ECLI:NL:RBNHO:2020:6661

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
26 februari 2020
Publicatiedatum
28 augustus 2020
Zaaknummer
7223976 CV EXPL 18-8178
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatieplicht luchtvaartmaatschappij bij vertraging door buitengewone omstandigheden

In deze zaak hebben vier passagiers een vordering ingesteld tegen Easyjet Airline Company Limited wegens compensatie voor een vertraging van meer dan drie uur van vlucht EZY 8876 van Amsterdam-Schiphol naar Londen Gatwick op 23 juni 2016. De passagiers vorderden een schadevergoeding op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004, die regels vaststelt voor compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering, annulering of langdurige vertraging van vluchten. Easyjet betwistte de vordering en voerde aan dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk een staking van het Franse luchtverkeersbeheer, die leidde tot latere slottijden voor de vlucht.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de passagiers met een vertraging van meer dan drie uur op hun eindbestemming zijn aangekomen, wat in beginsel een compensatieplicht voor Easyjet met zich meebrengt. Echter, de rechter oordeelde dat Easyjet voldoende had aangetoond dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, en dat zij alle redelijke maatregelen had getroffen om de vertraging te voorkomen. De rechter wees de vordering van de passagiers af en veroordeelde hen tot betaling van de proceskosten aan Easyjet.

De uitspraak benadrukt de toepassing van de Europese regelgeving inzake luchtreizen en de voorwaarden waaronder luchtvaartmaatschappijen kunnen worden vrijgesteld van compensatieplicht. De beslissing van de kantonrechter is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de proceskosten onmiddellijk door de passagiers moeten worden betaald, ondanks dat zij in het ongelijk zijn gesteld.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 7223976 \ CV EXPL 18-8178
Uitspraakdatum: 26 februari 2020
Vonnis in de zaak van:

1.[passagier sub 1] , wonende te [woonplaats]

2. [passagier sub 2]wonende te [woonplaats] ,
3. [passagier sub 3]wonende te [woonplaats] ,
4. [passagier sub 4]wonende te [woonplaats] ,
Eisers,
hierna gezamenlijk te noemen: de passagiers,
gemachtigde: mr. I.G.B. Maertzdorff, mr. M.J.R. Hannink, M.A.P. Duinkerke (LL.B.),
tegen
de buitenlandse rechtspersoon
Easyjet Airline Company Limited,
gevestigd te Cardiff (Verenigd Koninkrijk), kantoorhoudende te Schiphol (gemeente Haarlemmermeer),
gedaagde,
hierna te noemen: Easyjet,
gemachtigde: mr. J.W.A. Lameijer,

1.Het procesverloop

1.1.
De passagiers hebben bij dagvaarding van 22 juni 2018 een vordering tegen Easyjet ingesteld. Easyjet heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
De passagiers hebben hierop schriftelijk gereageerd, waarna Easyjet een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben met Easyjet een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan Easyjet de passagiers op 23 juni 2016 diende te vervoeren van Amsterdam-Schiphol naar Londen Gatwick (Verenigd Koninkrijk) met vlucht EZY 8876 (hierna: de vlucht).
2.2.
Volgens de planning zou de vlucht om 15:40 uur lokale tijd vertrekken uit Amsterdam-Schiphol en om 15:55 uur lokale tijd in Londen Gatwick arriveren.
2.3.
De vlucht is met een vertraging van meer dan drie uur uitgevoerd.
2.4.
De passagiers hebben compensatie van Easyjet gevorderd in verband met voornoemde vertraging.
2.5.
Easyjet heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering

3.1.
De passagiers vorderen dat Easyjet bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 1.000,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 23 juni 2016 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 181,50 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 4 juli 2016, dan wel vanaf de datum van de dagvaarding;
- de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
3.2.
De passagiers hebben aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagiers stellen dat Easyjet vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is hen te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 250,00 per passagier.

