Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Stichting De Woonschakel Westfriesland
1.Het procesverloop
2.De feiten
“a. De koper verplicht zich het verkochte uitsluitend te zullen gebruiken om dat zelf (met zijn eventuele gezinsleden) te bewonen en het verkochte niet aan derden te zullen doorverkopen, te zullen verhuren en niet anderszins aan derden in gebruik te zullen geven. (…)c. Het bepaalde in lid a van dit artikel vervalt nadat de koper het verkochte tenminste gedurende twee (2) achtereenvolgende jaren heeft bewoond. (…)e. Bij niet-nakoming van enige verplichting in dit artikel verbeurt de koper, zonder ingebrekestelling, ten behoeve van de verkoper een onmiddellijk opeisbare boete gelijk aan 10 procent (10%) van de koopsom.”
“Er is geconstateerd dat u de woning [adres] niet zelf bewoont maar verhuurt. Buiten dat deze verhuring overlast veroorzaakt in de buurt is het volgens artikel 20 van de koopovereenkomst niet toegestaan. U dient de woning de eerste 2 jaar zelf te bewonen.
3.De vordering
4.Het verweer
5.De beoordeling
“Voordat wij juridische stappen ondernemen geven wij u de kans om uiterlijk 1 juni 2019 een einde te maken aan de verhuursituatie en de woning zelf te gaan bewonen.”De Woonschakel maakt hierbij geen aanspraak op de boete. Uit deze brief mocht [gedaagde] begrijpen dat De Woonschakel geen juridische stappen tegen hem zou ondernemen, indien hij de hem geboden kans zou benutten. Het begrip ‘juridische stappen’ heeft De Woonschakel in haar brief niet nader geconcretiseerd. Vervolgens heeft [gedaagde] in een e-mail van 20 mei 2019 aan De Woonschakel meegedeeld dat hij de woning weer zelf is gaan bewonen, en vast staat dat [XX] na 18 april 2019 niet meer in de woning heeft verbleven. Niet is gesteld of gebleken dat De Woonschakel in de periode van 16 mei tot 1 augustus 2019 op wat voor manier dan ook aanspraak heeft gemaakt op de boete vanwege de verhuur aan [XX] , of zich het recht daarop heeft voorbehouden. [gedaagde] mocht er gelet op het voorgaande op vertrouwen dat de kwestie [XX] was opgelost. Dat dit vertrouwen gerechtvaardigd was vindt steun in de onweersproken stelling van [gedaagde] dat De Woonschakel in een bespreking tussen partijen, die plaatsvond naar aanleiding van de brief van 1 augustus 2019 en waarbij ook de gemachtigde van [gedaagde] aanwezig was, nadrukkelijk heeft meegedeeld dat de boete werd gevorderd vanwege het vermoeden dat na de verhuursituatie met [XX] nogmaals overtredingen zijn begaan.