ECLI:NL:RBNHO:2020:7603

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
22 juli 2020
Publicatiedatum
29 september 2020
Zaaknummer
8046774 \ CV EXPL 19-13848
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Telefonisch gesloten overeenkomst voor telecommunicatiediensten met geschil over facturering en betaling

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 22 juli 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen T-Mobile Netherlands B.V. (rechtsopvolger van Tele2 Nederland B.V.) en een gedaagde partij over een telefonisch gesloten overeenkomst voor vaste telecommunicatiediensten. De eiseres, T-Mobile, vorderde betaling van openstaande bedragen en incassokosten, terwijl de gedaagde partij betwistte dat zij de volledige bedragen verschuldigd was, en stelde dat er een actie was afgesproken waarbij zij de eerste drie maanden een verlaagd tarief van € 15,00 per maand zou betalen.

Het proces begon met een dagvaarding van 28 augustus 2019, waarna de gedaagde partij mondeling en schriftelijk heeft gereageerd. De feiten wezen uit dat de overeenkomst op 7 oktober 2014 was gesloten, maar dat er onduidelijkheid bestond over de facturering en de afgesproken tarieven. De gedaagde had meerdere keren contact opgenomen met T-Mobile over de facturen, waarbij zij aangaf dat de facturen te hoog waren en dat er een tegoed was dat verrekend moest worden.

De kantonrechter oordeelde dat T-Mobile niet voldoende had aangetoond dat de gedaagde partij de volledige bedragen verschuldigd was, en dat er onduidelijkheid was over de berekeningen en de communicatie van T-Mobile. Uiteindelijk werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van € 86,88, te vermeerderen met wettelijke rente, maar de vordering voor het overige werd afgewezen. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten droeg.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 8046774 \ CV EXPL 19-13848
Uitspraakdatum: 22 juli 2020
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid T-Mobile Netherlands B.V., in haar hoedanigheid als rechtsopvolger van Tele2 Nederland B.V.
gevestigd te Den Haag
eiseres
verder te noemen: Tele2
gemachtigde: LAVG BV (Groningen)
tegen
[gedaagde]
wonende te [woonplaats]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]

1.Het procesverloop

1.1.
Tele2 heeft bij dagvaarding van 28 augustus 2019 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft mondeling geantwoord.
1.2.
Tele2 heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna [gedaagde] een schriftelijke reactie heeft gegeven. Bij akte uitlating producties d.d. 29 april 2020 heeft Tele2 gereageerd op de bij dupliek ingediende producties.

