ECLI:NL:RBNHO:2020:6793

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
3 september 2020
Publicatiedatum
31 augustus 2020
Zaaknummer
8677708
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van huurwoning wegens ernstige overlast door huurder

In deze zaak heeft de Stichting Ymere, als verhuurder, een kort geding aangespannen tegen [gedaagde], een huurder die sinds 15 juni 2017 een woning huurt. Ymere heeft [gedaagde] gedagvaard vanwege ernstige overlast die hij veroorzaakt aan omwonenden, waaronder nachtelijke geluidsoverlast door schreeuwen en bonken. Ondanks herhaalde waarschuwingen en gesprekken met [gedaagde] en zijn begeleiders van GGZ inGeest, is de overlast niet gestopt. Ymere heeft een akoestisch onderzoek laten uitvoeren, waaruit blijkt dat de overlast structureel en ernstig is. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de overlast zodanig is dat Ymere niet langer kan worden gevergd om deze te dulden. De kantonrechter heeft de vordering van Ymere toegewezen, met een ontruimingstermijn van vier weken, zodat [gedaagde] de kans krijgt om te starten met zijn behandelingen voor zijn psychische problemen. Tevens is [gedaagde] veroordeeld tot betaling van de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 8677708 \ VV EXPL 20-119
Uitspraakdatum: 3 september 2020
Vonnis van de kantonrechter in kort geding in de zaak van:
de stichting
Stichting Ymere
gevestigd te Amsterdam
eiseres
verder te noemen: Ymere
gemachtigde: mr. M. Stokvis
tegen
[gedaagde]
wonende te [woonplaats]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
gemachtigde: mr. M. Baadoudi

1.Het procesverloop

1.1.
Ymere heeft [gedaagde] op 5 augustus 2020 gedagvaard.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 20 augustus 2020. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. De gemachtigde van [gedaagde] heeft een pleitnotitie overgelegd. Voorafgaand aan de zitting heeft [gedaagde] bij brief van 17 augustus 2020 nog een stuk toegezonden.

2.De feiten

2.1.
Ymere verhuurt sinds 15 juni 2017 de woning aan de [adres] (hierna: de woning) aan [gedaagde] . Op de huurovereenkomsten zijn de algemene huurvoorwaarden d.d. 1 februari 2016 van toepassing verklaard. De woning bevindt zich op de derde verdieping van een hoekflat.
2.2.
In artikel 6.8 van de algemene huurvoorwaarden staat dat de huurder geen overlast of hinder aan buren of omwonenden mag veroorzaken.
2.3.
Sinds juni 2017 ontvangt Ymere overlastmeldingen van omwonenden over [gedaagde] . De overlastmeldingen zien onder andere op (nachtelijke) geluidsoverlast door hard schreeuwen en praten, bonken/tikken en het slaan met deuren.
2.4.
Naar aanleiding van de meldingen heeft Ymere diverse keren contact opgenomen met [gedaagde] . Ook de begeleiders van [gedaagde] van GGZ inGeest en Roads zijn daarbij betrokken. Per brief d.d. 22 augustus 2018 is [gedaagde] op de overlast gewezen en uitgenodigd voor een gesprek met Ymere. [gedaagde] is niet verschenen voor het gesprek. Per brief d.d. 12 september 2018 is [gedaagde] gesommeerd het veroorzaken van overlast te staken. [gedaagde] is per brief d.d. 5 december 2018 opnieuw uitgenodigd voor een gesprek met Ymere. [gedaagde] is niet verschenen voor het gesprek en heeft ook de daarna opnieuw gemaakte afspraken afgezegd.
2.5.
Op 29 januari 2019 heeft er tussen [consulent], consulent Woonfraude en Overlast van Ymere, [gedaagde] en zijn begeleiders van GGZ inGeest en Roads een gesprek plaatsgevonden. In dit gesprek heeft [gedaagde] erkend dat hij vaak (s’ nachts) schreeuwt. Hij heeft daarbij aangegeven dat hij dit doet omdat hij achtervolgd wordt door stemmen in zijn hoofd. Het schreeuwen heeft tot doel de stemmen te verjagen. Ymere heeft enkele aanbevelingen/tips gegeven om de overlast in de nacht te voorkomen.
2.6.
Ymere heeft MeerWaarde Buurtbemiddeling benaderd. Per e-mail d.d. 5 maart 2020 heeft Meerwaarde Buurtbemiddeling Ymere laten weten dat [gedaagde] niet voor buurtbemiddeling openstaat.
2.7.
Op 19 juli 2019 heeft opnieuw een gesprek plaatsgevonden tussen Ymere, [gedaagde] en zijn begeleiders van GGZ inGeest en Roads. [gedaagde] is opnieuw gewezen op de dagelijkse overlast die hij veroorzaakt en Ymere heeft nogmaals de mogelijkheden besproken om overlast te voorkomen.
2.8.
[gedaagde] is per brief d.d. 29 april 2020 opnieuw gesommeerd het veroorzaken van overlast te staken.
2.9.
Op 4 mei 2020 heeft er een gesprek plaatsgevonden tussen [consulent] en [gedaagde] . In dit gesprek heeft [gedaagde] laten weten het contact met zijn begeleider van GGZ inGeest te hebben verbroken. Per brief d.d. 20 mei 2020 heeft Ymere [gedaagde] de mogelijkheid gegeven de huurovereenkomst vrijwillig op te zeggen. [gedaagde] heeft de huurovereenkomst niet opgezegd.
2.10.
Van 9 tot en met 23 juni 2020 heeft Geluidconsult B.V. – een ingenieursbedrijf voor geluid en bouwfysica – een akoestisch onderzoek gedaan naar burenlawaai in de woning van een omwonende van [gedaagde] . De conclusie van het akoestisch rapport d.d. 9 juli 2020 (hierna: het akoestisch rapport) luidt - voor zover hier relevant- als volgt:

