ECLI:NL:RBNHO:2020:7305
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
Op 25 september 2020 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak waarbij eiser, [X], beroep had ingesteld tegen een beslissing van de ontvanger van de Belastingdienst, kantoor Heerlen. Eiser had op 21 maart 2020 digitaal beroep ingesteld, maar had verzuimd het verschuldigde griffierecht tijdig te betalen. De rechtbank oordeelde dat op grond van artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het griffierecht binnen vier weken na de mededeling van de griffier betaald moest worden. De griffier had eiser op 15 mei 2020 en opnieuw op 13 juni 2020 in de gelegenheid gesteld om het griffierecht te voldoen, maar eiser had hierop niet gereageerd. De rechtbank constateerde dat eiser het griffierecht niet op tijd had betaald en geen verontschuldiging voor dit verzuim had gegeven. Hierdoor werd het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank besloot dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is gedaan zonder openbare zitting, als gevolg van de coronamaatregelen, en zal alsnog openbaar worden uitgesproken zodra dat weer mogelijk is.