2.De feiten

2.1.
Partijen hebben telefonisch een overeenkomst gesloten ter zake vaste telecommunicatiediensten voor de duur van 12 maanden met als ingangsdatum 7 oktober 2014. De overeenkomst is gesloten buiten de verkoopruimte van Tele2.
2.2.
Tele2 heeft [gedaagde] op 1 september 2014 een bevestigingsmail gestuurd ten aanzien van de bestelling. In deze e-mail staat onder andere het volgende:
“Dankjewel voor je bestelling. Hieronder zie je de gegevens die we van je hebben, en een overzicht van je bestelling. Kijk je of alles klopt? […] Dit heb je besteld: […] Alles-in-een voor € 33,00 p/mnd, Eenmalige aansluitkosten voor nieuwe Tele2 klanten € 20,00 […] Klik hier om je bestelling te bevestigen. Want pas dan is je bestelling officieel en kunnen we er ook echt mee aan de slag.”
2.3.
Op 27 oktober 2014 ontving [gedaagde] de eerste factuur [factuur 1] voor een bedrag van in totaal € 57,99.
2.4.
Diezelfde dag heeft [gedaagde] contact opgenomen met Tele2 en te kennen gegeven dat de factuur te hoog is en verzocht Tele2 de abonnementskosten na te kijken en aan te passen. In die e-mail van 27 oktober 2014 heeft [gedaagde] verder vermeld: “
we hebben recht op de aktie.”
2.5.
Tele2 heeft naar aanleiding daarvan telefonisch contact gehad met [gedaagde] . Dit is bevestigd in een e-mail van 31 oktober 2014 waarin [medewerker] namens Tele2 schrijft:
“We hebben elkaar net aan de telefoon gehad. Wat vervelend dat jeonterechteaanmelding. Sorry. Je hebt van ons een bedrag te goed van € 54,00. We verrekenen dit met je eerstvolgende factuur en eventuele openstaande bedragen. Blijft er dan nog een tegoed over, dan verrekenen we dit weer met de volgende factuur, totdat het bedrag op is.”
2.6.
Op 10 november 2014 heeft [gedaagde] aan Tele2 een betaling gedaan van € 54,00, met de omschrijving:
“Maand Oktober Teveel betaald deze maand. Wordt verrekend met aankomende maanden.”
2.7.
Over de periode december 2014 tot en met februari 2015 heeft [gedaagde] de volgende facturen ontvangen:
- 25 december 2014 ( [factuur 2] ) ad € 48,96 incl. btw (bestaande uit: € 33,00 abonnementskosten, € 15,96 gebruikskosten (films & series) vermeerderd met btw)
- 25 januari 2015 ( [factuur 3] ) ad € 52,96 incl. btw (bestaande uit: € 33,00 abonnementskosten, € 19,96 gebruikskosten (films & series) vermeerderd met btw)
- 24 februari 2015 ( [factuur 4] ) ad € 41,52 incl. btw (bestaande uit: € 3,54 abonnementskosten (periode 7 februari 2015 t/m 9 februari 2015), € 4,99 gebruikskosten (films & series), € 33,00 (resttermijn i.v.m. ontbinding contract) en de btw daarover.
2.8.
Bij e-mail van 21 januari 2015 bericht [gedaagde] aan Tele2 het volgende:
“Na aanleiding van ons telefoongesprek van woensdag 21 januari 2015, stuur ik u volgende. Zie onderstaand mail[de e-mail van Tele2 van 31 oktober 2014 is bijgevoegd].
Ik heb recht op 3 maanden € 15 voor mijn abonnement. Ik werd vervolgens opgelicht door uw collega met bedrag van € 33 per mand terwijl dat niet zo afgesproken hebben.Wij zijn tot conclusie gekomen om hier verder stap over te nemen. We voelen zeer opgelicht.Ik vertrouw erop een snel reactie met correct aanpassing.”.
2.9.
Tele2 heeft [gedaagde] in februari 2015 bericht dat de overeenkomst per 10 februari 2015 is ontbonden.
2.10.
Namens Tele2 heeft Bos Incasso, onder meer op 6 en 12 februari 2015, onder verwijzing naar de facturen van 20 december 2014 en 20 januari 2015, [gedaagde] tot betaling van een bedrag van € 130,17 gesommeerd.
2.11.
[gedaagde] heeft, onder meer, bij e-mail van 18 maart 2015 gereageerd op de sommatie. Daarbij heeft zij, onder meer, geschreven:
“In Oktober hebben wij een abonnement afgesloten bij Tele2 i.v.m. een actie. De eerste 3 maanden zouden we € 15 betalen. Ze stuurden eerst een factuur van € 57,99. (…) Na telefonisch contact te hebben gehad met tele2 zouden ze de het betaalde bedrag verrekenen met de toegezegde actie van € 15 (…)”.
2.12.
Bos Incasso heeft hierop gereageerd bij brief van 25 maart 2015 waarin, onder meer, geschreven wordt:
“Cliente is niet bekend met het feit dat u een abonnement voor € 15,00 zou hebben afgesloten. U heeft een Alles-In-Een abonnement van € 33,00 per maand bij cliënte afgesloten.(…).”Bos Incasso heeft daarbij gesommeerd tot betaling van € 172,05.
2.13.
Op 31 december 2015 heeft Bos Incasso opnieuw een sommatie aan [gedaagde] gezonden. In die sommatie schrijft Bos Incasso:
‘Tot op heden hebben wij geen volledige betaling van u ontvangen. Echter is er in totaal een bedrag in mindering gebracht van€ 48,96 op het openstaande saldo. Aangezien de betaling/verrekening na de datum van onze sommatie werd ontvangen of doorgevoerd, bent u onderstaand restantbedrag thans nog verschuldigd:
Ter incasso gegeven bedrag: € 143,45
Rente berekend tot 31-12-2015 € 2,47
Incassokosten € 40,00
---------------
Subtotaal € 185,92
Betaald/verrekend bij cliënte € 48,96
---------------
Saldo € 136,96”

