ECLI:NL:RBNHO:2020:7509
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze zaak heeft eiser op 2 maart 2020 beroep ingesteld tegen de uitspraak op bewaar van de heffingsambtenaar van Cocensus, die op 21 februari 2020 een naheffingsaanslag parkeerbelasting had opgelegd. De rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem, heeft op 20 augustus 2020 uitspraak gedaan in deze zaak, geregistreerd onder zaaknummer HAA 20/1581. De rechtbank heeft op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
De rechtbank overweegt dat eiser op grond van artikel 8:41 van de Awb griffierecht moet betalen. In deze zaak bedraagt het griffierecht € 48. Eiser is door de griffier op 1 april 2020 in de gelegenheid gesteld om het griffierecht binnen vier weken te betalen, maar heeft niet gereageerd. Op 30 april 2020 heeft de griffier eiser opnieuw aangemaand, en deze brief is op 2 mei 2020 bezorgd. Eiser heeft echter het griffierecht niet tijdig betaald en heeft geen verontschuldiging voor dit verzuim gegeven.
De rechtbank concludeert dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat eiser niet heeft voldaan aan de betalingsverplichting. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M.W. Koenis, rechter, in aanwezigheid van A.C. Karels, griffier. Deze uitspraak is niet openbaar uitgesproken vanwege de coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat weer mogelijk is. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden gedaan.