ECLI:NL:RBNHO:2020:6828

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
19 augustus 2020
Publicatiedatum
31 augustus 2020
Zaaknummer
8213260 CV EXPL 19-18991
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor geannuleerde vlucht en buitengewone omstandigheden

In deze zaak heeft een passagier een vordering ingesteld tegen EasyJet vanwege de annulering van vlucht EZY2163 van Londen Luton naar Amsterdam op 27 augustus 2019. De passagier vorderde compensatie van € 250,00 op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004, die regels vaststelt voor compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij annuleringen en vertragingen. EasyJet betwistte de vordering en voerde aan dat de annulering het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk slechte weersomstandigheden in Palma de Mallorca, die leidde tot vertragingen van voorafgaande vluchten en restricties van de luchtverkeersleiding. De kantonrechter oordeelde echter dat EasyJet niet voldoende had aangetoond dat de annulering van de vlucht het gevolg was van deze buitengewone omstandigheden. De rechter stelde vast dat de passagier recht had op compensatie, omdat EasyJet niet had aangetoond dat de annulering niet voorkomen had kunnen worden. De vordering tot betaling van de hoofdsom werd toegewezen, evenals de wettelijke rente vanaf de datum van de vlucht. De kantonrechter wees de vordering tot buitengerechtelijke incassokosten af, omdat de passagier onvoldoende bewijs had geleverd voor deze kosten. De proceskosten werden toegewezen aan de passagier, omdat EasyJet ongelijk kreeg in de zaak.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 8213260 CV EXPL 19-18991
Uitspraakdatum: 19 augustus 2020
Vonnis in de zaak van:
[de passagier]
wonende te [woonplaats] (Verenigde Staten van Amerika)
eiser
hierna te noemen: de passagier
gemachtigden: mr. D.E. Lof en mr. E.J. Hoekstra
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
EasyJet Airline Company Limited
gevestigd te Luton (Verenigd Koninkrijk) en mede kantoorhoudende te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer
gedaagde
hierna te noemen: EasyJet
gemachtigde: mr. J. Kumar

1.Het procesverloop

1.1.
De passagier heeft bij dagvaarding van 22 november 2019 een vordering tegen EasyJet ingesteld. EasyJet heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
De passagier heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna EasyJet een schriftelijke reactie heeft gegeven. De passagier is de gelegenheid geboden naar aanleiding van de bij dupliek overgelegde stukken nog een akte te nemen, van welke gelegenheid hij geen gebruik heeft gemaakt.

2.De feiten

2.1.
De passagier heeft met EasyJet een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan EasyJet de passagier op 27 augustus 2019 diende te vervoeren van Londen Luton (Verenigd Koninkrijk) naar Amsterdam met vlucht EZY2163, hierna: de vlucht.
2.2.
De vlucht had een geplande vertrektijd van 17:50 uur UTC vanuit Londen Luton en zou om 19:00 uur UTC arriveren in Amsterdam. De vlucht is geannuleerd.
2.3.
De passagier heeft compensatie van EasyJet gevorderd in verband met voornoemde vertraging.
2.4.
EasyJet heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering

3.1.
De passagier vordert dat EasyJet, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 250,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 27 augustus 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 37,50 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 14 dagen na dagtekening van het vonnis.
3.2.
De passagier heeft aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagier stelt dat EasyJet vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is de passagier te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 250,00.