3.De vordering

3.1.
Tele2 vordert dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot betaling van € 112,24 aan openstaande bedragen en € 40,00 aan incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente over voornoemde bedragen tot 16 augustus 2019 ad € 14,85 en te vermeerderen met de nadien verschenen rente en de proceskosten.
3.2.
Tele2 legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat partijen per 7 oktober 2014 een overeenkomst hebben gesloten op grond waarvan [gedaagde] gehouden was de abonnementskosten van € 33,00 per maand te voldoen. Tele2 heeft aan [gedaagde] facturen gezonden die door haar niet betaald zijn. Nadat [gedaagde] contact heeft opgenomen met Tele2 naar aanleiding van de eerste factuur heeft Tele2 uit coulance wegens een storing een creditfactuur aangemaakt ter hoogte van € 54,00. De creditfactuur is verrekend met de openstaande facturen. [gedaagde] liet echter de overige facturen onbetaald.
3.3.
Tele2 stelt dat daarop zij de levering van de diensten aan [gedaagde] per 26 januari 2015 heeft opgeschort en per 10 februari 2015 de overeenkomst heeft ontbonden wegens wanprestatie. Tele2 heeft schade geleden doordat de overeenkomst voor het verstrijken van de looptijd is beëindigd wegens wanprestatie. Aanvankelijk heeft Tele2 het volledige bedrag aan resterende abonnementsgelden ad € 33,00 inclusief BTW gefactureerd. In lijn met de formule die door het LOVCK gehanteerd wordt, de uitspraak van het Hof ’s-Hertogenbosch d.d. 17 februari 2009 en een persbericht van de ACM van 19 oktober 2017 heeft Tele2 een bedrag van € 5,72 aan BTW gecrediteerd en vervolgens 50% van het restant van de factuur over februari 2015, zodat een bedrag van € 22,17 resteert en wordt gevorderd.
3.4.
De totaal gevorderde hoofdsom van € 112,24 bestaat derhalve uit € 48,96 (factuur december 2014), € 52,96 (factuur januari 2015) en € 22,17 (factuur februari 2015), verminderd met het resterende te verrekenen deel van de creditfactuur d.d. 26 november 2014 à € 11,85. Ten aanzien van de incassokosten stelt Tele2 dat [gedaagde] na de datum van verzuim op 19 april 2019 een ‘veertiendagenbrief’ als bedoeld in artikel 6:96 lid 6 BW toegezonden waarbij Tele2 [gedaagde] onder meer heeft gewezen op de gevolgen van het uitblijven van betaling.

4.Het verweer

4.1.
[gedaagde] betwist de vordering. Zij voert aan – samengevat – dat zij een abonnement heeft afgesloten tijdens een actie, waardoor zij de eerste drie maanden € 15,- per maand zou moeten betalen en daarna € 33,00 per maand. [gedaagde] voert aan dat zij direct na ontvangst van de eerste factuur, Tele2 heeft gewezen op een fout in de berekende abonnementskosten. Zij heeft de betreffende e-mail overgelegd. Daarop heeft Tele2 bericht dat er gecrediteerd zou worden. Daarnaast heeft zij € 54,00 betaald op 10 november 2014 met de mededeling dat toekomstige facturen daarmee verrekend konden worden. Zij heeft meermalen om de creditfactuur gevraagd, ook nog per e-mail in januari 2015. [gedaagde] voert verder aan dat Tele2 de diensten al in december 2014 heeft geblokkeerd en sindsdien heeft zij van Tele2 geen diensten meer geleverd gekregen, zodat de facturen waarvan Tele2 betaling vordert ongegrond zijn.

