ECLI:NL:RBNHO:2020:6950
Rechtbank Noord-Holland
- Proceskostenveroordeling
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling in bestuursrechtelijke procedure inzake woningurgentie
In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. M. Raaijmakers, beroep ingesteld tegen de afwijzing van haar aanvraag voor woningurgentie door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer. Het primaire besluit, dat op 2 mei 2019 werd genomen, werd door eiseres bestreden, maar het bezwaar werd ongegrond verklaard in het bestreden besluit van 15 juli 2019. Eiseres heeft vervolgens op 30 juli 2019 beroep ingesteld en op 1 maart 2020 verzocht om een voorlopige voorziening. Op 1 mei 2020 heeft verweerder besloten om eiseres alsnog woningurgentie te verlenen, waarna eiseres haar beroep en verzoek op 22 mei 2020 heeft ingetrokken. Bij deze intrekking heeft eiseres verzocht om vergoeding van de proceskosten op basis van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft verweerder in de gelegenheid gesteld om een verweerschrift in te dienen, waarna het onderzoek is gesloten zonder zitting.
De rechtbank overweegt dat de veroordeling in proceskosten is geregeld in de Awb en het Besluit proceskosten bestuursrecht. Aangezien eiseres haar beroep heeft ingetrokken omdat verweerder aan haar verzoek heeft tegemoetgekomen, kan verweerder op verzoek van eiseres in de kosten worden veroordeeld. De rechtbank heeft geoordeeld dat de kosten voor rechtsbijstand in aanmerking komen voor vergoeding, en heeft het bedrag vastgesteld op € 525,- voor zowel het beroep als de voorlopige voorziening. Daarnaast dient verweerder het griffierecht van € 356,- te vergoeden aan eiseres. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om verletkosten toe te kennen, aangezien er geen zitting heeft plaatsgevonden. De uitspraak is gedaan door mr. W.B. Klaus, rechter en tevens voorzieningenrechter, op 7 september 2020.