4.Het verweer

4.1.
Easyjet betwist de vordering en doet een beroep op buitengewone omstandigheden. Zij voert aan dat de vlucht met vertraging is uitgevoerd in verband met een staking van het Franse luchtverkeersbeheer. De staking heeft als gevolg dat slottijden van zowel de voorafgaande vluchten als de vlucht in kwestie van toestel G-EZBP werden verlaat, zodat de vlucht van Amsterdam naar Londen Gatwick niet volgens de planning kon worden uitgevoerd. Easyjet kon niet voorkomen dat de vlucht met vertraging werd uitgevoerd. Vanwege de grootschalige verstoring van het luchtverkeer in Europa door de staking bestonden er geen maatregelen die Easyjet redelijkerwijs had kunnen treffen om de vertraging te voorkomen.
4.2.
Voor zover relevant wordt bij de beoordeling nader ingegaan op het verweer van Easyjet.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
5.2.
Niet in geschil is dat de passagiers met een vertraging van meer dan drie uur op hun eindbestemming te Londen Gatwick zijn gearriveerd, zodat er in beginsel een compensatieplicht bestaat voor Easyjet. Dit is anders indien Easyjet kan aantonen dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, die ondanks het nemen van alle redelijke maatregelen niet kon worden voorkomen, zoals bedoeld in artikel 5 lid 3 van de Verordening.
5.3.
Easyjet heeft haar verweer dat sprake was van een staking van het Franse luchtverkeersbeheer, waardoor de slottijden van de vluchten van toestel G-EZBP werden verlaat onderbouwd met stukken. Easyjet heeft toegelicht dat voorafgaand aan de vlucht, het toestel eerst nog van Londen naar Barcelona en van Barcelona naar Londen zou vliegen, nadien zou het toestel van Londen naar Amsterdam vliegen, waarna de onderhavige vlucht werd uitgevoerd. Omdat de rotatie Londen – Barcelona – Londen door het Franse luchtruim plaatsvond, kreeg het toestel latere slottijden toegewezen waardoor het toestel niet op de geplande vertrektijdstippen mocht vertrekken, aldus Easyjet. Easyjet verwijst naar de “actual flight info” en de “flight leg information” van de vluchten Londen – Barcelona – Londen. Uit de overgelegde gegevens volgt dat Eurocontrol aanleiding heeft gezien slottijden toe te wijzen die na de geplande vertrektijd van de beiden vluchten lag. Easyjet meent dat de reeds ontstane vertraging van 1 uur en 53 minuten doorwerkt op de opvolgende rotatie Londen – Amsterdam – Londen, waar de onderhavige vlucht deel van uitmaakt. Easyjet verwijst in dit kader eveneens naar “actual flight info” en “flight leg information” van de vluchten Londen – Amsterdam en Amsterdam – Londen. Uit de overgelegde gegevens van de vlucht Londen - Amsterdam volgt een schema vertrektijd van 11:55 uur UTC en een schema aankomsttijd 13:15 uur UTC. De vlucht kreeg een vertrekslot van 13:26 uur UTC toegewezen, die vervolgens meermaals is verlaat. Uiteindelijk wees Eurocontrol een vertrekslot van 15:41 uur UTC toe. Volgens de “actual flight info” van de vlucht Londen – Amsterdam is de totale vertrekvertraging opgebouwd uit twee componenten. Een vertraging van 1 uur en 50 minuten vanwege code “93”, de te late aankomst van het toestel in Londen (vanwege de vertraging op de voorafgaande rotatie) en een aanvullende vertraging van 27 minuten vanwege code “81”, de “air traffic flow management” restricties die Eurocontrol heeft opgelegd in de vorm van een later vertrekslot. Het toestel is uiteindelijk met een vertraging van 3 uur en 20 minuten in Amsterdam gearriveerd, waardoor de onderhavige vlucht eveneens met vertraging is uitgevoerd. Uit overgelegde vluchtgegevens van de vlucht van Amsterdam naar Londen volgt een schema vertrektijd van 13:40 uur UTC en een schema aankomsttijd van 14:55 uur UTC. Voorafgaand aan het vertrek uit Amsterdam heeft Eurocontrol wederom aanleiding gezien een later vertrekslot (17:15 uur UTC) toe te wijzen, waardoor de onderhavige vlucht uiteindelijk met een vertraging van 3 uur en 18 minuten in Londen is gearriveerd.
