ECLI:NL:RBNHO:2020:6949
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake bijzondere bijstand op grond van de Participatiewet
Op 7 september 2020 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder. De eiser had op 27 april 2020 digitaal beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van verweerder van 24 april 2020, die betrekking had op de aanvraag om bijzondere bijstand voor griffierechten in verband met eerder ingediende beroepschriften. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
De rechtbank overweegt dat iemand die beroep instelt, op grond van artikel 8:41, eerste lid, van de Awb griffierecht moet betalen. In deze zaak was het griffierecht vastgesteld op € 48,-. De griffier heeft eiser in de gelegenheid gesteld om het griffierecht te betalen, maar eiser heeft hierop niet gereageerd. Ondanks een tweede aanmaning heeft eiser het griffierecht niet tijdig betaald en geen verontschuldiging voor dit verzuim gegeven.
Gelet op het niet tijdig betalen van het griffierecht, heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter W.B. Klaus, in aanwezigheid van griffier M. van der Elst. Deze uitspraak is niet openbaar uitgesproken vanwege de coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat weer mogelijk is. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden gedaan.