Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
‘dingen wel anders in zijn hoofd heeft dan dat het op de beelden staat’. Uit de verklaringen van [betrokkene 2] leidt de rechtbank af dat hij niet heeft gezien wie er op hem heeft geschoten.
4.Kwalificatie
5.Strafbaarheid van het bewezenverklaarde en verdachte
6.Motivering van de straf
“De heer [verdachte] heeft een sterk gevormd coping mechanisme welke hij inzet op momenten dat hij dat nodig vindt. Hij zegt hierin niet te sturen te zijn en dat hij vanuit een reflex handelt en wel overwogen inzet, ondanks dat het een reflex is. De heer [verdachte] is gehard binnen het criminele milieu waar hij zich in bevindt dan wel bevonden heeft. Betrokkene geeft aan niet veranderbaar te zijn en achter zijn gedrag en handelen te staan. Hij is om die reden dan ook niet ontvankelijk voor interventie gericht op gedragsverandering.”
7.Beslissingen ten aanzien van het beslag
8.Vorderingen benadeelde partijen
- Eigen risico zorgverzekering € 385,00
- Gemiste arbeidsuren (ingeroosterd) € 8.332,40
- Gemiste arbeidsuren (10 weken) € 41.662,00
- Gemiste arbeidsuren (34 weken) € 141.650,80
[betrokkene 3]heeft een vordering tot schadevergoeding van € 1.000,00 ingediend tegen verdachte wegens immateriële schade die hij als gevolg van het onder 1 primair ten laste gelegde feit zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag.
[betrokkene 1]heeft een vordering tot schadevergoeding van
[betrokkene 2]heeft een vordering tot schadevergoeding van
[vader betrokkene 2], daarbij eveneens een vordering tot schadevergoeding willen indienen, bestaande uit affectieschade.
[betrokkene 4](de eigenaresse van de auto) heeft een vordering tot schadevergoeding van € 771,56 ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die zij als gevolg van het onder 1 primair ten laste gelegde feit zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag.
9.Vordering tot tenuitvoerlegging
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
7 (zeven) jaren.
[slachtoffer]geleden schade tot een bedrag van
€ 35.000,00 (vijfendertigduizend euro), als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 11 oktober 2019 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
schadevergoedingsmaatregelten behoeve van slachtoffer
[slachtoffer]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 35.000,00 (vijfendertigduizend euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
210 dagen gijzelingen bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 oktober 2019 tot aan de dag der algehele voldoening. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
[betrokkene 3]niet-ontvankelijk in de vordering.
[betrokkene 1]niet-ontvankelijk in de vordering.
[betrokkene 2] (en ook [vader betrokkene 2] )niet-ontvankelijk in de vordering.
[betrokkene 4]niet-ontvankelijk in de vordering.
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid, voor de duur van
30 (dertig) uren, opgelegd bij arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 22 november 2018.
15 (vijftien) dagen hechtenisals deze niet of niet naar behoren wordt verricht.
- de bekennende verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 27 augustus 2020;
- een proces-verbaal van verhoor aangever [slachtoffer] , opgemaakt door [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , gedateerd 14 oktober 2019 (dossierpagina 269 e.v.);
- een schriftelijk bescheid, te weten een Letselrapportage Forensische Geneeskunde, opgemaakt door [forensisch arts] , forensisch arts KNMG, gedateerd 17 oktober 2019 (dossierpagina 300 e.v.);
- een proces-verbaal van bevindingen (camerabeelden Verkeerstorenweg Den Helder), opgemaakt door [verbalisant 3] , gedateerd 20 oktober 2019 (dossierpagina 90 e.v.).
- de bekennende verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 27 augustus 2020;
- een proces-verbaal van bevindingen (Indicatief onderzoek wapen en munitie), opgemaakt door [verbalisant 4] , gedateerd 4 december 2019 (dossierpagina 758 e.v.);
- een proces-verbaal van bevindingen (forensisch onderzoek plaats delict), opgemaakt door [verbalisant 5] , gedateerd 17 oktober 2019 (dossierpagina 683 e.v.);
- een schriftelijk bescheid, te weten een rapportage van het Nederlands Forensisch Instituut betreffende wapen-, munitie en schootbanenonderzoek, gedateerd 20 februari 2020 (dossierpagina 781 e.v.).