5.4.
De passagiers betwisten dat sprake is van een besluit van de luchtverkeersleiding in de zin van overweging 15 van de considerans van de Verordening, nu het besluit geen langdurige vertraging heeft veroorzaakt. De passagiers stellen immers dat de vertraging van zowel de voorafgaande vluchten als van de vlucht in kwestie uit meerdere componenten is opgebouwd en dat de vertraging vanwege de restricties van de luchtverkeersleiding slechts enkele minuten bedragen.
5.5.
Anders dan de passagiers, is de kantonrechter van oordeel dat uit de overgelegde producties – en de toelichting daarop – voldoende is vast komen te staan dat Eurocontrol aanleiding heeft gezien, vanwege de (onweersproken) staking van het Franse luchtverkeersbeheer, om latere slottijden toe te wijzen voorafgaand aan de uitvoering van de vluchten van toestel G-EZBP. Het toewijzen van een later slot, waardoor een toestel niet op het geplande vertrektijdstip kan vertrekken kan gezien worden als een besluit van de luchtverkeersleiding ten aanzien van een specifiek vliegtuig op een specifieke dag in de zin van overweging 15 van de considerans van de Verordening, zodat het een buitengewone omstandigheid kan opleveren. Hierin ligt besloten dat ook in geval een dergelijk besluit van Eurocontrol zich heeft voorgedaan ten aanzien van een toestel op een voorafgaande vlucht sprake kan zijn van een buitengewone omstandigheid op de opvolgende vluchten van datzelfde toestel. Easyjet heeft aangevoerd dat de vertraging op de vlucht Londen – Barcelona is ontstaan doordat het toestel een later slot kreeg toegewezen van Eurocontrol en dat die vertraging doorwerkt op de opvolgende vluchten van het toestel. Ook de opvolgende vluchten kregen vervolgens latere vertrekslots toegewezen waardoor de vertraging verder is opgelopen en uiteindelijk een langdurige aankomstvertraging van 3 uur en 18 minuten in Londen tot gevolg heeft gehad. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat de vanwege de staking toegewezen slottijden een buitengewone omstandigheid oplevert die doorwerkt op de onderhavige vlucht van Amsterdam naar Londen.
5.1.
De vraag die vervolgens beantwoord dient te worden is of Easyjet alle redelijke maatregelen heeft getroffen om de vertraging als gevolg van de buitengewone omstandigheid te voorkomen dan wel te beperken. Easyjet heeft aangevoerd dat vanwege de grootschalige verstoring van het luchtverkeer in Europa vanwege de staking van het Franse luchtverkeersbeheer, het niet mogelijk was om een reserve vliegtuig in te zetten om de onderhavige vlucht uit te voeren. De passagiers hebben dat niet weersproken. De kantonrechter overweegt dat niet gebleken is dat Easyjet andere maatregelen had kunnen treffen die redelijkerwijs van haar gevergd konden worden. Gelet op het voorgaande zal de vordering tot betaling van de hoofdsom worden afgewezen.
5.2.
De proceskosten komen voor rekening van de passagiers, omdat deze ongelijk krijgen. Ook de nakosten kunnen worden toegewezen, voor zover deze kosten daadwerkelijk door Easyjet worden gemaakt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
wijst de vordering van de passagiers af;
6.2.
veroordeelt de passagiers tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor Easyjet worden vastgesteld op een bedrag van € 240,00 aan salaris van de gemachtigde van Easyjet;
6.3.
veroordeelt de passagiers tot betaling van € 60,00 aan nakosten, voor zover die kosten daadwerkelijk door Easyjet worden gemaakt;
6.4.
verklaart het vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter