ECLI:NL:RBNHO:2020:6426
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
Op 20 augustus 2020 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres [X], gevestigd te [Z], en de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Eindhoven. Eiseres heeft op 26 maart 2020 beroep ingesteld tegen de uitspraak op bewaar van verweerder van 13 februari 2020, betreffende de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen over het jaar 2018. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
De rechtbank overweegt dat iemand die beroep instelt, op grond van artikel 8:41, eerste lid, van de Awb, griffierecht moet betalen. In deze zaak bedraagt het griffierecht € 48. Eiseres is door de griffier in de gelegenheid gesteld om het griffierecht te betalen, maar heeft hier niet op gereageerd. De griffier heeft eiseres vervolgens nogmaals aangemaand om het griffierecht te betalen, maar ook deze aanmaning is onbeantwoord gebleven. De rechtbank heeft vastgesteld dat het griffierecht niet tijdig is betaald en dat eiseres geen verontschuldiging heeft gegeven voor dit verzuim.
Gelet op het bovenstaande heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M.W. Koenis, rechter, in aanwezigheid van M. van der Elst, griffier. Deze uitspraak is niet openbaar uitgesproken vanwege de coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat weer mogelijk is. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden aangetekend.