ECLI:NL:RBNHO:2020:6953
Rechtbank Noord-Holland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot benoeming vereffenaar in nalatenschap op grond van onvoldoende onderbouwing en ontbrekende gegevens
In deze beschikking van de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Alkmaar, is op 23 juli 2020 uitspraak gedaan in een verzoek tot benoeming van een vereffenaar in de nalatenschap van een overleden persoon, hierna aangeduid als erflater. De verzoekster, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.G.P. Voragen, heeft op 4 maart 2019 een verzoekschrift ingediend. Dit verzoek is echter niet voorzien van de vereiste duidelijke omschrijving en gronden, zoals voorgeschreven in artikel 278 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De rechtbank heeft herhaaldelijk om aanvullende informatie gevraagd, maar verzoekster heeft niet voldaan aan deze verzoeken.
De erflater is op 27 juni 2015 overleden in Amsterdam en woonde ten tijde van zijn overlijden in Den Helder. De rechtbank is bevoegd om van de zaak kennis te nemen op basis van artikel 268 lid 1 Rv. Verzoekster is één van de erfgenamen, en de andere erfgenamen hebben de nalatenschap beneficiair aanvaard. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoekster niet heeft bevestigd dat de adresgegevens van de erfgenamen, zoals vermeld in de verklaring van erfrecht, nog correct zijn. Dit gebrek aan informatie heeft geleid tot de conclusie dat het verzoek niet kan worden ingewilligd.
De rechtbank heeft in haar beoordeling benadrukt dat de benoeming van een vereffenaar alleen kan plaatsvinden indien de erfgenamen instemmen met het verzoek en dat de vereffenaar niet bevoegd is tot verdeling van de nalatenschap. Gezien de omstandigheden en het ontbreken van de noodzakelijke gegevens heeft de rechtbank besloten het verzoek tot benoeming van een vereffenaar af te wijzen.