5.De beoordeling

5.1.
Tele2 heeft uiteengezet dat per 7 januari 2020 de onderneming door middel van fusie is overgenomen door T-Mobile Netherlands B.V. en dat deze onderneming de rechtsopvolger onder algemene titel is en thans rechthebbende van de onderhavige vordering. [gedaagde] heeft tegen deze wijziging geen bezwaar gemaakt en het is de kantonrechter niet gebleken dat zij door deze wijziging in haar verdediging is geschaad. Voor de leesbaarheid van het vonnis zal eisende partij wel als “Tele2” worden aangeduid.
5.2.
Bij dagvaarding heeft Tele2 gesteld dat [gedaagde] geen verweer zou hebben gevoerd. Bij repliek is deze stelling als abusievelijk ingetrokken. Bij repliek heeft Tele2 gesteld dat de creditering van € 54,00 uit coulance was gedaan wegens een storing. Bij akte uitlaten producties na dupliek heeft Tele2 wederom aangegeven dat dit niet juist was, maar dat de creditering wel degelijk betrekking had op een aanpassing van het abonnement naar € 15,00 voor de eerste drie maanden.
5.3.
[gedaagde] heeft steeds aangevoerd dat onderdeel van de telefonisch gesloten overeenkomst was dat zij de eerste drie maanden € 15,00 verschuldigd was in plaats van
€ 33,00. Daarbij wordt overwogen dat [gedaagde] haar standpunt dat met haar was overeengekomen dat zij drie maanden een korting kreeg, reeds bij e-mail van 27 oktober 2014, bij e-mail van 21 januari 2015 en bij e-mail van 18 maart 2015 aan Tele2 heeft tegengeworpen. Weliswaar voert Tele2 aan dat het e-mailadres
[e-mailadres]een no-reply adres is, doch dat is een keuze van Tele2 die zij niet aan [gedaagde] kan tegenwerpen. Tele2 maakt zelf gebruik van dit adres om e-mails aan haar klanten te sturen (zoals haar e-mail van 31 oktober 2014), alsdan is Tele2 gehouden er zorg voor te dragen dat de consument op datzelfde e-mailadres kan reageren. Een automatisch antwoord is, zonder nadere toelichting die in dit geval ontbreekt, geen reden om vast te stellen dat Tele2 de e-mail niet heeft ontvangen. Daarbij komt dat nota bene uit een interne notitie van 31 oktober 2014 van [medewerker] van Tele2 (overgelegd door Tele2 bij repliek) letterlijk volgt dat [gedaagde] heeft geklaagd:
“klant vindt factuur te hoog”en dat vervolgens wordt vermeld:
“Reden: onterechte aanmelding”en
“Berekening: 18x3=54”.Daarop wordt [gedaagde] voor € 54,00 gecrediteerd. Het is voor de kantonrechter evident dat deze berekening ziet op de erkenning dat [gedaagde] recht had op de korting, immer € 33 – € 15 = € 18,00 x 3 (maanden)= € 54,00.
5.4.
Het voorgaande betekent dat de gemachtigde van Tele2 in de sommatiebrieven ten onrechte het verweer van [gedaagde] ter zake van de overeenkomen korting heeft verworpen. Daarmee staat vast dat de gestelde uitleg van de creditering niet deugdelijk is geweest.
In de dagvaarding is niet eens melding gemaakt van de creditering van € 54,00. Over de facturen over de maanden oktober en november 2014 wordt niet gesproken. Bij repliek stelt Tele2 - na verweer van [gedaagde] - dat de factuur van oktober 2014 is verrekend met de creditfactuur en dat daarmee die factuur volledig is voldaan. Bij akte uitlaten producties na dupliek probeert Tele2 daarop weer terug te komen en stelt dat met de € 54,00 niet de hele factuur van oktober 2014 was voldaan.
De daarbij overgelegde creditfactuur van 26 november 2014 maakt overigens geen melding van welke verrekening met welke factuur ook, als toelichting staat uitsluitend vermeld:
