In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 26 augustus 2020 uitspraak gedaan over de beëindiging van het ouderlijk gezag van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige], die lijdt aan complexe problematiek en zich ontwikkelt op het niveau van een kind van anderhalf jaar oud. De ouders van [minderjarige] hebben herhaaldelijk geweigerd samen te werken met de betrokken instanties, waaronder de Jeugdbescherming en de Raad voor de Kinderbescherming, en hebben op 24 juni 2020 [minderjarige] onrechtmatig meegenomen uit de zorginstelling waar hij verbleef. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ouders niet in staat zijn om de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van [minderjarige] te dragen en dat hun focus op de diagnose autisme hen belemmert in het erkennen van de totale problematiek van hun kind.
De rechtbank heeft de ouders herhaaldelijk de kans gegeven om samen te werken met de hulpverleners, maar hun weigering om dit te doen heeft geleid tot de conclusie dat het in het belang van [minderjarige] is om het gezag van de ouders te beëindigen. De rechtbank heeft de GI benoemd tot voogd over [minderjarige], zodat de noodzakelijke hulp en behandeling voor hem kan worden voortgezet. De ouders hebben in hun verweer gesteld dat [minderjarige] geen inwoner van Nederland meer is en dat de rechtbank daarom niet bevoegd zou zijn, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat de Nederlandse rechter bevoegd is omdat [minderjarige] op het moment van indiening van het verzoek zijn gewone verblijfplaats in Nederland had.
De rechtbank heeft de ouders ook verweten dat zij ongefundeerde beschuldigingen uiten richting de betrokken instanties en dat zij niet in het belang van [minderjarige] handelen. De beslissing om het gezag te beëindigen is genomen op basis van artikel 1:266, eerste lid BW, waarin staat dat het gezag kan worden beëindigd indien de ontwikkeling van de minderjarige ernstig wordt bedreigd en de ouder niet in staat is om de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding te dragen. De rechtbank heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is.