Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
4.Het verweer
de-icingdie aldaar moest plaatsvinden. De bemanning van deze vluchten zou na vlucht EZY2296 met dit toestel ook de onderhavige vlucht uitvoeren. Door de vertraging van vlucht EZY2296 liep de bemanning ‘uit de uren’, hetgeen betekent dat zij de oorspronkelijke vluchtplanning niet meer konden uitvoeren. Easyjet heeft een nieuwe bemanning ingezet, maar vlucht EZY2161 kon niet direct worden uitgevoerd door de aanhoudende weersomstandigheden en de problemen met de capaciteit van de de-icing. De vertraging van vlucht EZY 2161 bij vertrek is uiteindelijk opgelopen naar 4 uur en 58 minuten bij aankomst op AMS. Inzet van een beschikbaar reservetoestel had geen zin, aangezien dit met dezelfde omstandigheden geconfronteerd zou zijn. Het weer en problemen met de de-icing installaties liggen buiten de invloedsfeer van Easyjet en zijn niet inherent aan de normale uitoefening van de activiteit van een luchtvaartmaatschappij. Easyjet heeft alle redelijke maatregelen getroffen die van haar te vergen zijn om de vlucht zonder vertraging uit te voeren.
5.De beoordeling
de-icingvertragingen op de luchthaven in Londen. Ter onderbouwing van haar verweer heeft Easyjet onder meer overgelegd informatie (uit een onbekende bron) over de weersomstandigheden op Luton Airport (LTN) op 10 februari 2017 (productie A2). Voor zover Easyjet hiermee bedoelt te stellen en aan te tonen dat sprake was van buitengewone omstandigheden bestaande uit slechte weersomstandigheden, dan slaagt dit verweer niet. Dit stuk bevestigt weliswaar de stelling van Easyjet dat de temperatuur de gehele dag rond het vriespunt lag en sprake was van een hoge luchtvochtigheid, maar dit is onvoldoende om een buitengewone omstandigheid aan te nemen. Vast staat immers dat er op 10 februari 2017 vluchten hebben plaatsgevonden van en naar LTN, en dat ook vlucht EZY2161 (zij het vertraagd) is uitgevoerd.
6.De beslissing
griffierecht € 476,00
salaris gemachtigde € 240,00;