ECLI:NL:RBNHO:2020:7204
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht en ontbreken van gronden
Op 15 september 2020 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zandvoort. Eiser had op 28 mei 2020 digitaal beroep ingesteld tegen een beslissing op bezwaar van verweerder van 17 april 2020. De rechtbank heeft op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. Eiser was verplicht griffierecht te betalen, maar heeft dit niet tijdig gedaan. De griffier heeft eiser meerdere keren in de gelegenheid gesteld om het griffierecht te betalen, maar eiser heeft hierop niet gereageerd. Hierdoor is het beroep niet-ontvankelijk verklaard.
Daarnaast heeft de rechtbank opgemerkt dat eiser ook in verzuim is geweest om binnen de gestelde termijn de gronden van het beroep te vermelden, zoals vereist door de artikelen 6:5 en 6:6 van de Awb. Eiser heeft geen redenen gegeven voor het verzuim van het betalen van het griffierecht en het indienen van de gronden van het beroep. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen verontschuldiging voor deze verzuimen is gebleken, wat heeft geleid tot de beslissing om het beroep kennelijk niet-ontvankelijk te verklaren. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. E. Jochem, rechter, in aanwezigheid van N. Joacim, griffier. Deze uitspraak is niet openbaar uitgesproken vanwege de coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat weer mogelijk is. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden gedaan.