ECLI:NL:RBNHO:2020:7364
Rechtbank Noord-Holland
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake naheffingsaanslagen omzetbelasting 2013 en 2014
Op 30 september 2020 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaken tussen eiser [X], te [Z], en de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Amsterdam. Eiser heeft op 20 februari 2020 beroep ingesteld tegen de afwijzing van het verzoek om ambtshalve vermindering van de naheffingsaanslagen omzetbelasting voor de jaren 2013 en 2014. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
In het beroepschrift bleek dat de gemachtigde, B. Schoenmaker, niet de bedoeling had om voor zichzelf in beroep te komen. De rechtbank heeft B. Schoenmaker verzocht om een machtiging te overleggen waaruit blijkt dat hij gemachtigd is om namens eiser beroep in te stellen. Dit verzoek is op 12 juni 2020 per aangetekende brief verzonden en op 15 juni 2020 bezorgd. B. Schoenmaker heeft echter niet gereageerd op dit verzoek en geen reden gegeven voor het verzuim.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen verontschuldiging is voor het niet indienen van de machtiging en heeft daarom de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M.C. van As, rechter, in aanwezigheid van N. Joacim, griffier. Deze uitspraak is niet openbaar uitgesproken vanwege de coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat weer mogelijk is. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden gedaan.