ECLI:NL:RBNHO:2020:7514
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
Op 3 september 2020 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser en de algemeen directeur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen. Eiser heeft op 25 april 2020 beroep ingesteld tegen een beslissing op bezwaar van verweerder van 22 april 2020. De rechtbank heeft op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. Eiser was verplicht griffierecht te betalen, maar heeft dit niet tijdig gedaan. De griffier heeft eiser meerdere keren in de gelegenheid gesteld om het griffierecht te betalen, maar eiser heeft niet gereageerd op deze verzoeken. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen verontschuldiging is voor het niet tijdig betalen van het griffierecht. Hierdoor is het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is gedaan door rechter W.B. Klaus in aanwezigheid van griffier A.C. Karels. Vanwege de coronamaatregelen is de uitspraak niet openbaar uitgesproken, maar zal dit alsnog gebeuren zodra het weer mogelijk is. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden gedaan bij de rechtbank.