4.Het verweer

4.1.
EasyJet betwist de vordering. Zij voert aan dat de annulering van de vlucht het gevolg was van buitengewone omstandigheden. De vlucht diende te worden uitgevoerd door een toestel met registratiekenmerk G-EZAA. Het toestel kreeg tijdens eerdere vluchten die dag restricties van de luchtverkeersleiding opgelegd. Voorafgaand aan de vlucht in kwestie heeft het toestel vlucht EZY8625 uitgevoerd van Londen Gatwick (Verenigd Koninkrijk) naar Palma de Mallorca (Spanje). Vanwege slechte weersomstandigheden, te weten storm, is deze vlucht met een vertraging van 31 minuten vertrokken. De aankomstvertraging van vlucht EZY8625 bedroeg 113 minuten. Vervolgens behoorde het toestel vlucht EZY2274 van Palma de Mallorca naar Londen Gatwick uit te voeren. Wegens de storm in Palma de Mallorca kon ook deze vlucht niet tijdig worden uitgevoerd. Het toestel is pas om 19:51 uur UTC gearriveerd in Londen. EasyJet heeft besloten de vlucht in kwestie te annuleren vanwege de ontstane vertragingen door de slechte weersomstandigheden in Palma de Mallorca. Indien de vlucht alsnog vertraagd zou worden uitgevoerd, dan zou dit leiden tot het overtreden van de nachtsluiting van de luchthaven van Amsterdam, die om 21:00 uur UTC ingaat. Door de vertraging van de voorafgaande vluchten en met name in verband met de nachtsluiting van de luchthaven van Amsterdam, op welke beide omstandigheden EasyJet geen invloed heeft, was uitvoering van de vlucht niet meer mogelijk en kon EasyJet niet anders dan de vlucht annuleren. EasyJet heeft alle redelijke maatregelen getroffen om de vertraging zoveel mogelijk te beperken door de passagier kosteloos om te boeken naar de eerst beschikbare vlucht welke de volgende dag zou vertrekken.
4.2.
EasyJet betwist voorts wettelijke rente, buitengerechtelijke kosten en nakosten verschuldigd te zijn.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
5.2.
Vast staat dat de vlucht van de passagier is geannuleerd. Niet is gebleken dat sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 5, lid 1 sub c van de Verordening. Gelet daarop is EasyJet gehouden de passagier te compenseren, tenzij EasyJet ingevolge artikel 5, lid 3 van de Verordening kan aantonen dat de annulering het gevolg is geweest van buitengewone omstandigheden en dat de annulering, ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen, niet voorkomen had kunnen worden.
5.3.
In de punten 14 en 15 van de considerans van de Verordening staat dat omstandigheden als bedoeld in artikel 5 lid 3 van de Verordening zich onder meer kunnen voordoen in geval van weersomstandigheden die de uitvoering van de vlucht in kwestie verhinderen en wanneer een besluit van de luchtverkeersleiding voor een specifiek toestel op een specifieke dag een langdurige vertraging, een vertraging van een nacht of de annulering van één of meer vluchten van dat vliegtuig veroorzaakt.
5.4.
EasyJet voert aan dat de annulering van de vlucht het gevolg is van weersomstandigheden (storm) op de luchthaven van Palma de Mallorca en de ten gevolge daarvan opgelegde restricties door de luchtverkeersleiding aan de twee voorafgaande vluchten. Vlucht EZY8625 met schemavertrektijd 11:50 uur UTC en schema-aankomsttijd 13:35 uur UTC en vlucht EZY2274 met schemavertrektijd 14:30 uur UTC en schema-aankomsttijd 17:00 uur UTC, die werden uitgevoerd met hetzelfde toestel met registratiekenmerk G-EZAA, hebben vertraging opgelopen. Van deze vluchten heeft EasyJet de ‘actual flight info’ en de ‘flight leg information’ overgelegd. Volgens EasyJet blijkt hieruit dat beide vluchten niet tijdig konden vertrekken vanwege opgelegde restricties door de luchtverkeersleiding wegens de weerssituatie te Palma de Mallorca. Ter onderbouwing van haar standpunt verwijst EasyJet ook naar de ‘ATFM Daily Briefing’ van Eurocontrol. Vlucht EZY8625 is om 15:28 uur UTC in Palma de Mallorca geland, terwijl vlucht EZY2274 gepland stond te vertrekken om 14:30 uur UTC. Vlucht EZY2274 is derhalve met vertraging uitgevoerd en om 19:51 uur UTC geland in Londen Luton. De vlucht in kwestie stond gepland te vertrekken om 17:50 uur UTC. EasyJet voert aan dat de weersomstandigheden en de daardoor ingegeven restricties van de luchtverkeersleiding buitengewone omstandigheden zijn in de zin van de Verordening. Zij stelt alle redelijke maatregelen te hebben getroffen door - gelet op de nachtsluiting van de luchthaven van Amsterdam - de vlucht te annuleren. Er was geen reservetoestel beschikbaar om de vlucht in kwestie nog uit te kunnen voeren. EasyJet meent dat zij dan ook niet gehouden kan worden tot betaling van compensatie aan de passagier.
5.5.
De passagier betwist dat de voorafgaande vluchten EZY9625 en EZY2274 onderdeel zijn van de rotatievlucht Londen - Amsterdam - Londen met vluchtnummers EZY2163 en EZY2164. Van doorwerking van de op die vluchten ontstane vertraging is dan ook geen sprake, aldus de passagier. Naar het oordeel van de kantonrechter volgt uit de overgelegde ‘actual flight info’ van de voorafgaande vluchten EZY9625 en EZY2274 dat deze vluchten met hetzelfde toestel met registratiekenmerk G-EZAA werden uitgevoerd als het toestel dat de vlucht in kwestie zou uitvoeren. Desondanks oordeelt de kantonrechter dat van doorwerking van weersomstandigheden geen sprake is, aangezien EasyJet onvoldoende heeft aangetoond dat die weersomstandigheden (storm) er op zichzelf toe hebben geleid dat de uitvoering van de vlucht in kwestie en/of de daaraan voorafgaande vluchten werd verhinderd. Uit het verweer van EasyJet volgt dat er ondanks de slechte weersomstandigheden ten tijde van de geplande vertrek- en aankomsttijden van het toestel te Palma de Mallorca nog wel vliegverkeer mogelijk was van en naar de luchthaven.