9.CONCLUSIE

De klachten van de bewoner (…) over schreeuwen van de buurman op [huisnummer] worden bevestigd.

Praktisch elke dag komen meermalen schreeuwbuien voor die overduidelijk hoorbaar zijn in de slaapkamer van de klager. De schreeuwniveau aan bronzijde ligt tussen 85 en 102 decibel. Dat ligt in de categorie gewoon schreeuwen tot zeer hard schreeuwen. De overschrijding bedraagt max 10 dB voor geluidpieken max 30 dB voor continugeluid van schreeuwen.
Daarnaast zijn er 13 maal een dreun te horen waarschijnlijk afkomstig van slaande deuren. Dit is goed hoorbaar, maar overschrijd de grenswaarde niet.(…)Dit wordt beoordeeld in burenlawaaiklasse 3 van 3: ontoelaatbaar veel geluidhinder.(….)
2.11.
Per brief d.d. 15 juli 2020 heeft Ymere [gedaagde] nog eenmaal de kans gegeven de huurovereenkomst vrijwillig op te zeggen. [gedaagde] heeft dit niet gedaan.

3.De vordering

3.1.
Ymere vordert dat de kantonrechter bij wijze van voorlopige voorziening:
I. [gedaagde] beveelt om binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis de woning gelegen aan de [adres] met medeneming van al de zijnen en al het zijne te ontruimen en te verlaten en ontruimd te houden, met afgifte van de sleutels ter vrije en algehele beschikking van Ymere;
II. [gedaagde] veroordeelt in de kosten van dit geding inclusief de explootkosten en de nakosten vermeerderd met de wettelijke rente.
3.2.
Ymere legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat [gedaagde] in strijd handelt met de op hem rustende wettelijke verplichting zich te gedragen en het gehuurde te gebruiken zoals een goed huurder betaamt (artikel 7:213 BW) en de algemene voorwaarden (artikel 6.8) door structureel ernstige overlast te veroorzaken aan omwonenden. Ymere is in haar relatie tot de omwonenden van [gedaagde] gehouden op te treden tegen de door [gedaagde] veroorzaakte overlast. De omwonenden hebben in een door 20 omwonenden ondertekende petitie aangekondigd dat als Ymere er niet in slaagt de overlast te beëindigen, zij stappen tegen Ymere zullen ondernemen.

4.Het verweer

4.1.
[gedaagde] erkent het veroorzaken van de overlast maar voert aan dat hij een ‘kracht’ ervaart die hem ernstig belemmert in het dagelijks leven. Hij ervaart hierdoor veel frustratie en innerlijke druk, die hij uit door te schreeuwen. Het lukt tot nu toe niet het schreeuwen onder controle te krijgen. Maar [gedaagde] zal enerzijds nieuwe medicijnen krijgen en anderzijds zal een electro-convulsieve therapie (ECT) ingezet worden. In afwachting van de start van beide behandelingen, zal [gedaagde] opgenomen worden zodat de omwonenden dan geen overlast zullen ervaren. Na de behandelingen dient [gedaagde] terug te komen in een stabiele situatie zodat hij een zeer groot belang heeft bij het behouden van zijn woning.