“CREDIT: Onterechte aanmelding (07-10-2014 / 01-01-2015)”.
Daarbij komt dat eerst in de akte uitlaten productie na dupliek wordt erkend dat [gedaagde] op 10 november 2014 ook nog een betaling van € 54,00 had gedaan.
5.5.
Uit haar eigen stukken had Tele2 kunnen afleiden wat er was afgesproken. In plaats van de kantonrechter volledig en naar waarheid te informeren (artikel 21 Rv), kiest Tele2 ervoor om meerdere keren haar eigen stellingen om te draaien en pas te reageren als [gedaagde] met bewijsstukken komt. De kantonrechter kan weinig waardering opbrengen voor deze wijze van procederen, te meer nu het gaat om een procedure tegen een consument. De kantonrechter zal daaruit de gevolgtrekking maken die zij gerade acht.
5.6.
Ten aanzien van de creditfactuur van € 54,00 komt Tele2 bij akte uitlaten productie na dupliek met de stelling dat het bedrag van € 54,00 is verrekend met de factuur van november 2014, die € 38,16 zou hebben bedragen. Daarnaast stond, aldus Tele2, nog een bedrag van
€ 3,99 open van de factuur van oktober 2014. Tele2 berekent vervolgens aldus:
€ 54 - € 3,99 - € 38,16 = € 11,85 en dat, aldus Tele2, is in de dagvaarding vermeld als “betaling op 5-2-2015” en op de resterende hoofdsom in mindering gebracht. Van een betaling op die datum van € 11,85 is uiteraard geen sprake geweest.
5.7.
[gedaagde] heeft bij antwoord al aangevoerd dat in december 2014 geen gebruik meer kon worden gemaakt van de diensten van Tele2, kennelijk vanwege een niet betaalde factuur. Tele2 heeft dit bij repliek onweersproken gelaten. Tele2 heeft bij akte na uitlaten productie daarover gesteld: “
Omdat gedaagde vervolgens heeft verzuimd om de facturen van december 2014 en daarna te betalen, heeft gedaagde eiseres geen andere keuze gegeven dan in eerste instantie de diensten op te schorten en vervolgens de overeenkomst wegen wanbetaling te beëindigen”.Een brief of e-mail of enig ander bericht van Tele2 waarin zij [gedaagde] informeert per welke datum de diensten zullen worden opgeschort als betaling uitblijft, ontbreekt. Het is nota bene [gedaagde] die de opzeggingsmail van 3 februari 2015 overlegt.
Nog daargelaten dat is overeengekomen dat Tele2 de abonnementskosten maandelijks kon incasseren en gesteld noch gebleken is dat er sprake is geweest van storneringen, heeft te gelden dat het Tele2 is die onduidelijkheid heeft geschapen rond de verrekeningen die partijen zijn overeengekomen, daar waar zij met een simpele toelichting en berekening [gedaagde] als consument correct en volledig had kunnen en moeten informeren en wel schriftelijk, zeker nadat er al meermalen over was gebeld. Het is niet [gedaagde] die verantwoordelijk is voor de wijze waarop Tele2 haar administratie voert.
Onder die omstandigheden kan niet worden vastgesteld dat Tele2 zonder meer bevoegd was haar diensten op te schorten.
5.8.
Gesteld noch gebleken is dat [gedaagde] na 23 januari 2015 nog gebruik heeft kunnen maken van het Tele2 pakket. Op die datum is, blijkens de facturen, nog gebruik gemaakt van de extra dienst “Films & Series”, hetgeen [gedaagde] niet heeft betwist. Tot die datum kan Tele2 dan ook aanspraak maken op abonnementsgeld, waarbij de kantonrechter – bij gebreke van andere aanknopingspunten de volgende berekening hanteert: € 33 : 31 dagen x 23 dagen = € 24,38. Dat Tele2 over de maand februari 2015 nog enig recht heeft op abonnementskosten of andere kosten (met uitzondering van de vermelde € 4,99 voor “Films & Series op 23-01”) is de kantonrechter niet gebleken. Tele2 heeft er zelf voor gekozen de overeenkomst te beëindigen daar waar [gedaagde] vroeg om uitleg over de verrekeningen. Dat moet voor rekening van Tele2 blijven. Voor zover de vordering betrekking heeft op de maand februari 2015 wordt dit afgewezen. Wel is duidelijk dat met de betaling van € 54,00 [gedaagde] nog niet aan haar verplichtingen uit de overeenkomst heeft voldaan. Dat daarnaast nog andere betalingen zouden zijn verricht, is gesteld noch gebleken.
