Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
‘7.2 Doorbetalen van loon bij ziekte1. Als je ziek bent ontvang je:1.1. (…)1.2. En daarbovenop, onder voorwaarden een aanvulling (zie 7.3 Regels bij ziekte):- Tot 95% van het maandloon gedurende de eerste 52 weken.- Tot 75% van het maandloon gedurende de daaropvolgende 52 weken.’
‘(..)Cliënt is het dienstverband voortvarend van start gegaan in die zin dat hij gemiddeld 80 uur per week heeft gewerkt voor uw organisatie, kennelijk vanwege het feit dat u een tekort aan beschikbaar personeel had. In de maand augustus heeft cliënt u bij herhaling gemeld dat de werkdruk te hoog voor hem werd, hetgeen ik me kan voorstellen bij een werkweek van 80 uur, verspreid over 6 - 7 dagen per week. Gevolg van deze vorm van roofbouw op cliënt is geweest dat hij zich op 31 augustus jl. ziek heeft gemeld en met ernstige spanningsklachten naar huis is gegaan. Met de klachten van cliënt heeft u niets gedaan, terwijl u cliënt voorts niet heeft opgeroepen voor controle door de bedrijfsarts. Cliënt is per heden overigens nog steeds arbeidsongeschikt wegens klachten van overspannenheid en het gegeven dat voornoemde overbelasting mogelijk ook aanvallen van psychose heeft uitgelokt.
‘De heer [onderbewindgestelde] is in April 2015 bij ons in dienst gekomen als kok.(…)Na bijna een jaar meldde hij zich weer ziek omdat hij bij een ruzie me zijn toenmalige vriendin een telefoon tegen ze hoofd aangegooid kreeg. Volgens [onderbewindgestelde] had hij hierdoor een zeer zware hersenschudding opgelopen en was hij voor lange tijd niet in staat daardoor te komen werken. Na enkele weken ‘ziek’ thuis te hebben gezeten kwamen we erachter dat hij wel doodleuk ze baan bij tnt post gewoon uitvoerde. Hierdoor is de wrijving tussen ons extra opgelopen. Nadat hij daarna weer aan het werk was is het op een gegeven moment door woorden met [onderbewindgestelde] helemaal geëscaleerd en heb ik [onderbewindgestelde] naar huis gestuurd. Enige tijd later kwamen er brieven van een advocaat dat ik hem onterecht ontslagen had en hij een forse geldsom eiste van ons.(…)Naderhand ontving ik weer brieven van een advocaat dat ik hem nog geld schuldig zou zijn en hij wederom een fors bedrag eiste. Doordat hij zelf schriftelijk ontslag genomen had was dat spelletje snel klaar.’
‘(…)De heer [onderbewindgestelde] is op 15 december 2018 bij onze eenmanszaak [horecagelegenheid 2] in dienst getreden als koerier op basis van een mondeling oproepcontract.(…)Nadien liet [onderbewindgestelde] ook blijken dat hij wellicht zou solliciteren bij een ander bedrijf. Uiteraard stond hem dit volledig vrij en hielden wij hem niet tegen. [onderbewindgestelde] gaf vervolgens aan bij [naam pizzeria] te [plaats] te gaan werken. Tot aan dit moment hebben wij hem met zijn medeweten geleidelijk aan minder uren ingeroosterd. 24 april 2019 was zijn laatste werkdag. Op 12 juni 2019 kregen wij een brief binnen van het UWV. Daarin wordt ons verweten geen ziektemelding te hebben gedaan van [onderbewindgestelde] . Op 22 mei 2019 heeft hij bij het UWV aangegeven al vanaf 25 april 2019 ziek te zijn. (…) Tot onze grote verbazing zagen wij echter de heer [onderbewindgestelde] nog altijd bezorgen op de scooter tijdens de avond- en spitsuren. (…) Hieruit valt te concluderen dat [onderbewindgestelde] onrechtmatige melding heeft gedaan van ziekte en niet heeft voldaan aan zijn burgerlijke meldingsplicht. (…) Helaas zijn wij niet de enige slachtoffers geweest van de heer [onderbewindgestelde] . Naast [horecagelegenheid 2] heeft hij bij twee andere restaurants in [plaats] en [plaats] dezelfde aanpak gehanteerd.’