het betaalde griffierecht van € 47 aan eiser te vergoeden. Deze uitspraak is gedaan door rechter F. Kleefmann, in aanwezigheid van griffier S.A. Carter, en is niet openbaar uitgesproken vanwege coronamaatregelen.