5.De beoordeling

5.1.
De vordering in kort geding kan alleen worden toegewezen als Ymere daarbij een spoedeisend belang heeft. Dat is het geval, nu het hier gaat om ernstige overlast die [gedaagde] heeft erkend.
5.2.
Verder is voor toewijzing van de vordering in dit kort geding vereist dat de aan die vordering ten grondslag gelegde feiten en omstandigheden voldoende aannemelijk zijn en dat het ook in voldoende mate waarschijnlijk is dat die vordering in een nog te voeren gewone procedure (bodemprocedure) zal worden toegewezen. Voor nader onderzoek naar bepaalde feiten en omstandigheden of voor bewijslevering door bijvoorbeeld getuigen is in dit kort geding in beginsel geen plaats. Dat moet gebeuren in een eventuele bodemprocedure. De beoordeling in dit kort geding is dan ook niet meer dan een voorlopig oordeel over het geschil tussen partijen.
5.3.
De kantonrechter stelt voorop dat een huurder is gehouden zich als goed huurder te gedragen. Dit betekent onder meer dat hij zich dient te onthouden van het veroorzaken van overlast voor omwonenden. Indien de huurder desondanks overlast veroorzaakt, is sprake van een tekortkoming. De overlast moet ernstig en structureel zijn en ook moet de verhuurder zich hebben ingespannen, door bijvoorbeeld gesprekken, de overlastgever te bewegen zijn gedrag te veranderen.
5.4.
[gedaagde] heeft de overlast erkend. Uit de meldingen van omwonenden aan Ymere blijkt dat er over een geruime tijd, vanaf juni 2017, veelvuldig meldingen zijn binnengekomen en herhaaldelijk klachten zijn geweest van diverse omwonenden omtrent de geluidsoverlast door [gedaagde] . Uit de aanhoudende klachten blijkt bovendien dat de overlast vaak ’s nachts plaatsvindt, waardoor de nachtrust verstoord wordt voor de omwonenden. Dat de omwonenden geluidsoverlast ervaren, wordt bevestigd in het akoestisch rapport. Uit de overgelegde stukken blijkt dat Ymere [gedaagde] meerdere malen heeft uitgenodigd voor gesprekken, waarbij tips en aanbevelingen zijn gegeven om de overlast te verminderen. De tips en aanbevelingen zijn ook herhaaldelijk per brief aan [gedaagde] meegedeeld. Hieruit blijkt dat Ymere zich voldoende heeft ingespannen om [gedaagde] te bewegen zijn gedrag te veranderen maar dat dit niet heeft geleid tot een verbetering van de situatie.
5.5.
Gelet op hetgeen hiervoor overwogen en de erkenning van [gedaagde] dat hij overlast veroorzaakt, is de kantonrechter van oordeel dat de overlast zowel wat betreft aard, duur als omvang zodanig is dat van Ymere niet gevergd kan worden de overlast nog langer te dulden. De overlast rechtvaardigt de gevorderde ontruiming van de woning. Ter zitting is Ymere akkoord gegaan met een ontruimingstermijn van 4 weken zodat [gedaagde] tijd heeft om te beginnen met zijn behandelingen.
5.6.
De conclusie is dat de kantonrechter de vordering van Ymere zal toewijzen met dien verstande dat de termijn voor ontruiming wordt gesteld op 4 weken na betekening van het vonnis.
5.7.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde] , omdat hij ongelijk krijgt. Daarbij wordt [gedaagde] ook veroordeeld tot betaling van de nakosten en de explootkosten, voor zover deze kosten daadwerkelijk door Ymere worden gemaakt. De gevorderde rente over de proceskosten zal worden toegewezen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt [gedaagde] om binnen 4 weken na betekening van dit vonnis de woning gelegen aan de [adres] te ontruimen, leeg op te leveren en de sleutels over te dragen aan Ymere;
6.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Ymere tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 83,38
griffierecht € 124,00
salaris gemachtigde € 480,00;
vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
6.3.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van € 90,00 aan nasalaris, voor zover daadwerkelijk nakosten door Ymere worden gemaakt te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis;
6.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.I.V. Scherpenhuijsen Rom en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter