ECLI:NL:RBNHO:2020:7497

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
5 oktober 2020
Publicatiedatum
24 september 2020
Zaaknummer
AWB - 20 _ 1862
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kennelijk niet-ontvankelijk beroep tegen uitspraak heffingsambtenaar

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 5 oktober 2020 uitspraak gedaan in een beroep dat door Stichting [X] was ingesteld tegen een uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Den Helder. Het beroep was ingesteld op 13 maart 2020 tegen de uitspraak van 3 februari 2020. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.

De rechtbank constateerde dat de gemachtigde, [A], niet de bedoeling had om voor zichzelf in beroep te komen. Volgens de Awb dient iemand die namens een ander beroep instelt, een machtiging te overleggen. De rechtbank heeft [A] op 8 juni 2020 verzocht om binnen vier weken een machtiging, een uittreksel uit het handelsregister en een kopie van de statuten over te leggen. Dit verzoek is op 10 juni 2020 door [A] afgehaald, maar er is geen reactie gekomen binnen de gestelde termijn.

Aangezien [A] niet heeft voldaan aan het verzoek en geen verontschuldiging heeft gegeven voor de verzuimen, heeft de rechtbank het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in het kader van de coronamaatregelen, waardoor deze niet op een openbare zitting is uitgesproken. De partijen zijn op de hoogte gesteld van de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Alkmaar
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 20/1862

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 5 oktober 2020 in de zaak tussen

Stichting [X] , eiseres,

(gestelde gemachtigde: [A] ),
en

de heffingsambtenaar van de gemeente Den Helder, verweerder.

Procesverloop

Eiseres heeft bij brief van 13 maart 2020 tegen de uitspraak op bezwaar van verweerder van 3 februari 2020 beroep ingesteld.

Overwegingen

1. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) uitspraak zonder zitting.
2. Uit het beroepschrift blijkt dat [A] niet de bedoeling heeft voor zichzelf in beroep te komen. Iemand - niet zijnde een advocaat - die namens een ander beroep instelt, moet op verzoek van de rechtbank een machtiging indienen om aan te tonen dat hij namens die ander beroep mag instellen. Dit staat in artikel 8:24, tweede lid, van de Awb. Als dat niet gebeurt, kan de rechtbank het beroep op grond van artikel 6:6 van de Awb niet-ontvankelijk verklaren mits de indiener de gelegenheid heeft gehad het verzuim binnen een haar daartoe gestelde termijn te herstellen.
3. Indien de (gestelde) procespartij een rechtspersoon is, vraagt de rechtbank tevens om een uittreksel uit het handelsregister om te kunnen beoordelen of de opdracht tot het instellen van beroep bevoegd is gegeven.
4. De rechtbank heeft [A] bij aangetekende brief van 8 juni 2020 verzocht om binnen vier weken een machtiging waaruit blijkt dat hij gemachtigd is beroep in te stellen namens Stichting [X] , een uittreksel uit het handelsregister en een kopie van de statuten, over te leggen en daarmee de verzuimen te herstellen. Hierbij is vermeld dat, indien niet aan dit verzoek wordt voldaan, het beroep niet-ontvankelijk kan worden verklaard. Nader door de rechtbank ingesteld onderzoek bij PostNL heeft uitgewezen dat deze brief op 10 juni 2020 is afgehaald bij een PostNL punt en dat voor ontvangst is getekend. [A] heeft niet binnen de gestelde termijn gereageerd.
5.
[A] heeft geen reden gegeven voor deze verzuimen. Er is dus niet gebleken van een verontschuldiging voor deze verzuimen.
6. Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart de beroepen niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.C. van As, rechter, in aanwezigheid van N. Joacim, griffier. Deze uitspraak is gedaan op 5 oktober 2020. Als gevolg van maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan verzet worden gedaan bij deze rechtbank. De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord. De werking van deze uitspraak wordt opgeschort totdat de termijn voor het instellen van verzet is verstreken of, indien verzet wordt ingesteld, op dat verzet is beslist.