ECLI:NL:RBNHO:2020:7591

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
5 oktober 2020
Publicatiedatum
28 september 2020
Zaaknummer
AWB - 20 _ 2716
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid beroep inzake aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland op 5 oktober 2020, hebben de erven van [X] beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Amsterdam, betreffende de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen over het jaar 2016. De rechtbank heeft de zaak zonder zitting behandeld op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Eisers zijn in verzuim geweest om binnen de gestelde termijn een verklaring van erfrecht over te leggen, ondanks een aan hen verzonden aanmaning op 15 juni 2020. De rechtbank heeft vastgesteld dat deze brief op 16 juni 2020 is bezorgd op het kantooradres van de gemachtigde, maar eisers hebben geen verklaring van erfrecht overgelegd die aantoont wie de erfgenamen zijn en wie de boedel vertegenwoordigt.

Aangezien eisers geen reden hebben gegeven voor het verzuim en er geen verontschuldiging is gebleken, heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M.C. van As, in aanwezigheid van griffier M. van der Elst, en is niet openbaar uitgesproken vanwege coronamaatregelen. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden aangetekend.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 20/2716

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 5 oktober 2020 in de zaak tussen

de erven van [X] , te [Z] , eisers

(gemachtigde: M. Collij),
en

de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Amsterdam, verweerder.

Procesverloop

Eisers hebben tegen de uitspraak op bezwaar van verweerder van 30 maart 2020, gericht tegen de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen over het jaar 2016 met aanslagnummer [#] , beroep ingesteld.

Overwegingen

1. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
2. Gelet op de artikelen 6:5 en 6:6 van de Awb, zijn eisers in verzuim geweest binnen de gestelde termijn een verklaring van erfrecht over te leggen. Bij aangetekend verzonden brief van 15 juni 2020 zijn eisers gewezen op dit verzuim en zijn zij verzocht om dit uiterlijk binnen vier weken na datum van verzending te herstellen. Hierbij is vermeld dat, indien eisers niet aan dit verzoek voldoen, het beroep niet-ontvankelijk kan worden verklaard. Nader onderzoek in het Track & Trace-systeem van PostNL heeft uitgewezen dat deze brief op 16 juni 2020 is bezorgd op het kantooradres van gemachtigde en dat voor ontvangst is getekend.
3. De rechtbank heeft een machtiging ontvangen waarin aan de gemachtigde door de heer [A] te [plaats] een volmacht wordt verleend met betrekking tot de aanslag IB/PH 2016, opgelegd aan [X] . Volgens de machtiging is de volmachtgever ‘erfgenaam en testamenteur executeur’. Stukken aan de hand waarvan dit gecontroleerd kan worden ontbreken echter. Alleen uit een verklaring van erfrecht blijkt onomstotelijk wie de erfgenamen zijn en wie eventueel bij testament is aangewezen de boedel bij uitsluiting te vertegenwoordigen. Eisers hebben geen verklaring van erfrecht overgelegd.
4. Eisers hebben geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus niet gebleken van een verontschuldiging voor dit verzuim.
5. Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.C. van As, rechter, in aanwezigheid van M. van der Elst, griffier. De uitspraak is gedaan op 5 oktober 2020.
Als gevolg van maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan verzet worden gedaan bij deze rechtbank. De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord. De werking van deze uitspraak wordt opgeschort totdat de termijn voor het instellen van verzet is verstreken of, indien verzet wordt ingesteld, op dat verzet is beslist.