ECLI:NL:RBNHO:2020:7008
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet zonder bijzondere omstandigheden
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 10 september 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaanstad over de afwijzing van een bijstandsuitkering. Eiseres, die sinds 6 juli 2014 een bijstandsuitkering ontving, had een aanvraag ingediend voor een bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet (PW). De aanvraag werd afgewezen op 27 juni 2019, waarna eiseres bezwaar maakte. Het college verklaarde het bezwaar gegrond, maar kende de bijstandsuitkering pas toe per 21 mei 2019, wat eiseres niet accepteerde. Ze stelde dat er bijzondere omstandigheden waren die recht gaven op een uitkering met terugwerkende kracht.
De rechtbank oordeelde dat eiseres niet voldoende bewijs had geleverd voor haar stelling dat zij eerder een aanvraag had ingediend of dat er bijzondere omstandigheden waren die een eerdere toekenning rechtvaardigden. De rechtbank concludeerde dat eiseres niet had aangetoond dat zij eerder dan 21 mei 2019 actie had ondernomen richting het bestuursorgaan. De rechtbank vond dat het college terecht had gesteld dat eiseres onvoldoende inlichtingen had verstrekt om het recht op bijstand vast te stellen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees de aanvraag voor een proceskostenvergoeding af, omdat het primaire besluit correct tot stand was gekomen.