ECLI:NL:RBNHO:2020:6814

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
10 juni 2020
Publicatiedatum
31 augustus 2020
Zaaknummer
8109742 CV EXPL 19-15740
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor vertraging van een vlucht door buitengewone omstandigheden

In deze zaak heeft de passagier een vordering ingesteld tegen Austrian Airlines A.G. wegens vertraging van zijn vlucht op 7 juli 2019. De passagier had een vervoersovereenkomst met Austrian voor een vlucht van Tirana naar Wenen en vervolgens van Wenen naar Amsterdam. Door een vertraging van meer dan drie uur op de eindbestemming vorderde de passagier compensatie van €400,00 op basis van de Verordening (EG) nr. 261/2004. Austrian betwistte de vordering en voerde aan dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk instructies van de luchtverkeersleiding die de oorspronkelijke vertrektijd van de voorafgaande vlucht wijzigden. De kantonrechter oordeelde dat Austrian niet in staat was om aan te tonen dat de vertraging niet te vermijden was, maar concludeerde uiteindelijk dat de vertraging inderdaad het gevolg was van buitengewone omstandigheden. De vordering van de passagier werd afgewezen, en de proceskosten werden aan de passagier opgelegd. De uitspraak werd gedaan door kantonrechter L.M. de Vries op 10 juni 2020.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 8109742 CV EXPL 19-15740
Uitspraakdatum: 10 juni 2020
Vonnis in de zaak van:
[de passagier]
wonende te [woonplaats]
eiser
hierna te noemen: de passagier
gemachtigde: mr. D.E. Lof
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
Austrian Airlines A.G.
gevestigd te Wenen (Oostenrijk) en mede kantoorhoudende te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer
gedaagde
hierna te noemen: Austrian
gemachtigde: mr. E.C. Douma

1.Het procesverloop

1.1.
De passagier heeft bij dagvaarding van 4 september 2019 een vordering tegen Austrian ingesteld. Austrian heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
De passagier heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna Austrian een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
De passagier heeft een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan Austrian de passagier op 7 juli 2019 diende te vervoeren van Tirana (Albanië) naar Wenen (Oostenrijk) met vlucht OS848 en van Wenen naar Amsterdam met vlucht OS375, hierna: de vlucht.
2.2.
De passagier is met een vertraging van meer dan drie uur aangekomen op de eindbestemming.
2.3.
De passagier heeft compensatie van Austrian gevorderd in verband met voornoemde vertraging.
2.4.
Austrian heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering

3.1.
De passagier vordert dat Austrian, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 400,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 7 juli 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 60,00 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na dagtekening van het vonnis.
3.2.
De passagier heeft aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagier stelt dat Austrian vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is de passagier te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van €400,00.

