ECLI:NL:RBNHO:2020:7218
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit inzake ingangsdatum bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 18 september 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen een alleenstaande vader en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerhugowaard over de ingangsdatum van een bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet (Pw). Eiser, die zich op 19 september 2018 meldde voor financiële hulp, ontving op 8 maart 2019 een bijstandsuitkering. Het college stelde echter dat de uitkering pas inging op de datum van de tweede melding, omdat eiser niet tijdig een aanvraag had ingediend. Eiser betwistte dit en stelde dat de bijstandsuitkering met terugwerkende kracht vanaf de meldingsdatum toegekend moest worden, omdat het aanmeldformulier naar een verkeerd adres was gestuurd.
De rechtbank oordeelde dat de gemeente niet met de vereiste zorgvuldigheid had gehandeld door het aanvraagformulier naar een oud adres van eiser te sturen. Desondanks oordeelde de rechtbank dat eiser niet aannemelijk had gemaakt dat hem van de verlate aanvraag geen verwijt kon worden gemaakt. De rechtbank concludeerde dat eiser binnen een redelijke termijn navraag had moeten doen over het niet ontvangen van het aanvraagformulier, vooral gezien zijn financiële situatie en de zorg voor zijn dochter. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.