ECLI:NL:RBNHO:2020:7797

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
6 oktober 2020
Publicatiedatum
5 oktober 2020
Zaaknummer
15/870919-17
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oordeel over opruiing en deelname aan terroristische organisatie in verband met ISIS

De Rechtbank Noord-Holland heeft op 6 oktober 2020 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van opruiing en deelname aan een terroristische organisatie, namelijk ISIS. De zaak kwam aan het licht na een foto die de verdachte op sociale media had geplaatst, waarin hij een oproep deed die gelinkt was aan ISIS. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte de foto had gemaakt en de teksten had geschreven, maar oordeelde dat hij niet opzettelijk opruiing had gepleegd. De rechtbank concludeerde dat de afbeelding zelf niet opruiend was, ondanks de context van de aanstaande publicatie van een audioboodschap van ISIS die wel opruiend was. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de tenlastegelegde feiten, omdat er onvoldoende bewijs was dat hij deel uitmaakte van een criminele organisatie of dat hij opzettelijk opruiing had gepleegd. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet actief lid was van ISIS en dat zijn handelingen niet voldeden aan de vereisten voor deelname aan een terroristische organisatie. De rechtbank gelastte de teruggave van in beslag genomen voorwerpen aan de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Haarlem
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/870919-17 (P)
Uitspraakdatum: 6 oktober 2020
Tegenspraak
Vonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 22 september 2020 in de zaak tegen:
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] (Syrië),
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [adres] en aldaar feitelijk verblijvende.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. M.A. Oudendijk en van hetgeen verdachte en zijn raadsvrouw, mr. F.T.C. Dölle, advocaat te Amsterdam, naar voren hebben gebracht.

