ECLI:NL:RBNHO:2020:6398
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake belastingaanslag door te late indiening
In deze zaak heeft eiser, [X], op 25 april 2020 digitaal beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Amsterdam, die op 13 maart 2020 was gedaan. De rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem, heeft op 20 augustus 2020 uitspraak gedaan in deze zaak met zaaknummer HAA 20/2450. De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn voor het indienen van het beroepschrift eindigde op 24 april 2020, maar dat eiser het beroepschrift pas op 25 april 2020 om 23:59 uur heeft ingediend. Dit betekent dat het beroepschrift niet tijdig is ingediend, waardoor de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk heeft verklaard.
De rechtbank heeft eiser in de gelegenheid gesteld om schriftelijk te reageren op de te late indiening van het beroepschrift, maar eiser heeft niet gereageerd. Daarnaast heeft de rechtbank opgemerkt dat eiser ook in verzuim is geweest om binnen de gestelde termijn de gronden van het beroep in te dienen. Eiser is hierop gewezen in een aangetekende brief van 22 juni 2020, maar ook hierop heeft hij niet gereageerd. Gezien deze omstandigheden heeft de rechtbank geconcludeerd dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is.
De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en heeft de beroepen niet-ontvankelijk verklaard. Deze uitspraak is gedaan door mr. M.W. Koenis, rechter, in aanwezigheid van N. Joacim, griffier. De uitspraak is niet op een openbare zitting gedaan vanwege de coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden uitgesproken zodra dat weer mogelijk is. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden gedaan.