ECLI:NL:RBNHO:2020:7359

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
30 september 2020
Publicatiedatum
21 september 2020
Zaaknummer
AWB - 20 _ 2840
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen

Op 30 september 2020 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een zaak tussen eiseres [X], wonende te [Z], en de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Almelo. Eiseres had op 14 mei 2020 digitaal beroep ingesteld tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van 3 april 2020, betreffende de aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor de jaren 2014 tot en met 2017. De rechtbank heeft de zaak vereenvoudigd behandeld zonder zitting, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat de vereisten van een behoorlijk proces geen zitting vereisten.

De rechtbank overwoog dat eiseres in haar beroepschrift geen gronden had vermeld, zoals vereist door artikel 6:5, eerste lid, aanhef en onder d, van de Awb. Eiseres werd op 7 juli 2020 per aangetekende brief verzocht om dit verzuim binnen vier weken te herstellen. De rechtbank constateerde dat deze brief op 8 juli 2020 was bezorgd, maar dat eiseres binnen de gestelde termijn geen gronden had ingediend en ook geen reden had opgegeven voor dit verzuim. Hierdoor kon de rechtbank niet anders concluderen dan dat de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk waren.

De rechtbank heeft in haar beslissing aangegeven dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M.C. van As, rechter, in aanwezigheid van N. Joacim, griffier. Vanwege de coronamaatregelen is de uitspraak niet op een openbare zitting gedaan, maar zal deze alsnog openbaar worden uitgesproken zodra dat weer mogelijk is. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden gedaan bij de rechtbank.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummers: HAA 20/2840, 20/2841, 20/2842 en 20/2843

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 september 2020 in de zaken tussen

[X] , te [Z] , eiseres

(gemachtigde: mr. P. Le Heux)
en

de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Almelo, verweerder.

Procesverloop

Eiseres heeft op 14 mei 2020 digitaal beroep ingesteld tegen de in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar van verweerder van 3 april 2020 inzake de aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen 2014 tot en met 2017.

Overwegingen

1. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting. De rechtbank is van oordeel dat de vereisten van een behoorlijk proces niet nopen tot een behandeling ter zitting.
2. Iemand die beroep instelt, moet op grond van artikel 6:5, eerste lid, aanhef en onder d, van de Awb in het beroepschrift de gronden van het beroep vermelden. Dat houdt in: zeggen op welke specifieke punten hij of zij het niet eens is met het bestreden besluit. Als dat niet gebeurt, kan de rechtbank na een herstelmogelijkheid het beroep op grond van artikel 6:6 van de Awb niet-ontvankelijk verklaren.
3. Eiseres heeft geen beroepsgronden vermeld in het beroepschrift. De rechtbank heeft eiseres bij aangetekende brief van 7 juli 2020 verzocht om binnen vier weken dit verzuim te herstellen. Onderzoek in het Track & Trace-systeem van PostNL heeft uitgewezen dat deze brief op 8 juli 2020 is bezorgd en dat is getekend voor ontvangst.
4. Eiseres heeft binnen die termijn geen gronden ingediend.
5. Eiseres heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus niet gebleken van een verontschuldiging voor dit verzuim.
6. De beroepen zijn daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart de beroepen niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.C. van As, rechter, in aanwezigheid van N. Joacim griffier. Deze uitspraak is gedaan op 30 september 2020.
Als gevolg van maatregelen rondom het Coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan verzet worden gedaan bij deze rechtbank. De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord. De werking van deze uitspraak wordt opgeschort totdat de termijn voor het instellen van verzet is verstreken of, indien verzet wordt ingesteld, op dat verzet is beslist.