ECLI:NL:RBNHO:2020:7360
Rechtbank Noord-Holland
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaren tegen aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen
Op 30 september 2020 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaken tussen eiser [X], wonende te [Z], en de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Zwolle. De rechtbank heeft de beroepen van eiser, die gericht waren tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn bezwaren tegen de aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen over de jaren 2015 tot en met 2017, kennelijk ongegrond verklaard. De inspecteur had op 4 maart 2020 de bezwaren van eiser niet-ontvankelijk verklaard, omdat deze te laat waren ingediend. Eiser heeft op 4 april 2020 beroep ingesteld tegen deze beslissing.
De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. Eiser was erop gewezen dat hij in zijn beroepschrift de gronden van het beroep moest vermelden, maar heeft hier niet op gereageerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de brief waarin eiser werd gewezen op het verzuim op 18 juli 2020 is bezorgd, maar dat eiser geen actie heeft ondernomen om het verzuim te herstellen. Hierdoor concludeerde de rechtbank dat de bezwaren terecht niet-ontvankelijk waren verklaard.
De rechtbank heeft in haar beslissing aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling en dat de beroepen ongegrond zijn verklaard. Deze uitspraak is gedaan door mr. M.C. van As, rechter, in aanwezigheid van N. Joacim, griffier. Vanwege de coronamaatregelen is de uitspraak niet op een openbare zitting gedaan, maar zal deze alsnog openbaar worden uitgesproken zodra dat weer mogelijk is. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden aangetekend.