ECLI:NL:RBNHO:2020:7019
Rechtbank Noord-Holland
- Verstek
- Rechtspraak.nl
Kort geding over huurachterstand en buitengerechtelijke incassokosten in verband met bedrijfsruimte
In deze zaak heeft eiser, een ondernemer, gedaagde, een besloten vennootschap, gedagvaard wegens huurachterstand van een bedrijfsruimte. De dagvaarding vond plaats op 30 juli 2020 en de mondelinge behandeling op 10 augustus 2020, waarbij gedaagde niet verschenen is. De kantonrechter heeft verstek verleend aan gedaagde. Eiser vorderde een totaalbedrag van € 30.865,13, bestaande uit huurachterstand, contractuele boetes en buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter heeft vastgesteld dat gedaagde tekortschiet in de nakoming van haar betalingsverplichtingen uit de huurovereenkomst, die betrekking heeft op de huur van een winkelruimte. Eiser heeft een spoedeisend belang bij zijn vordering, omdat hij de huurpenningen nodig heeft voor zijn bedrijfsvoering.
De kantonrechter heeft de huurachterstand van € 22.568,89 toegewezen, maar de gevorderde contractuele boetes zijn gematigd. Eiser had een boete van € 4.200,00 gevorderd, maar de kantonrechter oordeelde dat de interpretatie van eiser niet aannemelijk was en heeft de boete vastgesteld op € 1.200,00. De buitengerechtelijke incassokosten zijn gematigd tot € 1.225,35, conform het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter heeft de wettelijke handelsrente niet toegewezen, omdat deze niet was bedongen in de overeenkomst. De proceskosten zijn voor rekening van gedaagde, die grotendeels ongelijk heeft gekregen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.