Regeling voertuigen
1. De in paragraaf 2 vermelde wijzigingen in de constructie van gekentekende voertuigen, moeten, voor zover niet anders is bepaald, zijn goedgekeurd voor toelating van het gewijzigde voertuig tot het verkeer op de weg, waarbij moet worden voldaan aan de in paragraaf 2 ter zake van de betrokken wijziging vermelde eisen.
Artikel 6.3, eerste lid, onderdeel m
1. Bij wijziging in de constructie van een voertuig waardoor de onderstaande voertuiggegevens wijzigen en na deze wijziging niet meer overeenstemmen met het kentekenregister, moet het voertuig voldoen aan de in bijlage IV voor het betrokken voertuig opgenomen eisen, voor zover die eisen verband houden met de aangebrachte wijziging:
m. de technisch toegestane te trekken aanhangwagenmassa’s van voertuigen, met uitzondering van motorfietsen, driewielige motorrijtuigen en bromfietsen;
Verordening (EU) nr. 1230/2012 van de Commissie van 12 december 2012 tot uitvoering van Verordening (EU) nr. 661/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat typegoedkeuringsvoorschriften voor massa’s en afmetingen van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan betreft en tot wijziging van Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad
1. Voertuigtype: een verzameling voertuigen zoals gedefinieerd in bijlage II, deel B, bij de Richtlijn 12007/46/EG.
1. De fabrikant bepaalt voor elke uitvoering van een voertuigtype en ongeacht de staat van voltooiing van het voertuig de volgende massa’s:
a. a) de technisch toelaatbare maximummassa in beladen toestand;
b) de technisch toelaatbare maximummassa in beladen toestand van de combinatie;
c) de technisch toelaatbare getrokken maximummassa;
d) de technisch toelaatbare maximummassa op de assen of de technisch toelaatbare maximummassa op een groep assen;
e) de technisch toelaatbare maximummassa’s op het (de) koppelpunt(en), waarbij rekening wordt gehouden met de technische kenmerken van de koppelingen die op het voertuig zijn of kunnen worden gemonteerd, naargelang het geval.
1. Voor de registratie en het in het verkeer brengen van voertuigen waarvoor krachtens deze verordening typegoedkeuring is verleend, bepalen de nationale autoriteiten voor elke variant en uitvoering van het voertuigtype alle hierna genoemde massa’s die krachtens Richtlijn 96/53/EG zijn toegestaan voor nationaal of internationaal verkeer:
de maximaal toelaatbare massa in beladen toestand bij registratie/in het verkeer brengen;
de maximaal toelaatbare massa op de as(sen) bij registratie/in het verkeer brengen;
de maximaal toelaatbare massa op de groep assen bij registratie/in het verkeer brengen;
e maximaal toelaatbare getrokken massa bij registratie/in het verkeer brengen;
de maximaal toelaatbare massa in beladen toestand van de combinatie bij registratie/in het verkeer brengen.
De nationale autoriteiten stellen de procedure vast voor de bepaling van de in de eerste alinea bedoelde maximaal toelaatbare massa’s bij registratie/in het verkeer brengen. Zij wijzen de bevoegde autoriteit aan die belast is met de bepaling van deze massa’s en specificeren welke gegevens aan die bevoegde autoriteit moeten worden verstrekt.
2. De overeenkomstig de in lid 1 bedoelde procedure bepaalde maximaal toelaatbare massa’s bij registratie/in het verkeer brengen mogen niet groter zijn dan de in artikel 3, lid 1, bedoelde maximummassa’s.
Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 september 2007 tot vaststelling van een kader voor de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en van systemen, onderdelen, en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd (Kaderrichtlijn)
Artikel 3, onderdeel 27,
Voor de toepassing van deze richtlijn en de in bijlage IV genoemde regelgevingen, tenzij daarin anders is bepaald, wordt verstaan onder:
27. „ fabrikant”: persoon of instantie die tegenover de goedkeuringsinstantie verantwoordelijk is voor alle aspecten van de typegoedkeurings- en vergunningsprocedure en die instaat voor de overeenstemming van de productie. Het is niet noodzakelijk dat deze persoon of instantie rechtstreeks betrokken is bij alle fasen van de bouw van het voertuig, het systeem, het onderdeel of de technische eenheid dat/die aan de goedkeuringsprocedure wordt onderworpen;
4. Een aanvraag om individuele goedkeuring wordt ingediend door de fabrikant of de eigenaar van het voertuig of door een persoon die namens hen optreedt, op voorwaarde dat deze persoon in de Gemeenschap is gevestigd.
Bijlage II, deel B, onder 1.
1. Met betrekking tot categorie M1
Een ‘type’ bestaat uit voertuigen die ten minste op de volgende essentiële punten niet van elkaar verschillen:
- Motor (verbranding/elektrisch/hybride)
[…]