4.Het verweer

4.1.
Austrian betwist de vordering. Zij voert aan dat er sprake is van een buitengewone omstandigheid. Vlucht OS848 maakt onderdeel uit van de rotatievlucht OS847/848. De vertraging van vlucht OS848 is het gevolg van de latere aankomst in Tirana van de voorafgaande vlucht OS847. De reden van deze vertraging is dat vlucht OS847 instructies van de luchtverkeersleiding diende op te volgen. De luchtverkeersleiding had de oorspronkelijke CTOT (Calculated Take Off Time) ingetrokken en een nieuwe CTOT aan het toestel toegekend. Austrian had hier geen invloed op en kon vlucht OS847, en daardoor ook vlucht OS848, enkel met vertraging uitvoeren. De passagier heeft hierdoor de aansluitende vlucht gemist en is omgeboekt naar de eerstvolgende vlucht.
4.2.
Austrian betwist voorts buitengerechtelijke kosten verschuldigd te zijn aan de passagier.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
5.2.
Vast staat dat de passagier met een vertraging van meer dan drie uur is aangekomen op de eindbestemming, zodat Austrian op grond van de Verordening in beginsel gehouden is de compensatie als bedoeld in de Verordening te voldoen. Dit is anders indien Austrian kan aantonen dat de vertraging het gevolg is geweest van buitengewone omstandigheden in de zin van artikel 5 lid 3 van de Verordening. Gelet op het arrest Wallentin-Hermann (C-549/07) van het Hof van 22 december 2008 dient een luchtvaartmaatschappij in het voorkomende geval aan te tonen dat zij zelfs met de inzet van alle beschikbare materiële en personeelsmiddelen de buitengewone omstandigheden kennelijk niet had kunnen vermijden – behoudens indien zij op het relevante tijdstip onaanvaardbare offers uit het oogpunt van de mogelijkheden van haar onderneming had gebracht – dat de buitengewone omstandigheden waarmee zij werd geconfronteerd tot de langdurige vertraging van de vlucht leidden.
5.3.
Austrian heeft een beroep gedaan op buitengewone omstandigheden. De passagier betwist dat de vertraging te wijten is aan de CTOT wijzigingen van de voorafgaande vlucht OS847. De passagier stelt zich op het standpunt dat er geen sprake is van een besluit van de luchtverkeersleiding dat specifiek gericht was op het toestel waarmee de vlucht in kwestie werd uitgevoerd. Bovendien is volgens de passagier niet gebleken dat de besluiten van de luchtverkeersleiding op zichzelf tot de uiteindelijke vertraging van de vlucht hebben geleid. Volgens de passagier is er dan ook geen sprake van buitengewone omstandigheden.
5.4.
De vraag die voorligt is of Austrian met de door haar overgelegde producties en haar toelichting daarop voldoende heeft aangetoond dat de vertraging van de passagier het gevolg is geweest van een door de luchtverkeersleiding genomen besluit. De kantonrechter overweegt als volgt.
5.5.
Austrian heeft het vluchtrapport en de ‘slot history’ van de vluchten OS847 en OS848 overgelegd. Vlucht OS847 stond gepland te vertrekken om 10:45 uur UTC. Uit de ‘slot history’ volgt dat de luchtverkeersleiding om 08:45 uur UTC, twee uur voor de schemavertrektijd van de voorafgaande vlucht OS847, de oorspronkelijke CTOT introk en verving door een CTOT van 11:30 uur UTC. Deze CTOT is vervolgens nog diverse keren bevestigd. De CTOT’s zijn opgelegd wegens vertragingscode 81 (
ATFM due to ATC EN-ROUTE DEMAND/CAPACITY, standard demand/capacity problems). Vlucht OS847 is volgens het vluchtrapport met een vertraging van 27 minuten vertrokken. Niet is gebleken dat Austrian zelf om een nieuwe CTOT heeft verzocht. Een luchtvaartmaatschappij moet een nieuwe CTOT altijd opvolgen en zij kan daarop geen invloed uitoefenen. Het besluit van de luchtverkeersleiding tot het opleggen van een andere CTOT is een van buiten komende oorzaak waarop de luchtvaartmaatschappij geen invloed kan uitoefenen. Het besluit van de luchtverkeersleiding tot het opleggen van een nieuwe CTOT kwalificeert in het onderhavige geval als een buitengewone omstandigheid in de zin van artikel 5 lid 3 van de Verordening.
5.6.
Voldoende is gebleken dat de buitengewone omstandigheid doorwerkt naar de onderhavige vlucht. Het volgende is daarvoor redengevend. De vertraging van 27 minuten op de voorafgaande vlucht OS847 is ontstaan door de buitengewone omstandigheid die zich heeft voorgedaan tijdens de uitvoering van vlucht OS847. Uit de vluchtrapportage van vlucht OS848 blijkt dat er een vertraging van 17 minuten is ontstaan wegens ‘aircraft rotation, late arrival of aircraft from another flight or previous sector’ (vertragingscode 93). Tussen de rotatievluchten is een rotatietijd van 45 minuten gehanteerd door Austrian.
5.7.
Daarnaast volgt uit de ‘slot history’ van vlucht OS848 dat het toestel voor de uitvoering van deze vlucht ook twee uur voor de schemavertrektijd een nieuwe CTOT kreeg opgelegd. Vlucht OS848 stond gepland te vertrekken om 13:05 uur UTC en is uiteindelijk vertrokken om 13:48 uur UTC. Van deze vertraging is 17 minuten te wijten aan de voorafgaande vlucht en 26 minuten vertraging is ontstaan door opgelegde CTOT’s van de luchtverkeersleiding waar Austrian geen invloed op had (vertragingscode 81:
ATFM due to ATC EN-ROUTE DEMAND/CAPACITY, standard demand/capacity problems). Het betreft nieuw opgelegde CTOT’s vanwege capaciteitsproblemen. Austrian is verplicht een CTOT op te volgen. Niet is gebleken dat zij zelf om een nieuwe CTOT heeft verzocht. Vlucht OS848 is uiteindelijk in Wenen aangekomen om 15:25 uur UTC met een aankomstvertraging van 45 minuten. De passagier heeft de aansluitende vlucht OS375 met schemavertrektijd 15:20 uur UTC gemist. De uiteindelijke vertraging van de passagier van meer dan drie uur op de eindbestemming is het directe gevolg geweest van de vertraagde vlucht OS847. Ten gevolge hiervan heeft de passagier de aansluitende vlucht OS375 naar Amsterdam gemist. De uiteindelijke vertraging van de passagier op de eindbestemming is dan ook het gevolg van buitengewone omstandigheden.
5.8.
Vervolgens dient de vraag beantwoord te worden of Austrian alle redelijke maatregelen heeft getroffen om de vertraging van de passagier te voorkomen. Austrian heeft aangevoerd dat op de luchthaven van Wenen een minimale overstaptijd (MCT) van 25 minuten geldt. De passagier had oorspronkelijk een overstaptijd van 40 minuten. Naar het oordeel van de kantonrechter dient een luchtvaartmaatschappij bij het boeken van de vlucht voldoende overstaptijd in acht te nemen om eventuele vertragingen op te kunnen vangen. Austrian heeft bij het boeken een buffer gehanteerd van 15 minuten. Een buffer van slechts 15 minuten wordt onvoldoende geacht. Dit neemt niet weg dat de passagier een aankomstvertraging van 45 minuten had en dat zij, ook al zou Austrian voldoende reservetijd in acht hebben genomen, de aansluitende vlucht niet meer kon halen. Austrian heeft de passagier omgeboekt naar een andere vlucht. In de gegeven omstandigheden kon er niet meer van Austrian worden verwacht.
5.9.
Gelet op het voorgaande zal de vordering van de passagier worden afgewezen. De overige verweren van Austrian behoeven geen bespreking meer.
5.10.
De proceskosten komen voor rekening van de passagier, omdat deze ongelijk krijgt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
wijst de vordering af;
6.2.
veroordeelt de passagier tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor Austrian worden vastgesteld op een bedrag van € 144,00 aan salaris van de gemachtigde van Austrian en verklaart dit vonnis in zoverre uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.M. de Vries, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter