ECLI:NL:RBNHO:2020:6639

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
4 september 2020
Publicatiedatum
27 augustus 2020
Zaaknummer
HAA 20/2168
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursprocesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijk verklaring van beroep wegens ontbreken beroepsgronden

Op 4 september 2020 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. A. Hashem Jawaheri, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer. Eiser heeft op 2 april 2020 beroep ingesteld tegen een beslissing op bezwaar van verweerder van 25 februari 2020. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting, omdat eiser geen gronden van beroep heeft vermeld in het beroepschrift. Eiser is bij aangetekende brief op 21 april 2020 verzocht om dit verzuim te herstellen, maar heeft niet gereageerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen verontschuldiging voor het verzuim is gegeven en heeft het beroep daarom kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is gedaan in het kader van de coronamaatregelen, waardoor de uitspraak niet op een openbare zitting is gedaan. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden aangetekend.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 20/2168

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 september 2020 in de zaak tussen

[eiser] , te [woonplaats] , eiser

gemachtigde: mr. A. Hashem Jawaheri,
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer, verweerder.

Procesverloop

Eiser heeft bij brief van 2 april 2020 beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van verweerder van 25 februari 2020 met kenmerk [#] .

Overwegingen

1. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
2. Iemand die beroep instelt, moet op grond van artikel 6:5, eerste lid, aanhef en onder d, van de Awb in het beroepschrift de gronden van het beroep vermelden. Dat houdt in: zeggen op welke specifieke punten hij of zij het niet eens is met het bestreden besluit. Als dat niet gebeurt, kan de rechtbank na een herstelmogelijkheid het beroep op grond van artikel 6:6 van de Awb niet-ontvankelijk verklaren.
3. Eiser heeft geen beroepsgronden vermeld in het beroepschrift. De rechtbank heeft eiser bij aangetekende brief van 21 april 2020 verzocht om binnen vier weken dit verzuim te herstellen. Nader onderzoek in het Track & Trace-systeem van PostNL heeft uitgewezen dat deze brief op 22 april 2020 is bezorgd en dat voor ontvangst is getekend. Eiser heeft niet gereageerd.
4. Eiser heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus niet gebleken van een verontschuldiging voor dit verzuim.
5. Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W.B. Klaus, rechter, in aanwezigheid van N. Joacim, griffier. Deze uitspraak is gedaan op
Als gevolg van maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan verzet worden gedaan bij deze rechtbank. De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord. De werking van deze uitspraak wordt opgeschort totdat de termijn voor het instellen van verzet is verstreken of, indien verzet wordt ingesteld, op dat verzet is beslist.