ECLI:NL:RBNHO:2020:7273

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
24 september 2020
Publicatiedatum
16 september 2020
Zaaknummer
AWB - 20 _ 2131
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kennelijk niet-ontvankelijk beroep inzake definitieve aanslag vennootschapsbelasting

In deze zaak heeft eiseres, [X] B.V., op 8 april 2020 beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Amsterdam, betreffende de definitieve aanslag vennootschapsbelasting over het jaar 2015. De rechtbank Noord-Holland heeft op 24 september 2020 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is verklaard.

De rechtbank overweegt dat volgens artikel 6:5, eerste lid, aanhef en onder d, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) de gronden van het beroep in het beroepschrift vermeld moeten worden. Eiseres heeft nagelaten om deze gronden te vermelden, wat de rechtbank de mogelijkheid biedt om het beroep niet-ontvankelijk te verklaren. Daarnaast heeft eiseres verzuimd om bij het instellen van beroep de benodigde documenten, zoals een uittreksel uit het handelsregister en een schriftelijke machtiging, over te leggen.

De rechtbank heeft eiseres op 12 juni 2020 verzocht om deze verzuimen binnen vier weken te herstellen. Uit onderzoek is gebleken dat deze brief op 15 juni 2020 is bezorgd, maar eiseres heeft niet gereageerd op dit verzoek. Aangezien eiseres geen reden heeft gegeven voor het verzuim, heeft de rechtbank geconcludeerd dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is.

De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en heeft de uitspraak gedaan zonder openbare zitting, als gevolg van de coronamaatregelen. De uitspraak is op 24 september 2020 gedaan door mr. M.C. van As, rechter, in aanwezigheid van M. van der Elst, griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 20/2131

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 24 september 2020 in de zaak tussen

[X] B.V., eiseres

(gestelde gemachtigde: L. Brouwer),
en

de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Amsterdam, verweerder.

Procesverloop

Eiseres heeft bij brief van 8 april 2020, ter griffie ontvangen op 9 april 2020, beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van verweerder van 26 februari 2020 inzake de definitieve aanslag vennootschapsbelasting over het jaar 2015.

Overwegingen

1. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
2. Iemand die beroep instelt, moet op grond van artikel 6:5, eerste lid, aanhef en onder d, van de Awb in het beroepschrift de gronden van het beroep vermelden. Dat houdt in: zeggen op welke specifieke punten hij of zij het niet eens is met het bestreden besluit. Als dat niet gebeurt, kan de rechtbank na een herstelmogelijkheid het beroep op grond van artikel 6:6 van de Awb niet-ontvankelijk verklaren. Eiseres heeft geen beroepsgronden vermeld in het beroepschrift. Verder merkt de rechtbank op dat eiseres, gelet op het bepaalde in artikel 8:24, tweede lid, van de Awb in samenhang met artikel 6:6 van de Awb, heeft verzuimd bij het instellen van beroep een uittreksel uit het handelsregister, kopie van de statuten, schriftelijke machtiging en een afschrift van het besluit waar op het geschil betrekking heeft over te leggen.
3. De rechtbank heeft eiseres bij aangetekende brief van 12 juni 2020 verzocht om binnen vier weken na verzending van deze brief de verzuimen te herstellen. Uit nader door de rechtbank ingesteld onderzoek in het Track & Trace-systeem van PostNL is gebleken dat deze brief op 15 juni 2020 is bezorgd en dat voor ontvangst is getekend. Eiseres heeft niet gereageerd.
4. Eiseres heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus niet gebleken van een verontschuldiging voor dit verzuim.
5.
Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.C. van As, rechter, in aanwezigheid van M. van der Elst, griffier. Deze uitspraak is gedaan op 24 september 2020.
Als gevolg van de maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan verzet worden gedaan bij deze rechtbank. De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord. De werking van deze uitspraak wordt opgeschort totdat de termijn voor het instellen van verzet is verstreken of, indien verzet wordt ingesteld, op dat verzet is beslist.