ECLI:NL:RBNHO:2020:7516
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens verzuim in het overleggen van een verklaring van erfrecht
In deze zaak hebben de erven van [X] beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Zwolle, van 20 februari 2020. De rechtbank Noord-Holland heeft op 20 augustus 2020 uitspraak gedaan in deze zaak, geregistreerd onder zaaknummer HAA 20/2093. De rechtbank heeft op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De eisers zijn in verzuim geweest om binnen de gestelde termijn een verklaring van erfrecht over te leggen. In een aangetekende brief van 15 juni 2020 zijn eisers gewezen op dit verzuim en verzocht om dit uiterlijk binnen vier weken te herstellen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de brief op 16 juni 2020 is bezorgd op het kantooradres van de gemachtigde.
De rechtbank ontving wel een machtiging van twee personen aan de gemachtigde om bezwaar te maken tegen de aanslag IB/PH 2016, maar uit deze machtiging blijkt niet of deze door alle erfgenamen is afgegeven, noch wie de bevoegdheid heeft om de nalatenschap af te wikkelen. De eisers hebben geen verklaring van erfrecht overgelegd en hebben geen reden gegeven voor dit verzuim. Hierdoor is het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M.W. Koenis, rechter, in aanwezigheid van A.C. Karels, griffier. Deze uitspraak is niet openbaar uitgesproken vanwege de coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat weer mogelijk is.