ECLI:NL:RBNHO:2020:7625
Rechtbank Noord-Holland
- Bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot betaling na cessie van een niet-bestaande vordering
In deze zaak heeft Creditline B.V. een vordering ingesteld tegen Stichting WerkErvaringBedrijf Alkmaar, h.o.d.n. Ome Piet verhuur, met betrekking tot een factuur die gecedeerd was aan Creditline. De vordering is ingesteld op 13 januari 2020, waarbij Creditline stelt dat Ome Piet verhuur wanprestatie heeft gepleegd door een vordering op mevrouw [XX] te cederen die niet bestond. De kantonrechter heeft de vordering van Creditline afgewezen, omdat uit eerdere uitspraken bleek dat Ome Piet verhuur geen vordering had op mevrouw [XX]. De kantonrechter oordeelde dat de afwijzing van de vordering in de procedure tegen mevrouw [XX] voor rekening van Creditline komt, aangezien het incassorisico na de cessie op haar is overgegaan. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de argumenten van Creditline onvoldoende onderbouwd waren en dat de algemene voorwaarden niet van toepassing waren. De conclusie was dat de vordering van Creditline niet kon slagen, en zij werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten. De uitspraak vond plaats op 30 september 2020.