5.6.
Voorts voert EasyJet aan dat het toestel restricties van de luchtverkeersleiding diende op te volgen. Zij beroept zich daarbij op overweging 15 van de considerans van de Verordening. Uit de vluchtrapporten van de voorafgaande vluchten EZY9625 en EZY2274 blijkt volgens EasyJet dat de vluchten zijn vertraagd door restricties van de luchtverkeersleiding vanwege slechte weersomstandigheden. Het besluit van de luchtverkeersleiding ten aanzien van vlucht EZY9625 vermeldt vertragingscode 84, welke code staat voor:
ATFM due to WEATHER AT DESTINATION. De restrictie die is opgelegd aan vlucht EZY2274 vermeldt echter vertragingscode 81. Deze code staat voor:
ATFM due to ATC EN-ROUTE DEMAND CAPACITY, standard demand capacity problems.Er is aan vlucht EZY9625 dus geen restrictie opgelegd wegens slechte weersomstandigheden, maar wegens capaciteitsproblemen. EasyJet heeft deze vertragingsoorzaak niet nader toegelicht. EasyJet heeft voorts geen stukken overgelegd van de luchtverkeersleiding met betrekking tot de vlucht in kwestie. Door de kantonrechter kan derhalve niet worden vastgesteld of de onderhavige vlucht ook restricties opgelegd heeft gekregen. Restricties leiden niet per definitie tot annuleringen of langdurige vertragingen. Dit is afhankelijk van onder andere de mate en de duur van de restricties. Het is aan de luchtvaartmaatschappij om aan te tonen dat de duur en de mate van de restricties hebben geleid tot annulering van de vlucht in kwestie, dan wel de voorafgaande vlucht. Van belang is dat EasyJet aantoont waarom de vlucht in kwestie als gevolg van de restricties geannuleerd moest worden.
5.7.
De passagier stelt dat uit de memo die als productie 3 bij de conclusie van antwoord is overgelegd volgt dat de vlucht in kwestie is geannuleerd wegens werktijdoverschrijding van de bemanning. Daarnaast zou volgens de memo de nachtsluiting worden overtreden. EasyJet heeft de stellingen van de passagier niet weersproken en nagelaten aan te tonen dat de luchtverkeersleiding het vertrek van de vlucht tegenhield in verband met de nachtsluiting van de luchthaven van Amsterdam. Het ligt op de weg van de luchtvaartmaatschappij om voldoende gegevens te verstrekken, zodat de kantonrechter een oordeel kan vormen. Nu EasyJet dit heeft nagelaten, is niet vast komen te staan dat de annulering van de vlucht het gevolg is van een besluit van de luchtverkeersleiding waarop zij geen invloed had. De nachtsluiting van een luchthaven is in zijn algemeenheid een gegeven waar luchtvaartmaatschappijen in hun dagelijkse werkzaamheden rekening mee dienen te houden. Wat dat betreft is het een omstandigheid die inherent is aan de normale uitoefening van de activiteiten van EasyJet. Een buitengewone omstandigheid levert het in het onderhavige geval dan ook niet op.
5.8.
Gelet op het voorgaande slaagt het beroep van EasyJet op (doorwerking van) buitengewone omstandigheden niet. De kantonrechter komt niet toe aan de beantwoording van de vraag of EasyJet alle maatregelen heeft getroffen om de annulering te voorkomen. Nu EasyJet voor het overige geen verweer heeft gevoerd, zal de vordering tot betaling van de hoofdsom, gelet op de duur van de vertraging van de vlucht worden toegewezen.
5.9.
Anders dan EasyJet is de kantonrechter van oordeel dat de gevorderde wettelijke rente over de compensatie toewijsbaar is vanaf de datum van de vlucht. Het betreft hier een vordering tot vergoeding van forfaitair berekende schade, zodat deze schade gelet op artikel 6:83 sub b Burgerlijk Wetboek terstond opeisbaar is. Het verzuim treedt dus zonder ingebrekestelling in op het moment dat de schade geacht wordt te zijn geleden. Gelet hierop zal de wettelijke rente over de compensatie worden toegewezen zoals gevorderd vanaf 27 augustus 2019.
5.10.
De gevorderde wettelijke rente over de hoofdsom is als onvoldoende gemotiveerd weersproken toewijsbaar.
5.11.
De passagier heeft een bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten gevorderd. De vordering heeft geen betrekking op één van de situaties waarin het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van toepassing is. Daarom zal de kantonrechter de vraag of buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd zijn toetsen aan de eisen zoals deze zijn geformuleerd in het rapport Voorwerk II. EasyJet heeft deze vordering betwist. De passagier heeft hiertegenover onvoldoende aangetoond en onderbouwd dat de verrichte werkzaamheden meer hebben omvat dan de verzending van een enkele (eventueel herhaalde) aanmaning, het enkel doen van een schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten moet daarom worden afgewezen.
5.12.
De proceskosten komen voor rekening van EasyJet, omdat zij met uitzondering van de buitengerechtelijke kosten ongelijk krijgt. De gevorderde rente is toewijsbaar met ingang van de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt EasyJet tot betaling aan de passagier van € 250,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 27 augustus 2019 tot de dag der algehele voldoening;
6.2.
veroordeelt EasyJet tot betaling van de proceskosten die aan de kant van de passagier tot en met vandaag worden begroot op de bedragen zoals deze hieronder zijn gespecificeerd:
dagvaarding € 99,01;
griffierecht € 83,00;
salaris gemachtigde € 72,00
vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis;
6.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
6.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.M. de Vries, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter