ECLI:NL:RBNHO:2020:7367
Rechtbank Noord-Holland
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Kennelijk niet-ontvankelijk beroep tegen naheffingsaanslag parkeerbelasting
Op 30 september 2020 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaak van ing. [X], eiser, tegen de heffingsambtenaar van de gemeente Purmerend, verweerder. Eiser had op 24 april 2020 digitaal beroep ingesteld tegen een beslissing van verweerder op het bezwaar van eiser tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting. De rechtbank heeft op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
De rechtbank overweegt dat iemand die beroep instelt, op grond van artikel 8:41, eerste lid, van de Awb griffierecht moet betalen. In deze zaak bedraagt het griffierecht € 48. Eiser is door de griffier in de gelegenheid gesteld om het griffierecht te betalen, maar heeft niet gereageerd op de brieven van de griffier. De griffier heeft vastgesteld dat de laatste brief op 3 juni 2020 is bezorgd, maar eiser heeft het griffierecht niet op tijd betaald en geen verontschuldiging voor dit verzuim gegeven.
Hierdoor heeft de rechtbank geconcludeerd dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M.C. van As, rechter, in aanwezigheid van N. Joacim, griffier. Deze uitspraak is niet openbaar uitgesproken vanwege de coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat weer mogelijk is. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden gedaan bij de rechtbank.