Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
“De scooter hoorde ik gas geven en wegrijden. Er werd door de persoon op de scooter geschoten. Ik weet niet door wie. Ik dook weg en ben toen geraakt.”[slachtoffer 2] heeft in zijn aangifte op 15 oktober 2019 onder meer verklaard:
“Op dat moment hoorde ik de scooter gas geven en langs de auto rijden. Ik hoorde toen weer schoten en ik bukte naar voren. Ik voelde toen dat ik was geraakt.”en
“ [slachtoffer 1] zat op een gegeven moment naast mij in de auto en hij is daar ook nog geraakt. Ik hoorde hem dit zeggen (…). Dit was op het moment dat de scooter voorbij reed en dat er toen op de auto werd geschoten.”In zijn verhoor als verdachte op 29 januari 2020 is [slachtoffer 2] bij deze verklaring gebleven.
“Wij liepen volgens mij weer naar onze auto. Ik ging rechtsvoor zitten. (…) Hierna ging het allemaal heel snel. Ik weet het niet precies maar (…) ik zag de scooter een klein stukje om onze auto heen rijden. Hierna schoot de bestuurder van de scooter zijn magazijn leeg op de auto. (…) Ik heb recht in de loop gekeken toen de bestuurder langsreed en op de auto en op ons schoot.”
“dingen wel anders in zijn hoofd heeft dan dat het op de beelden staat”.De latere verklaringen van [slachtoffer 1] schuift de rechtbank daarom terzijde.
“ [verdachte] legde me uit dat hij betrokken was bij de schietpartij. (…) Die man met wie [verdachte] was, die had ook wat bij zich. (…) [verdachte] zei dat hij dat ding in zijn handen gedrukt kreeg op het moment dat ze wegreden. (…) Met dat ding, bedoel ik dat pistool. [verdachte] was bij mij en die vertelde me dit en hij heeft het me uitgelegd.”en
“Ik weet alleen dat [verdachte] dat wapen in zijn handen gedrukt kreeg en dat ze toen zijn weggereden.”
4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
5.Strafbaarheid van verdachte
6.Motivering van de straf
7.Vorderingen benadeelde partijen
- Broek € 180,00
- T-shirt € 70,00
- Ondergoed € 60,00
- Trui € 190,00
- Schoenen € 280,00
- iPhone € 900,00
- Buiktasje € 180,00
- Jas € 430,00
- Verlies inkomsten € 42.290,00
- Kosten medische handelingen € 16,79
- Kosten fysiotherapie € 162,75
- Verlies inkomen door gemiste werkzaamheden € 6.475,00
- Eigen risico zorgverzekering € 385,00
- OV kosten € 64,40
- Verhoogde premiekosten € 707,16
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) jaren.
[slachtoffer 2]geleden schade tot een bedrag van
€ 2.000,00 (tweeduizend euro), bestaande uit € 500,00 als vergoeding voor de materiële schade en € 1.500,00 als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 11 oktober 2019 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 2] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
schadevergoedingsmaatregelten behoeve van slachtoffer
[slachtoffer 2]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 2.000,00 (tweeduizend euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 30 dagen gijzeling en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 oktober 2019 tot aan de dag der algehele voldoening. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
[slachtoffer 1]geleden schade tot een bedrag van
€ 1.679,45 (duizend zeshonderdnegenenzeventig euro en vijfenveertig cent), bestaande uit € 179,45 als vergoeding voor de materiële schade en € 1.500,00 als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 11 oktober 2019 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 1] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
schadevergoedingsmaatregelten behoeve van slachtoffer
[slachtoffer 1]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 1.679,45 (duizend zeshonderdnegenenzeventig euro en vijfenveertig cent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 26 dagen gijzeling en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 oktober 2019 tot aan de dag der algehele voldoening. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
[betrokkene 3]geleden schade tot een bedrag van
€ 64,40 (vierenzestig euro en veertig cent), als vergoeding voor de materiële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 11 oktober 2019 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [betrokkene 3] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
schadevergoedingsmaatregelten behoeve van slachtoffer
[betrokkene 3]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 64,40 (vierenzestig euro en veertig cent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 1 dag gijzeling en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 oktober 2019 tot aan de dag der algehele voldoening. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
[vader slachtoffer 2]niet-ontvankelijk in de vordering.
[betrokkene 2]niet-ontvankelijk in de vordering.
[betrokkene 1]niet-ontvankelijk in de vordering.