ECLI:NL:RBNHO:2020:7304
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake huurtoeslag door niet tijdig betalen griffierecht
Op 25 september 2020 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een zaak tussen eiser [X], wonende te [Z], en de Belastingdienst/Toeslagen als verweerder. Eiser had op 20 januari 2020 een tweede bezwaarschrift ingediend tegen een eerdere uitspraak op bezwaar van de Belastingdienst inzake huurtoeslag over het jaar 2016. De Belastingdienst heeft dit bezwaarschrift aangemerkt als beroepschrift en ter verdere behandeling aan de rechtbank doorgezonden.
De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. In de uitspraak werd benadrukt dat iemand die beroep instelt, griffierecht moet betalen. In deze zaak was het griffierecht vastgesteld op € 48. Eiser werd in de gelegenheid gesteld om het griffierecht te betalen, maar heeft hier niet op gereageerd. De griffier heeft eiser meerdere keren herinnerd, maar het griffierecht is niet tijdig betaald.
Aangezien eiser geen verontschuldiging heeft gegeven voor het niet tijdig betalen van het griffierecht, heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter M.C. van As, in aanwezigheid van griffier N. Joacim. Deze uitspraak is niet openbaar uitgesproken vanwege de coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat weer mogelijk is.