Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
en/of waardoor of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;
Rechtbank Noord-Holland
Op 29 september 2020 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 23 december 2018 betrokken was bij een verkeersongeval te Alkmaar. De verdachte, bestuurder van een Hyundai Atos, negeerde een rood verkeerslicht en veroorzaakte een aanrijding met een Peugeot 508, waarbij twee slachtoffers zwaar lichamelijk letsel opliepen. De officier van justitie eiste bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde feit, maar de verdediging stelde dat de verdachte ten tijde van het ongeval in een toestand van verontschuldigbare onmacht verkeerde, veroorzaakt door een 'black-out'. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk was in de vervolging. Na beoordeling van het bewijs kwam de rechtbank tot de conclusie dat niet wettig en overtuigend bewezen was dat de verdachte schuld had aan het ongeval. De rechtbank oordeelde dat de verdachte in een dissociatieve toestand verkeerde, wat hem ongeschikt maakte om naar behoren te functioneren als verkeersdeelnemer. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van het primair ten laste gelegde feit. Het subsidiair ten laste gelegde feit, dat de verdachte gevaar op de weg had veroorzaakt, werd wel bewezen verklaard, maar de rechtbank oordeelde dat er sprake was van afwezigheid van alle schuld, waardoor de verdachte van alle rechtsvervolging werd ontslagen.