Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2] ,
[gedaagde 3] ,
[gedaagde 4] ,
[gedaagde 5] ,
[gedaagde 6] ,
[gedaagde 7] ,
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 26 augustus 2020 een beschikking gegeven in een erfrechtelijke procedure. Verzoeker, een kleinkind van de overleden erflaatster, heeft een verzoek ingediend om een notaris aan te wijzen voor het opstellen van een boedelbeschrijving van de nalatenschap. Verweerders, de kinderen van de erflaatster, hebben de nalatenschap zuiver aanvaard en zijn verplicht om relevante informatie te verstrekken voor de boedelbeschrijving. Verzoeker heeft aangegeven dat hij geen inzicht heeft in de omvang van de nalatenschap en dat verweerders weigerachtig zijn om de gevraagde informatie te verstrekken. De kantonrechter heeft vastgesteld dat verzoeker zijn recht en belang bij de gevraagde informatie aannemelijk heeft gemaakt. De kantonrechter heeft mr. A. Stuijt benoemd als notaris voor de boedelbeschrijving en verweerders verplicht om alle relevante informatie, inclusief bankafschriften van de erflaatster, aan de notaris te verstrekken. Tevens is er een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor het geval verweerders niet aan deze verplichting voldoen, met een maximum van € 15.000,-. De kosten van de boedelbeschrijving komen ten laste van de nalatenschap. De kantonrechter heeft de proceskosten voor verweerders vastgesteld en hen veroordeeld tot betaling hiervan.