1.Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
Feit 1
Hij op of omstreeks 21 mei 2016 te Hoofddorp, althans in Nederland en/of West-Europa en/of Syrië en/of Irak
tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen,
een geschrift(en) en/of afbeelding(en) waarin tot enig strafbaar feit of tot gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag wordt opgeruid, terwijl datgeen waartoe wordt opgeruid (een) terroristische misdrij(f)(ven) dan wel (een) misdrij(f)(ven) ter voorbereiding of vergemakkelijking van een terroristisch misdrijf inhoudt,
heeft verspreid, openlijk tentoongesteld en/of aangeslagen en/of om te verspreiden en/of openlijk tentoon te stellen of aan te slaan, in voorraad heeft gehad, terwijl hij wist of ernstige reden had om te vermoeden dat in het geschrift en/of afbeelding en/of (audio)bestand zodanige opruiing voorkomt,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s)
op een of meerdere (algemeen toegankelijke) website(s) (Twitter en/of de openbare kanalen van de chatsite Telegram) een afbeelding (met tekst) geplaatst en/of gedeeld, te weten een oproep van ISIS, (zijnde) een foto van een kladblok/papier met daarop geschreven de hashtag '# Alfurqan' en daaraan toegevoegd de (handgeschreven) tekst: 'Ansar a-Khilafah fi Holanda' (Helpers/aanhangers van het Kalifaat in Holland) 'Nederland, Amsterdam', waarbij (op voormelde foto) tevens een deel van het landschap in beeld is gebracht (wat later is gelokaliseerd als Hoofddorp, [straatnaam] ), welke oproep rechtstreeks is gelieerd aan de gewelddadige Jihadstrijd en/of
martelaars in de gewapende Jihadstrijd en/of verzet tegen het Westen door ISIS en/of andere terroristische groeperingen in het kader van de geweldadige Jihadstrijd.
Feit 2
Hij in of omstreeks de periode van van 11 mei 2015 tot en met 10 juli 2017 te Hoofddorp, althans in Nederland en/of Syrië en/of Irak
tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen,
heeft deelgenomen aan een organisatie die tot oogmerk had het plegen van terroristische misdrijven, te weten: Islamic State (ISIS), althans aan ISIS en/of Al Qaida gelieerde organisaties, althans een organisatie die de gewapende jihadstrijd voorstaat, als bedoeld in artikel 83 van het Wetboek van Strafrecht, te weten (onder meer):
- het opzettelijk brand stichten en/of een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel en/of levensgevaar voor een ander te duchten is en/of dit feit iemands dood tengevolge heeft (te) begaan met een terroristisch oogmerk en/of
- moord en/of doodslag (te) begaan met een terroristisch oogmerk,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) tezamen en in vereniging met elkaar, althans alleen, (telkens) ten behoeve van de gewapende Jihadstrijd, in welke strijd brandstichtingen, het teweegbrengen van ontploffingen, moorden en doodslagen worden gepleegd met een terroristisch oogmerk,
- gehoor gegeven aan een oproep van ISIS om een hashtag (# Alfurqan) op papier te zetten en daaraan toe te voegen de (Arabische) woorden 'Ansar a-Khilafah fi Holandi' (helpers van het Kalifaat in Nederland) en hiervan een foto te maken vanuit zijn huidige locatie (Hoofddorp, [straatnaam] ) en voormelde foto op het (openbare) internet te plaatsen;
- zich het radicaal extremistisch gedachtegoed van de gewapende Jihadstrijd met een terroristisch oogmerk gevoerd door de (terroristische) organisatie ISIS, althans (een) aan ISIS gelieerde organisatie(s) eigen gemaakt en/of uitgedragen door via chatberichten (Facebook Messenger, WhatsApp en IMessage):
- een foto te plaatsen/posten van de man die op 19 december 2016 de Russische ambassadeur in Turkije heeft neergeschoten en daarbij de tekst en/of commentaar toe te voegen: Allahu Akbar (God is groot) en God zij dank. De leeuw van de Islam in Turkije heeft de Russen geraakt met de dood. Moge God je belonen. Je hebt geslagen en pijn gedaan. Je hebt de grond geschud toen je zei: Wij zijn diegenen die Mohammed hebben beloofd om Jihad te voeren tot onze dood. Moge God je aanvaarden en/of
- de rouw (het gejank) na de aanslag in Nice misselijkmakend te noemen, vooral (de afkeuring van de aanslag) door Shaiks en predikers en/of
- citaten op zijn facebook tijdlijn te plaatsen waarin de martelarendood wordt verheerlijkt en/of
- op kritische opmerkingen over ISIS de tekst en/of commentaar toe te voegen:
Ik heb het over ISIS die vecht tegen de hele wereld;
Ik heb het over ISIS die de glorie en de waarde/kracht van dit geloof heeft teruggehaald;
Ik heb het over ISIS die van alle ongelovige volkeren heeft gewonnen;
Ik heb het over ISIS die alleen maar Gods tevredenheid wil
- de leden/deelnemers aan ISIS 'broeders en/of vrienden' te noemen en/of een persoon ( [naam] ) 'veel kijkplezier' te wensen na het verzenden van een link met IS propaganda en/of
- een preek/toespraak van iman Sheik Mujahid Abu al-Hasan Muhajir (de officiële woordvoerder van ISIS) waarin strijders van ISIS worden opgeroepen standvastig te zijn, waarin wordt opgeroepen om tijdens de Ramadan Jihad tegen de ongelovigen te voeren in West-Europa, Amerika, Australië, Rusland en waarin wordt opgeroepen dat de helpers/sympathisanten van ISIS de strijders moeten helpen, 'bewonderingswaardig en een geruststelling' te noemen en/of
- een persoon ( [naam 2] ) op te roepen om in Syrië als martelaar te sterven dan wel de Jihad te gaan voeren en/of
- De tekst 'Godzijdank' toe te voegen op het bericht dat de dader van de aanslag op de Kerstmarkt in Berlijn voortvluchtig is en/of (naar aanleiding van terroristische aanslagen) de tekst toe te voegen er wel verliezen waren voor de moslims, maar dat het slechter was voor de ongelovigen;
- het voorhanden hebben van diverse films en/of geluidsfragmenten, waarin de gewelddadige Jihadstrijd en/of het martelaarschap en/of overleden Jihadstrijders en/of de terroristische organisatie IS of ISIS wordt verheerlijkt en/of gepropagandeerd en/of waarin wordt opgeroepen tot deelname en/of ondersteuning aan/van die gewelddadige Jihadstrijd tegen ongelovigen, inhoudende beelden en/of beeldmateriaal over:
- IS-strijders en/of oorlogshandelingen;
- Zelfmoordaanslagen, waarbij de aanslagpleger eerst zichzelf voorstelt, daarna weggaat, gevolgd door grote ontploffingen;
- Plegers van aanslagen, waaronder de dader van de moord op een Franse priester in Normandië;
- Verschillende vormen van (openbare) executies, onder andere uitgevoerd door - en in bijzijn van - kinderen;
- Onthoofdingen (al dan niet in het bijzijn van kinderen) en zweepslagen;
- Naar IS overlopen Syrische strijders;
- Door IS behaalde (oorlogs)successen en oorlogsbuit;
- Gevangenen door IS die hun naam noemen en wat ze gedaan hebben;
- Gevechtstrainingen door IS;
- Burgerslachtoffers na bombardementen door "De kruisvaarders";
- Het optreden van Al-Hisbah (de politie van IS) over wat wel en niet is toegestaan.
- het voorhanden hebben van gegevensdragers met daarop teksten en/of beeldmateriaal, waarin de gewelddadige Jihadstrijd en/of het martelaarschap en/of overleden Jihadstrijders en/of de terroristische organisatie IS of ISIS wordt verheerlijkt en/of gepropagandeerd en/of waarin wordt opgeroepen tot deelname en/of ondersteuning aan/van die gewelddadige Jihadstrijd tegen ongelovigen, waaronder (onder meer):
- een document [naam document 1] ;
- Een document over het vermoorden van ongelovigen;
- Een document over Hizb Al-Tharir;
- Afbeeldingen van de vlag van IS en/of ISIS in allerlei variaties;
- Afbeeldingen van IS strijders en (mogelijke) IS leiders;
- Een afbeelding van twee omgekomen strijders met de lekst (vertaald): " [naam man 1] (met vlag) [naam man 2] (met geweer): Denk niet dat de degene die zijn
omgekomen voor Allah dood zijn, zij leven nog bij Allah. Zij worden voorzien in hun onderhoud. Konvooi van martelaren. Islamitische Staat".
- Een afbeelding met de titel "de geschieden is van ISIS" en teksten over de vijf stadia van ontwikkeling/uitbreiding van ISIS
- Afbeeldingen van onder andere Osama Bin Laden, oprichter en voormalig leider van Al Qaida en Abu Musab al-Zarqawi, voormalig lid van Al-Qaida, oprichter ISIS.
- Een afbeelding van zeven personen, waaronder Abu Bakr al-Baghdadi,
Abu Musab al-Zarqawi met de Engelse tekst: "You can kil a man You can't
kill an idea".
-het (actief) overdragen en/of verspreiden van diverse films en/of geluidsfragmenten en/of
internetlinks waarmee films en/of video's zijn te downloaden dan wel via Youtube zijn te vinden, waarin de gewelddadige Jihadstrijd en/of het martelaarschap en/of overleden Jihadstrijders en/of de terroristische organisatie IS of ISIS wordt verheerlijkt en/of gepropagandeerd en/of waarin wordt opgeroepen tot deelname en/of ondersteuning aan/van die gewelddadige Jihadstrijd tegen ongelovigen, te weten:
- [titel videofilm 1] ;
- [titel videofilm 2] ;
- [titel videofilm 3] ;
- [titel videofilm 4] ;
- [titel videofilm 5] ;
- [titel videofilm 6] ;
- [titel audiobestand 1]
- [naam internetlink]
- Diverse internetlinks, te weten:
[namen internetlinks]

2.Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3.InleidingIslamitische Staat (IS), ook wel Islamitische Staat in Irak en al-Sham (IS(IS)) en Islamitische Staat in Irak en de Levant (ISIL) genoemd, wordt internationaal aangemerkt als een (verboden) terroristische organisatie. De rechtbank zal in het verdere vonnis telkens spreken van ISIS.

Op 21 mei 2016 deed ISIS een oproep op social media om “Alfurqan” trending topic te maken op Twitter, in de aanloop naar de publicatie van een audio boodschap van (destijds) één van de leiders van ISIS. Alfurqan is een online nieuws- dan wel propagandakanaal van ISIS. In verschillende Europese landen werd voldaan aan de oproep. Eén van de foto's die op het internet verscheen, middels Twitter en Telegram, met onder meer de hashtag #Alfurqan, was kennelijk afkomstig uit Nederland. Eén van de Arabische teksten zichtbaar op deze foto luidde: "Ansar AI-Khelafa Fi Holanda", wat vertaald kan worden als "Aanhangers van het Kalifaat in Nederland".
Naast de genoemde hashtag #Alfurqan werd op de foto ook een hashtag vermeld met de titel van de aangekondigde audio boodschap van ISIS, die later die dag op internet zou verschijnen. In deze toespraak wordt opgeroepen tot het plegen van aanslagen in het westen tijdens de ramadan. Op de foto waren tevens de woorden "NEDERLAND" en "AMSTERDAM" geschreven. De bebouwing en het straatbeeld zichtbaar op de foto gaven aanleiding om aan te nemen dat dit een Nederlandse locatie betrof.
Via Bellingcat werd achterhaald dat de foto is gemaakt vanuit een flat in Hoofddorp, aan de [straatnaam] (straat). De politie heeft vervolgens de locatie waar de foto is gemaakt herleid tot het adres van verdachte. Ter terechtzitting van 22 september 2020 heeft verdachte erkend de foto te hebben gemaakt en de bijgaande teksten te hebben geschreven.
Bij een huiszoeking in de woning van verdachte worden diverse gegevensdragers in beslag genomen, waarop grote hoeveelheden beeld- en audiomateriaal worden aangetroffen met daarop propagandamateriaal van ISIS.
Het is aan de rechtbank om te beoordelen of verdachte zich, door de hiervoor omschreven foto te maken die geplaatst is op Twitter en Telegram, schuldig heeft gemaakt aan opruiing in de zin van artikel 132 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) en of op basis van de stukken van het dossier vast is komen te staan dat verdachte deel heeft genomen aan een criminele, terroristische organisatie als bedoeld in artikel 140a Sr.

3.Standpunten van partijen

3.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten. De officier van justitie heeft daartoe - samengevat weergegeven - het volgende aangevoerd.
Ten aanzien van feit 1
Verdachte heeft de foto zoals omschreven in de tenlastelegging gemaakt en via het internet verspreid. De eerst ter terechtzitting afgelegde verklaring van verdachte dat hij de foto niet verspreid zou hebben op het internet, maar aan een Libanese vriend op diens verzoek zou hebben toegestuurd, is te laat gegeven en (mede daardoor) volstrekt ongeloofwaardig. De foto heeft betrekking op een vooraankondiging van een audioboodschap van één van de leiders van ISIS, Al-Adnani, in welke boodschap vervolgens wordt opgeroepen om aanslagen te plegen. Dat die boodschap een dergelijke inhoud zou hebben, moet verdachte hebben geweten. Alfurqan is immers het propagandakanaal van ISIS en de gewelddadige ideeën van ISIS zijn alom bekend, evenals de mediastrategie van ISIS.
Verdachte heeft aldus een oproep gedaan die betrekking heeft op een aangekondigde speech die direct dan wel indirect oproept tot het plegen van terroristische misdrijven.
Ten aanzien van feit 2
Verdachte heeft een actieve rol gespeeld in de mediastrategie van ISIS om de oproep van Al-Adnani van 21 mei 2016 wereldwijd te verspreiden. Daarnaast heeft verdachte gedurende langere tijd ISIS-propaganda verzameld en ook deels verspreid, heeft hij chatgesprekken gevoerd waarin hij laat weten de gewelddadige strijd van ISIS te steunen en heeft hij in een chatgesprek opgeroepen Jihad te gaan voeren en als martelaar te sterven. Daardoor heeft verdachte een aandeel gehad in de mediastrategie van ISIS en daarmee in de verwezenlijking van het terroristische oogmerk van ISIS. Een dergelijke bijdrage leveren aan de propaganda van ISIS impliceert deelname aan ISIS. Verdachte is aldus schuldig aan deelname aan een terroristische organisatie in de zin van artikel 140a Sr, aldus de officier van justitie.
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twee jaren.
3.2.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van beide tenlastegelegde feiten. Daartoe heeft de verdediging - samengevat weergegeven - het volgende aangevoerd.
Ten aanzien van feit 1
Verdachte heeft de tekst geschreven en vervolgens de foto gemaakt op verzoek van een vroegere studievriend. Deze foto heeft verdachte aan zijn vriend gestuurd, niet wetende wat ermee zou gaan gebeuren. Verdachte wist niet en had geen reden om te vermoeden dat de tekst die hij had opgeschreven en gefotografeerd – welke tekst op verschillende manieren kan worden uitgelegd – opruiend zou zijn.
Wanneer zou worden geoordeeld dat verdachte dat vermoeden wel had moeten hebben, geldt dat hij niet het opzet had om ruchtbaarheid aan de foto te geven, aangezien verdachte de foto slechts naar één persoon, namelijk zijn studievriend, heeft verstuurd. Niet kan worden bewezen dat het verdachte is geweest die de foto ‘op één of meerdere websites’ heeft geplaatst.
Ten aanzien van feit 2
De verdediging stelt zich op het standpunt dat hooguit is komen vast te staan dat verdachte in een bepaalde periode interesse had in, dan wel sympathie had voor, ISIS. Deze belangstelling van verdachte voor ISIS is verklaarbaar gelet op zijn achtergrond als jongvolwassen, Syrische vluchteling. Voor zover het gaat om het gesprek met een kennis genaamd [naam kennis] , waarin verdachte [naam kennis] lijkt op te roepen in Syrië als martelaar te sterven, blijkt uit de context van het gehele gesprek dat het geen serieus gesprek is. Aan het voor deelname aan een (terroristische) criminele organisatie noodzakelijke lidmaatschapvereiste en het gedragsvereiste is niet voldaan. Niet is gebleken dat verdachte lid is geweest van ISIS en de handelingen die verdachte in de tenlastelegging worden verweten leveren geen bijdrage aan ISIS als terroristische organisatie op. Verdachte moet daarom worden vrijgesproken van het tenlastegelegde deelnemen aan een criminele organisatie met terroristisch oogmerk, aldus de verdediging.

4.Vrijspraak

Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen wat verdachte onder feit 1 en feit 2 ten laste is gelegd, zodat hij daarvan moet worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Ten aanzien van feit 1
Verdachte wordt blijkens de tenlastelegging verweten dat hij zich, al dan niet in vereniging, schuldig heeft gemaakt aan opruiing door een foto op internet te plaatsen zoals omschreven in de inleiding. Gelet op de verklaring van verdachte ter terechtzitting van 22 september 2020, staat niet ter discussie dat verdachte degene is die de foto vanaf het balkon van zijn woning heeft gemaakt en dat hij degene is geweest die de teksten op het briefje dat op die foto te zien is, heeft geschreven.
Verdachte heeft hierover voorts verklaard dat hij de foto heeft gemaakt op verzoek van een studievriend, dat hij niet begreep waar de teksten die hij had opgeschreven precies op zagen, dat hij niet wist wat de achterliggende bedoeling was, daarover ook geen vragen heeft gesteld en dat hij de foto alleen naar die studievriend heeft gestuurd. De rechtbank acht deze verklaring niet geloofwaardig, reeds omdat verdachte pas bij de behandeling van zijn zaak ter terechtzitting, geruime tijd na de tenlastegelegde feiten en na meerdere verhoren, met deze verklaring is gekomen.
Voor zover verdachte als verklaring voor zijn lange stilzwijgen heeft aangevoerd dat hij zich op advies van zijn raadsvrouw steeds op zijn zwijgrecht heeft beroepen, overweegt de rechtbank dat het verhaal van verdachte ook overigens ongeloofwaardig is. Niet valt in te zien dat verdachte geen enkele vraag stelde over het beweerdelijke verzoek van zijn vriend van wie hij ter zitting enkel de voornaam kan noemen. Ook valt niet in te zien dat verdachte, die de Arabische taal machtig is, de inhoud van de door hem geschreven teksten niet begreep. Dat verdachte in dit kader niet zou weten waar de als ‘aanhang van het kalifaat in Nederland’ of ‘aanhangers van het kalifat in Nederland’ vertaalde tekst op zou slaan is, mede gelet op zijn uit het dossier blijkende interesse in (propaganda van) ISIS, niet geloofwaardig.
Daarbij is ook van belang dat het een feit van algemene bekendheid is dat het vermelden van hashtags duidt op het gebruik van Twitter, bij welk medium hashtags worden gebruikt om een bepaald onderwerp aan te halen of een onderwerp ‘trending’ te maken.
De rechtbank gaat aldus voorbij aan de verklaring van verdachte en houdt het ervoor dat verdachte degene is geweest die de foto op Twitter en/of Telegram heeft geplaatst.
Tegelijkertijd is het eveneens een feit van algemene bekendheid dat ISIS social media gebruikt om propaganda te verspreiden en aanhangers te mobiliseren, waarbij de inhoud van deze berichten een gewelddadig karakter heeft of oproept tot geweld. Er was geen enkele aanleiding - mede gelet op de titel van de aangekondigde publicatie - om aan te nemen dat de aangekondigde nieuwe publicatie een andere dan gewelddadige inhoud zou hebben. Verdachte had dus redelijkerwijs moeten weten dat de toespraak, waar verdachte ruchtbaarheid voor genereerde door het verspreiden van de afbeelding met de genoemde hashtags, opruiend zou zijn. Dat geldt temeer, nu buiten kijf staat dat verdachte zich met bovengemiddelde interesse verdiepte in de ideologie en de werkwijze van ISIS.
De rechtbank stelt daarmee vast dat verdachte zich ervan bewust was dat hij met het plaatsen van de foto een nog uit te brengen boodschap van ISIS met een gewelddadige strekking onder de aandacht bracht.
De vraag is dan of verdachte zich, door aldus te handelen, schuldig heeft gemaakt aan opruiing. Strafbare opruiing is het aanzetten tot enig strafbaar feit of gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag. Tussen de opruiing en het strafbare feit waartoe wordt opgeruid dient een rechtstreeks verband te bestaan, terwijl de opruiing op directe of indirecte wijze kan plaatsvinden.
De rechtbank is van oordeel dat wat verdachte feitelijk heeft gedaan niet valt onder opruiing als bedoeld in artikel 132 Sr. Met het verspreiden van de afbeelding is door verdachte gehoor gegeven aan de oproep van ISIS om #Alfurqan ‘trending’ te maken. Dit is een bekende strategie van ISIS om aandacht te genereren voor een aanstaande publicatie en daar heeft verdachte aan meegewerkt. Daarnaast kan ook worden gesteld dat een wervende werking uitgaat van dergelijke berichten waarbij steun wordt betuigd vanuit de plek waar de ISIS-aanhangers op dat moment zijn door middel van een hashtag van het betreffende land. Met het toevoegen van een foto van de plek waar zij zich bevinden, tonen de aanhangers aan dat zij daadwerkelijk daar wonen of verblijven. Het doel wat ISIS daarmee beoogt is, zoals algemeen bekend, het aan de Westerse wereld tonen dat ISIS overal is om daarmee maatschappelijke onrust te veroorzaken en angst in te boezemen. Door aan deze strategie zijn medewerking te verlenen, heeft verdachte uitermate verwerpelijk gehandeld. Echter, de door verdachte verspreide afbeelding met teksten en hashtags zélf roept feitelijk niet op tot het plegen van enig strafbaar feit. Dat het aandacht geneert voor een nog te publiceren audiobericht van ISIS waarvan wel kan worden gezegd het oproept tot het plegen van strafbare feiten en daarmee opruiend is en verdachte zich daar op voorhand bewust van was, maakt nog niet dat verdachte door de daaraan voorafgaande afbeelding te verspreiden heeft opgeruid.
De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van het onder 1 tenlastegelegde feit.
Ten aanzien van feit 2
Van een criminele terroristische organisatie is sprake, zo stelt de rechtbank voorop, als deze organisatie beoogt misdrijven met een terroristisch oogmerk te plegen. Dat zijn misdrijven gericht op het aanjagen van vrees van de bevolking dan wel een overheid wederrechtelijk te dwingen iets te doen, niet te doen of te dulden, dan wel fundamentele politieke, constitutionele, economische of sociale structuren van een land of organisatie ernstig te ontwrichten of te vernietigen.
ISIS wordt internationaal aangemerkt als een (verboden) terroristische organisatie. Deelname aan ISIS, levert dan ook deelname aan een terroristische organisatie als bedoeld in artikel 140a Sr op.
Het moet voor verdachte ten tijde van de tenlastegelegde feiten duidelijk zijn geweest dat ISIS het oogmerk heeft (terroristische) misdrijven te plegen, gelet op de berichtgeving in de media en de – zoals eerder overwogen – bovengemiddelde interesse van verdachte in nieuws over dan wel propagandamateriaal van ISIS.
De rechtbank overweegt dat uit jurisprudentie volgt dat van deelneming aan een criminele (terroristische) organisatie sprake is indien een betrokkene behoort tot het samenwerkingsverband en een aandeel heeft in, dan wel ondersteuning biedt aan, gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie. Deze vereisten zijn cumulatief. Een verdachte moet bewijsbaar deelnemer zijn én een gedraging hebben verricht ter verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie.
Niet is gebleken dat verdachte de eed van trouw aan ISIS en de leider van ISIS (wijlen Al Baghdadi) heeft afgelegd en zo feitelijk lid is geworden van ISIS. Evenmin is er ander bewijs dat duidt op een (actief) lidmaatschap. Dat verdachte grote hoeveelheden ISIS propaganda in zijn bezit had, deze deelde met anderen en online de daden van ISIS verheerlijkte of vergoelijkte maakt niet dat gesproken kan worden van lidmaatschap. Dat verdachte de door hem gemaakte foto heeft verspreid, maakt het voorgaande niet anders. Verdachte heeft zodoende weliswaar meegewerkt aan de mediastrategie van ISIS, maar van een actieve rol van verdachte is geen sprake, laat staan dat deze bijdrage zodanig is geweest dat daaruit moet volgen dat verdachte lid is geweest van ISIS en een gedraging heeft verricht ter verwezenlijking van het oogmerk van ISIS.
De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van het onder 2 tenlastegelegde feit.

5. Overige beslissingen omtrent in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen

De rechtbank is van oordeel dat de onder verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
  • een laptop;
  • een schrift;
  • een doos van een Samsung Galaxy;
  • een USB-stick;
  • een datadrager micro SD kaart en
  • een sim-kaart Lycamobile
dienen te worden teruggegeven aan verdachte. De rechtbank overweegt daartoe dat het bezit van het materiaal op genoemde gegevensdragers, hoe verwerpelijk ook, niet in strijd is met enige strafrechtelijke bepaling.

6.Beslissing

De rechtbank:
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder feit 1 en feit 2 is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij.
Gelast de teruggave aan verdachte van:
  • een laptop;
  • een schrift;
  • een doos van een Samsung Galaxy;
  • een USB-stick;
  • een datadrager micro SD kaart en
  • een sim-kaart Lycamobile.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. M.E. Francke, voorzitter,
mr. E.M. ten Bos en mr. M. Ramondt, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. A. Klippel,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 6 oktober 2020.
mr. A. Klippel is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.