5.9.
Alhoewel de factuur over november 2014 door Tele2 niet in het geding is gebracht en eerst bij akte na dupliek een bedrag is genoemd, opdat [gedaagde] daarop niet meer kan reageren, is het genoemde bedrag van € 38,16 als niet onlogisch aan te merken gelet op het gehanteerde maandbedrag van € 33,00 en het feit dat [gedaagde] in de overige maanden ook gebruik heeft gemaakt van de extra dienst “Films & Series”.
Indien de kantonrechter de facturen exclusief btw beoordeelt, dan komt dit neer op de volgende berekening:
Oktober € 47,93 minus € 15,00 korting = € 42,93
November € 38,16 minus € 15,00 korting = € 23,16
December € 40,46 minus € 15,00 korting = € 25,46
Januari € 44,34 + € 4,99 = € 49,33, oftewel totaal € 140,88 excl. btw.
Gelet op de betaling van [gedaagde] ter hoogte van € 54,00 resteert een bedrag van € 86,88 excl. btw.
5.10.
In haar facturen heeft Tele2 naast de overeenkomen maandbedrag van € 33,00 en de kosten voor het gebruik van “Films & Series” ook nog 21% btw berekend. De kantonrechter stelt vast dat in haar bevestigingsbrief uitsluitend wordt gesproken over een maandbedrag van € 33,00, naast eenmalige aansluitingskosten van € 20,00. Tele2 heeft niet uiteengezet op grond waarvan [gedaagde] moest begrijpen dat dit maandbedrag geen all-in bedrag was. Kennelijk beroept Tele2 zich op haar Algemene Voorwaarden, hetgeen ertoe leidt dat de kantonrechter ambtshalve moet toetsen. Gesteld noch gebleken is dat bij het aangaan van de overeenkomst is gesproken over een maandbedrag “exclusief BTW”. Tele2 heeft daarmee niet voldaan aan haar informatieplicht, zodat niet kan worden geoordeeld dat Tele2 over dit bedrag ook nog btw in rekening kon brengen.
5.11.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat [gedaagde] nog een bedrag van € 86,88 verschuldigd is aan Tele2. Dit bedrag zal de kantonrechter als hoofdsom toewijzen. De wettelijke rente over dit bedrag wordt toegewezen vanaf 14 dagen na betekening van dit vonnis.
5.12.
Tele2 heeft voorts buitengerechtelijke incassokosten gevorderd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat ten onrechte in de incassoprocedure aan [gedaagde] is voorgehouden dat zij geen recht op korting had en daarnaast sprake is van onduidelijke berekeningen. De kantonrechter ziet daarin aanleiding om dit onderdeel van de vordering af te wijzen.
5.13.
Zoals hiervoor is overwogen, zal de kantonrechter consequenties verbinden aan de wijze waarop Tele2 heeft geprocedeerd. De kantonrechter ziet hierin aanleiding om de proceskosten te compenseren, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Tele2 van € 86,88, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de gehele betaling;
6.2.
compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
6.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.4.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.M. de Vries en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter