ECLI:NL:RBNHO:2020:7324
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Naheffingsaanslag parkeerbelasting en onderzoeksplicht van de eiseres
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 27 augustus 2020 uitspraak gedaan in een geschil over een naheffingsaanslag parkeerbelasting die aan eiseres was opgelegd. De naheffingsaanslag, opgelegd op 20 februari 2019, bedroeg € 66, bestaande uit € 3,30 aan parkeerbelasting en € 62,70 aan naheffingskosten. Eiseres, die haar dochter ophaalde van kinderdagverblijf [A], stelde dat er een gedoogbeleid bestond waardoor ouders geen parkeerbelasting hoefden te betalen tijdens het ophalen en brengen van kinderen. Dit gedoogbeleid zou blijken uit een e-mail van de directeur van het kinderdagverblijf.
De rechtbank oordeelde echter dat eiseres niet enkel op basis van deze e-mail mocht vertrouwen op een gedoogbeleid. De rechtbank benadrukte dat er een onderzoeksplicht rust op eiseres om zich op de hoogte te stellen van de geldende parkeerregels. De rechtbank stelde vast dat er wel degelijk mogelijkheden waren om te betalen voor het parkeren, zoals een nabijgelegen parkeerautomaat en de optie van belparkeren. Eiseres had bovendien zelf aangegeven dat het ophalen van haar dochter 10 minuten duurde, wat volgens de rechtbank niet kan worden gekwalificeerd als 'onmiddellijk in- en uitstappen'.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond, omdat er geen sprake was van een gedoogbeleid en eiseres niet aan haar onderzoeksplicht had voldaan. De rechtbank wees ook op het feit dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak werd gedaan in het kader van de maatregelen rondom het coronavirus, waardoor de uitspraak niet op een openbare zitting kon worden gedaan.